Een dagje jeepsafari

Het is heerlijk om een paar dagen aan het water te liggen, maar er even op uit met elkaar was ook geweldig.

We wilden graag een jeepsafari doen.
Bij het eerste reisbureau waar we probeerden te boeken, lukte het niet, dus gingen we naar een ander. Daar bleek dat er normaal geen tochten werden gereden op die dag.

Maar de medewerker zei dat het toch kon, dus werden we op de afgesproken dag opgehaald door één jeep. We dachten dat we zo bij de rest van de groep zouden aansluiten.

Tot onze verrassing hadden we echter een privétochtje gekregen met deze man. Hij reed ons door hobbelige paden in de bergen en stopte af en toe om te luisteren of hij dieren hoorde.

In eerste instantie hoorden we niets.
“Je gaat ze ook niet zien hoor, het is te licht en te warm,” zei hij.

Opeens staken twee babyzwijnen de weg over, en dan weet je dat hun moeder in de buurt is. En ja hoor, even later kwam ook zij tevoorschijn. Een cadeautje!

Onze gids was enorm verbaasd. Niet veel later stak er ook een groot hert over. Nog verbaasder riep hij uit: “Jullie krijgen echt alles te zien!” Waarop wij zeiden: “Dank U, Jezus.”

Toen we boven op de top van de berg kwamen, kregen we koffie en begon mijn man een gesprek met de gids over de drie kruizen op zijn arm. Hij vroeg welke tekst erbij stond. De gids vertelde dat het over Jezus en de moordenaars ging. Hij geloofde wel, maar kende Jezus niet echt. Hij leefde zijn leven volgens traditie, meer uit gewoonte.

Wij begonnen hem het evangelie te vertellen, uitgebreid, want we hadden tijd genoeg. Uiteindelijk accepteerde hij Jezus als zijn Redder en Verlosser en was zichtbaar blij.



Samen maakten we eten voor de lunch: veel vlees van de barbecue, een salade met brood en natuurlijk veel knoflook. Heerlijk! Hij at met ons mee en bad ook met ons mee.

De rest van de dag deelden we verhalen. Hij vertelde zijn verhalen over het jagen in de bos en wij onze verhalen over de goedheid van God uit de Bijbel.
Hoog in de bergen zongen we samen: “God, You’re so good.” Het geluid galmde door de bergen.

Aan het eind van de tocht hebben we hem allemaal om de beurt gezegend. Hij was zichtbaar geraakt.

We begrepen waarom we een privérit hadden gekregen. Het was niet zozeer voor ons, maar voor hem.

Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. (Lukas 19:10)

Hij gebruikt gewoon een paar Hollanders in het buitenland, voor deze man.
Glorie aan God.

Een excursie dagje op vakantie.

We waren toe aan een paar dagen rust.

Even helemaal niks, en Pieter had gevraagd: wat vond jij nou de fijnste vakantie van de afgelopen jaren?

Ik noemde het land, en het bleek dat hij hetzelfde had.

Vriendelijke mensen, lekker eten, een fijn warm klimaat, en de rust trokken ons opnieuw naar dit prachtige land.

We besloten een dagje met een bootexcursie mee te gaan.

Met twee kleine bootjes gingen we langs allerlei mooie plekjes en strandjes.

Ik was strategisch naast de excursieleider gaan zitten, zodat ik met hem wat kon kletsen.

Hij vertelde over zijn leven, de extra armoede die in het land was gekomen, en het harde werken voor iedereen, vooral in het toeristenseizoen.

Ik begon te vragen: “Heeft iemand je weleens verteld dat God van je houdt?”

Lang verhaal kort, hij nodigde Jezus uit in zijn hart.

De hele boot was stil en ongemakkelijk en ik was nog niet zo vrijmoedig om meteen maar tegen iedereen te gaan preken, dus we hielden even stil.

Toen we aankwamen bij een strandje om daar even koffie te drinken en het dorp te bekijken, kwam een man even bij ons aanschuiven.

Hij vertelde over zijn werk in het leger en hoe leuk hij het vond.

Ik hou ervan om van mensen te leren, en stelde hem vragen over hoe hij met bepaalde situaties omging.

Hij vertelde vol passie over het leven daar. Hoe hij zijn best deed om het leven van de jeugd een beetje beter te maken.

Een mooi doel toch?

We gingen verder met politiek, niet mijn favoriete onderwerp, maar ja, je moet soms even meebewegen.

Toen stelde ik de vraag:

“Weet je dat God van je houdt en een plan voor je leven heeft?”

Hij wilde er niks mee.

“Stel nou dat je op een van de missies gestorven was,” ging ik verder… “Waar was je dan geweest?”

“Nergens,” was zijn antwoord, “dood is dood.”

Ik vertelde wat de Bijbel zegt.

We moesten gaan en besloten: “We gaan het er alleen nog een keer over hebben als hij het vraagt.”

En ja hoor, ineens zat hij weer naast ons. We hadden net gezwommen toen hij vroeg: “Ben je altijd zo direct met je vragen? We hadden het over politiek en ineens vraag je of ik weet waar ik heen ga als ik dood ga.”

Nou, heel eerlijk gezegd had je de hele lange omweg… Ik schiet hem er meestal meteen in. Mijn man lachte en bevestigde dat.

Hij begon over wetenschap en dat hij hier niets mee wilde.

Toen vertelde mijn man hoe hij op een dag door gebed werd genezen. Hoe hij ziek was geweest en het zo uitzichtloos had gevoeld, waardoor hij super somber was. En ineens was daar de liefde van God en genezing.

Toen het besef: ondanks dat we altijd het evangelie hadden gehoord, God is echt, en Hij wil echt iets met ons.

De man was sprakeloos.

“Ik kan niets inbrengen tegen jouw getuigenis,” zei hij… “Ik wil er nu niets mee, maar ga er zeker over nadenken.”

Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend. Jesaja 55:11

De Griek op het balkon…

Vandaag liep ik te denken aan de aanstaande vakantie. En gingen mijn gedachten terug naar een dag vorig jaar in Griekenland…

We hadden een heerlijke hotelkamer met een geweldig uitzicht over het strand en de zee. Naast ons was de kamer leeg, wat een fijne stilte gaf. Want de meeste hotelkamers kunnen gehorig zijn.


Ineens was er vreselijke herrie naast ons. Gebonk, hard gepraat en zelfs geschreeuw. ‘Mmm, dat is minder,’ dacht ik, en irriteerde me een beetje.

Ik ging wat was ophangen aan het rekje buiten en daar stond de buurman te roken. Ik voelde urgentie in me bovenkomen, maar had geen zin. ‘Ik doe het morgen wel hoor’, zei ik tegen de Heer, maar kreeg daar zo’n ongemakkelijk gevoel bij dat ik het toch maar besloot te doen.

De man verstond weinig van mijn ‘Hollands’ Engels accent.
Dus ik pakte Google Translate erbij en begon het evangelie te typen en liet het aan hem lezen. De man pakte de telefoon uit mijn handen en begon te lezen. (Dank dat U waakt over mijn spullen, grinnikte ik zachtjes)

Zijn gezicht klaarde op en nadat ik na drie keer typen, het gebed had uitgeschreven en hij het gebed in het Grieks ging bidden, en was hij zo blij! Van ieder stuk dat ik had geschreven wilde hij foto’s maken. Dus ik schreef het gewoon nog een keer uit. Tijd zat.


Erna begon hij te vertellen wie hij was. Hij was de manager van een bekende Griekse zanger. Vier uur hadden ze gereden om naar deze plaats te komen, omdat de zanger één uur moest optreden in die nacht in een café en ze de dag erna weer weg zouden zijn. Ik begreep nu de urgentie en was blij dat de Heer had aangedrongen, want de volgende morgen toen we wakker werden, waren ze weg.

De man had zijn weg met blijdschap vervolgd en het evangelie nu in zijn eigen taal op zak. Ik had hem ook nog even snel verwezen naar een site waar hij een Griekse Bijbel kon vinden.

‘Dank U Heilige Geest dat U de grote opvolger bent, en dat er mensen die U kennen op zijn pad komen,’ was mijn gebed.

Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. 2 Tim. 4:2

We hebben zo vaak een kans, alleen onze eigen agenda gaat vaak voor. Kom op volk!

Hoe zullen ze het horen als wij het ze niet vertellen?
Wil je meer verhalen lezen? Stuur je adres even naar: Anneliesvanwalsem@gmail.com

Meer zielen, Heer!

Voordat we een lekker dagje gingen varen in Den Haag met Hemelvaartsdag, liep ik een rondje door het dorp.

Ik genoot van elke geur die voorbij kwam en vertelde de Heer hoe dankbaar ik was voor alles wat Hij gemaakt had.

Ik had die ochtend al wat mensen het goede nieuws kunnen vertellen, maar ik ervaarde onvrede in mijn hart. Onvrede over hoe weinig ik nog kon doen in het Koninkrijk van God.

Ik wil dat mijn leven telt voor de eeuwigheid. Dat mensen gered worden.

We moeten allen aan God straks verantwoorden wat we gedaan hebben.

Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. 2 Kor 5:10

‘Meer zielen, Heer, meer zielen.’ bad ik.

Even later kwam ik een vrouw tegen met een pitbull. En ik begon met haar het evangelie te delen. Ze begon te lachen en zei… ‘Ik heb het hele jaar echt in zonden geleefd en ben net twee weken mijn leven aan het omgooien, het moet echt anders, en nu kom jij met dat verhaal. Ik weet dat ik hulp nodig heb en wil echt Jezus in mijn leven.’

Halleluja.

Toen een andere man. Hij zat nog in zijn auto toen ik aankwam lopen.

‘Heer, als hij meteen uitstapt, spreek ik hem aan.’ Bad ik.

Hij stapte meteen uit…

‘Meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een geweldig plan heeft voor uw leven?’

‘NOOIT’, joelde hij vrolijk. ‘Ondanks dat ik al mijn hele leven naar de kerk ga.

‘En zou u zeker weten dat u naar de hemel gaat?’ Ging ik verder. ‘Ik denk het wel hoor, want mijn vader wacht daar op mij.’

‘Maar wat bijzonder dat u mij dit nu vertelt, want mevrouw, gisteravond kon ik niet slapen, ik was zo onrustig. En weet u wat ik deed? Ik heb de bijbel naast mijn hoofd gelegd en viel toen in slaap. Bijzonder hé.. En dan nu deze boodschap, geweldig!’

Weet u meneer, de Bijbel zegt we hebben allen gezondigd en missen de nabijheid van God… Dat erkende hij. Hij had gezondigd en een Redder nodig.

Hierna nodigde hij de Heere Jezus uit in zijn hart.

Nooit meer dezelfde…

Hij was zo blij! ‘Mevrouw, ik ken u niet, maar geef u gewoon een knuffel,’ en hij hing vervolgens om mijn nek.

Hij had de liefde van de Heer ervaren en uitte dat.

God is zo goed.

Handelingen 20:24 

Maar ik maak mij nergens zorgen over, en ook acht ik mijn leven niet kostbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, evenals de bediening die ik van de Heere Jezus ontvangen heb om te getuigen van het Evangelie van Gods genade.

We zijn met niets deze wereld in gekomen, en we zullen er met niets uit gaan.

Alleen zielen (andere mensen) kunnen we meenemen.

Amen…

Wil jij een boekje ontvangen met meer verhalen?

Stuur me dan een berichtje met je adres.

AnneliesvanWalsem@gmail.com

Als je terugloopt, zal hij ook bij de ingang zijn…

‘Ochtendstond heeft goud in de mond,’ zei mijn vader altijd.
Je hebt nog een hele dag wanneer je vroeg opstaat.
Heerlijk, die frisse geuren in de ochtend en nu de vogels die het al uitjubelen voor hun Maker.

Een mooi rondje had ik al gemaakt toen ik een man zag lopen in een openbaar gebouw. Daar kwam het idee in me op dat ik hem binnenkort moest spreken, omdat God hem op het oog had.
Ik glimlachte bij de gedachte, want het zou vast weer een verrassing zijn hoe dat tot stand zou komen.

Psalmen 143:8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend die ik te gaan heb, want tot U hef ik mijn ziel op.

Een paar weken later was het zover, ik ervaarde een zachte aandrang om richting het gebouw te lopen, waar ik de man zag stofzuigen en liep er naartoe, maar toen ik er vlakbij was, liep de man verder naar binnen en ik mompelde tegen de Heer, ‘Heer, ik ga niet dat gebouw in naar een man alleen, dat lijkt me niet verstandig.’ En ik begon mijn weg naar huis te vervolgen. ‘De Heer sprak tot mijn hart: ‘Wanneer je nu terugloopt, zal de man tegelijk met jou bij de ingang zijn.’

Gewoon gehoorzamen dan maar… Ik wil het niet missen, en mis het nog veel te vaak naar mijn zin. Laatst had ik niet gehoorzaamd.

De Heer sprak tot mijn hart: ‘Raap dat bekertje maar op en gooi het weg in de prullenbak.’ Ik reageerde als een opstandig kind en antwoordde Hem: ‘Heer, dat heb ik er toch niet neergegooid?’ En liep door. Meteen had ik spijt en liep terug. Op het moment dat ik me omdraaide en terugliep, wist ik waarom de Heer dit had gezegd. Het had me namelijk net een kleine vertraging gegeven, waardoor ik met iemand mee had kunnen lopen.
Het was nu totaal niet logisch meer geweest als ik ineens toch weer had omgedraaid. ‘Sorry Heer’, beleed ik. ‘Ik wil echt beter naar U luisteren.’

Dus nu sprak de Heer zo duidelijk en ik liep naar de ingang van het gebouw.
Op het moment dat ik eraan kwam, was de man er ook, precies zoals me was gezegd. Halleluja!!

De man keek me verrast aan toen ik hem begon te vertellen over een liefdevolle God die zoveel van hem houdt dat Hij zelfs Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven voor zondaren. Dat als hij in Hem zou geloven, niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben.
Helemaal blij werd hij.
Nadat we een poosje hierover gesproken hadden, gaf hij zijn hart aan de Heer. ‘Zo,’ zei hij ‘Ik voel me helemaal anders, helemaal blij. Dit had ik echt nodig, dank u wel.’

Glorie aan God!
HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!
U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel.

Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
Psalm 8