Twee jongens renden achter ons aan.

Samen met een vriendin had ik afgesproken in een wegrestaurant in het midden van het land om even bij te kletsen.
We vertelden elkaar over de grote dingen die God gedaan had in ons leven.

Ze vertelde hoe ze moslima was geweest en iemand haar had aangesproken op de straat om het evangelie met haar te delen.
Hoe ze vanaf dat moment nooit meer dezelfde was.

Ik vertelde hoe iemand van een diepvriesbedrijf die bij ons aan de deur kwam, mij het evangelie had verteld.
Hoe het me geboeid had en enorm geïrriteerd. Het liefst had ik de persoon nooit meer gezien. ‘Want’, zo zei ik. ‘Wij denken daar heel anders over.’

Een uitspraak die ik nu ook regelmatig terug hoor.
Ik kwam uit de kerk, maar had nog nooit gehoord dat er een God was die van ons houdt. Dat Hij kwam om te redden wat verloren is.
Ik had geleerd dat we geboren waren als brandhout voor de hel. Dat er maar één in een huis en één in een stad gered kon worden.
Hierdoor voelde ik me vaak wanhopig. ‘Waar leef ik dan voor?’

Bij ons beiden begon het leven met God, doordat er iemand was uitgestapt om het evangelie te vertellen.

Daar onder het kletsen liep er een jongen voorbij, en ik zei: ‘He jongen, heeft iemand je weleens verteld dat God van jou houdt en een plan heeft voor je leven?’
‘Ja… op zich wel’, zei hij. Nadat we verder het evangelie hadden verteld en hij vertelde moslim te zijn en er verder niets mee te willen, ging hij weer verder.

We hadden het evangelie gezaaid.

Veel mensen willen wel het hele harnas van de wapenrusting. (Het schild van geloof, het borstpantser van de gerechtigheid, helm van het heil, zwaard van het woord.) Maar trekken nooit de schoenen aan voor de bereidheid van het evangelie.

En de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede.
(Efeze 6:15)

‘Wanneer de mensen die ons destijds hadden aangesproken, die schoenen niet hadden gedragen, waar waren wij dan nu geweest?’

Na een heerlijke avond samen waar we ons hart konden delen over de grote daden van God, liepen we richting uitgang.

Ineens werden we geroepen; ‘Mevrouwen, mevrouwen! We hebben net gehoord van onze vriend dat u iets heeft verteld over de Bijbel en wij willen dit graag horen.’ Twee jonge knullen stonden voor ons. Een jaar of 20 waren ze schat ik.
Even later een derde jongen erbij. Wow! Ze kwamen zelf ernaar vragen.
En we begonnen uitgebreid het evangelie te vertellen.

Twee van de drie jongens wilden dit aannemen en besloten met ons te bidden. En gaven hun leven over aan Jezus. De derde wilde er nog over denken.
Halleluja! God is zo goed. We hadden gezaaid in een jongen en hierdoor kwamen er twee andere jongens tot geloof in Jezus.

Waar zou jij staan als het jou nooit was verteld?
Heb jij de schoenen aan en ben je bereid het evangelie van de Vrede te delen?

Waarom voert God oorlog?

‘Als God dan zo goed is, zoals jij zegt he?’

Regelmatig krijgen we dit te horen op straat wanneer we het evangelie brengen.

‘Waarom is er dan ziekte? Waarom is er oorlog? Waarom is er armoede?’

Dan begin ik maar even bij het begin.

‘Toen de wereld ontstond, waren daar Adam en Eva in het paradijs. Het was er zo enorm goed. Toen kwam de duivel. Hij kwam ze verleiden. Hij liet ze geloven dat het nog niet helemaal af was. Ze konden misschien nog worden als God. Hij schilderde God af als een leugenaar en zichzelf als de redder. Als je naar mij luistert, zal het goed komen.’

God had gezegd dat als ze van de boom van kennis, van goed en kwaad zouden eten, ze zouden sterven. Maar de duivel beweerde iets anders.

Toen zei de slang tegen de vrouw: ‘U zult zeker niet sterven.

Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend.’ Genesis 3:4-5

Nu zoveel jaren later doet hij dit nog steeds. ‘Denk je echt dat God goed is? Waarom veroorzaakt Hij dan ellende?’ is de vraag die ik regelmatig hoor.

Dan vertel ik wie daar echt achter zit. Dat dit niet God is, maar de leugenaar vanaf het begin. De duivel. Die gekomen is om te slachten en te verderven.

En dat hij niets liever wil, dan mensen te laten geloven dat het God is die, die ellende veroorzaakt.

De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan. Joh. 10:10a

We spraken een ouder echtpaar.

Waarom is er zoveel ellende? Waarom zorgt God voor oorlog?’

‘Ach meneer, denkt u dat dit God is?’ Vroeg ik de man.

‘Ik zal u vertellen wie dat doet.’

En ik begon te vertellen.

Dat God gekomen is om leven te geven en leven in overvloed.

Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.

Johannes 10:10b

Maar dat we allemaal hebben gezondigd en hierdoor Gods nabijheid missen en dat het loon van zonden de dood is. En dat allen die Hem (Jezus) aanroepen, zullen worden gered.

‘Maar hoe moet ik dat dan doen?’ Vroeg de man, ‘Moet ik dat dan vanaf mijn balkon gaan roepen?’

En ik vertelde hem hoe we als hij met zijn hart geloofde, en het met zijn mond zou belijden, Jezus kon aannemen als zijn Heer.

Dat wilde hij wel.

Hij had het zijn hele leven zonder God gedaan, omdat hij een beeld had van God die ellende veroorzaakte.

Toen hij hoorde dat God zo liefdevol is, dat Hij Zijn zoon zond om de mensen te redden, veranderde alles.

Halleluja!

Van diep donker gat, naar de vervulling in Jezus.

Nooit eerder zag ik zoveel leegte bij mensen als de laatste tijd.
Wanhoop in de ogen van de mensen die ik sprak.
Of leegte en verdriet.

Zou het erger geworden zijn,
of laat de Heer het gewoon meer zien?

Het was al laat in de avond dat ik een vrouw aan sprak op een station.

‘Mevrouw, heeft iemand u ooit verteld dat God van u houdt?’

Het leek wel of ik een knopje indrukte bij deze mevrouw.
Ze begon meteen te huilen; tranen stroomden over haar gezicht, en ze begon te vertellen dat ze het wel eens had gehoord.

Nadat ik het evangelie uitgebreid had verteld en ze het gebed om Jezus de Heer van haar leven te maken had meegebeden, vroeg ze zelf of ik wilde weten waarom ze huilde.

Ze begon te vertellen hoe ze zich verkocht als prostituee. Hoe ze aan allerlei soorten drugs verslaafd was geraakt, en ook gokte. Alles leek ze kwijt te raken. Een jaar lang had ze al een maatschappelijk werker, daardoor ging het nog enig sinds.

Toen vroeg zei ze: ‘Ik was vroeger een man en heb me jaren geleden laten opereren. Wat vind je daarvan?’

‘Nou, ik zal u vertellen dat het niet zoveel uitmaakt, wat ik daarvan vind, maar ik geloof wel dat God een man maakte, en een vrouw en dat het goed was toen hij u maakte. Ik geloof dat wanneer die leegte in uw hart toen al gevuld was met de liefde van God, u het nooit had gedaan. Alle dingen die u net opnoemde, de verslavingen, het weggeven van uw lichaam, het willen hebben van geld, en het veranderen van uw geslacht, komen voort uit een gebrek aan identiteit. Als u gaat begrijpen hoe lief God u heeft, zullen al deze dingen verdwijnen.

De bijbel zegt: ‘Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.’ Matt.6:33

Wanneer u dat gaat doen, zal u een ander leven krijgen.

Jezus zei tegen een vrouw die ook zoveel zonden had gedaan in haar leven..
Als u de gave van God kende, en wist Wie Hij is Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben. Joh. 4:10
Als je de gave van God kende, dan zou je de vervulling bij Hem hebben gezocht. En hij zou je hart vervullen met Zijn liefde, met Zijn redding, met Zijn vervulling. Met levend water.

Joh. 7:37,38
Alle dorstigen, kom tot de wateren,
en u die geen geld hebt, kom,
koop en eet, ja, kom, koop zonder geld,
zonder prijs, wijn en melk.
Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is,
en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan?
Luister aandachtig naar Mij, eet het goede,
en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed.

Zoek Hem en Hem alleen, en Hij gaat u vervullen.

Jes.55:6-7
Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is,
roep Hem aan terwijl Hij nabij is.
Laat de goddeloze zijn weg verlaten,
de man van ongerechtigheid zijn gedachten.
Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen,
tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.

Wanneer de Heer de route aangeeft..

Soms kan ik zo stug een route volgen die ik zelf had bedacht.

Iedere dag wanneer ik een wandeling maak en ondertussen met de Heer kan praten, bepaal ik meestal zelf mijn route en vraag niet eens wat de Heer wil. Deze dag was anders en ik vroeg echt de Heer om mijn route aan te wijzen.

Ik sloeg rechtsaf en toen links. Toen een doodlopend weggetje, wat ik zelf niet zou kiezen. Daar was een meneer, die net zijn peukie buiten ging roken.

‘Goedemorgen meneer, even een peukie buiten?’ begon ik een gesprekje.. ‘Ja, binnen mag niet.’ Lachte hij.

‘Heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een plan heeft voor uw leven?’

Meteen vertrok zijn gezicht en hij kreeg tranen in zijn ogen. ‘ Ik geloof dat niet mevrouw. Jaren terug had ik het erg moeilijk. Ik zat zo enorm diep in de put, en ik heb het naar God uitgeroepen, maar Hij deed niks. Helemaal niks! Maar de dokter wel. De dokter kwam drie keer per dag bij mij om me te helpen.

‘Dat was geweldig. Dankzij hem ben ik toen er weer bovenop gekomen. Mooi he!’ Zijn gezicht klaarde op.

Ik begon hem een verhaal te vertellen dat in me boven kwam…

Er was een man.

De man was aan het varen, en er was een lek in zijn boot. Er gutste water in. Met alle macht probeerde hij het buiten te houden. Hij begon het uit te roepen naar God. ‘God!! Help me!!’

Er kwam een andere boot aanvaren. De bemanning vroeg of ze hem konden helpen.

Maar de man weigerde. Hij zei: ‘Nee, God gaat mij redden!’

Hij tobde lekker verder en er kwam een volgende boot met opnieuw het aanbod om te helpen.

Tot drie keer toe weigerde hij. Toen verdronk hij en vroeg aan God, ‘Waarom heeft U mij niet geholpen toen ik het vroeg?’ De Heer antwoorde: ‘Drie keer zond ik een boot om jou te helpen, maar je weigerde het.’

De ogen van meneer begonnen te glimmen van tranen.

‘Zou de dokter die u toen geholpen heeft, misschien door God zijn gezonden meneer?’ Vroeg ik. Hij lachte en erkende dat dit wel zou kunnen.

Ineens veranderde zijn beeld op God. God was vanaf die dag niet meer de ‘dove’ God die niet antwoordde. Maar God werd de God die zorgde voor mensen en ook voor deze meneer. Een God die hoorde.

Toen gaf hij zijn leven over aan die God. Die niet alleen Zijn eniggeboren Zoon gezonden had, als redding, maar ook de dokter zond, op het moment dat meneer het zo hard nodig had.


Halleluja!

Ik heb de Heere lief, want de Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij. Daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. Psalm 116:1-2

Wanneer we bereid zijn de routes te bewandelen die God heeft bedacht, worden ze zoveel leuker. God van ver, kwam ineens heel dichtbij.

Verlegen liep hij het pad op…

Het is zo makkelijk te oordelen of nog erger te veroordelen. Wanneer iemand iets ‘ergers’ gedaan heeft, dan we in onze ogen zelf gedaan zouden hebben, kunnen we de neiging hebben onszelf wat beter te voelen dan de ander. Degene die de ‘daad’ heeft gedaan weet dat, en kampt vaak met schaamte. Zonde brengt schaamte. Het liefst zouden we willen verbergen.

Adam en Eva deden dit al. Ze hadden gezondigd, en begonnen zich te verbergen. Maar God zocht ze op.

De HERE God riep: ‘Adam, waar ben je?’ Adam antwoordde: ‘Ik hoorde U en toen werd ik bang omdat ik naakt ben. Daarom verstopte ik me.’ Genesis 3:9-10

Er kwam een man ons pad oplopen met een pallet. Ik herkende hem van jaren terug.

‘Huh,’ hij hier? Hoe is het mogelijk?’ Dacht ik.

Hij keek me verlegen en met schaamte aan. Er waren zoveel dingen gebeurd, waar over was gepraat. Hij had gestolen van mensen. Was vreemd gegaan, was gescheiden, enzovoort. Verbazing moet op mijn gezicht te zien zijn geweest. Hoe was het mogelijk. Ik had de man jaren niet gezien. Hij woonde allang in een hele andere plaats. Hij was minstens zo verbaasd als ik. ‘ Wat doe jij nou hier?’ Begon ik.

Ineens besefte ik wat er gebeurde. De Heer, wilde dat ik hem het evangelie zou vertellen. Ik begon te vertellen;

‘ Weet jij al dat God van je houdt en een geweldig plan met je leven heeft?’ vroeg ik.

Nog nooit had hij zoiets gehoord. ‘Je hebt zeker wel gehoord wat er allemaal gebeurd is?’

‘Tja, dat had ik gehoord, maar weet je? Ik veroordeel je niet. Jezus zou je ook niet veroordelen. Hij kwam niet om te oordelen, maar Hij kwam om te redden. De Bijbel zegt dat we allemaal gezondigd hebben, en daarom de heerlijkheid van God missen. ‘

En als iemand Mijn woorden hoort en niet gelooft, veroordeel Ik hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld zalig te maken. Johannes 12:47 HSV

Zo liefdevol is Jezus!

Hij begon een gebed met mij mee te bidden en zijn gezicht begon te stralen. Het was of er een last van zijn schouders afviel. Een last waar hij al jaren mee rondliep. ‘Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt!’ zei hij.

Zijn leven kreeg vanaf die dag een andere wending. Hij was vrij gesproken, zoals Jezus een vrouw ooit vrij sprak. De mensen wilden haar veroordelen nadat ze had gezondigd. Maar Jezus sprak haar vrij.

En toen zij Hem dit bleven vragen, richtte Hij Zich op en zei tegen hen: Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen. Johannes 8:7 HSV