Ik zing elke week in de mis.

Vijf weken achter elkaar was ik achter elkaar door gegaan, zonder rustmoment. Altijd weer een goede reden om niet te gaan zitten en door te rennen. Ik stond al langer onder grotere druk en merkte dat ik moe was. Die zaterdag was ik vrij en keek er echt naar uit. Heerlijk even niet op de klok hoeven kijken.

‘Zullen we samen straks even een eind gaan lopen? Langs het water of in het bos?’ vroeg ik aan mijn man. ‘Even kijken of het lukt, want er kan deze middag een pakket worden bezorgd waar ik thuis voor moet zijn,’ was zijn antwoord.

Even later konden we toch gaan. We stapten de auto in en het begon te regenen. ‘Ik wil echt graag wandelen, maar niet in deze regen hoor,’ waarschuwde ik hem. We kwamen aan, ergens bij de Waal, parkeerden de auto en het werd droog. De zon begon te schijnen en we wandelden, genietend van de prachtige omgeving.

We kletsten bij. Fijn en nodig. Toen kwam er een camper aanrijden. Een man van rond de 80 achter het stuur.

‘Ah, even naartoe hoor,’ zei ik, en ik tikte op zijn raam.

‘Meneer, heeft iemand weleens verteld dat God van u houdt en een geweldig plan voor uw leven heeft?’ begon ik. Na een poosje praten, vertelde hij dat hij zo alleen was omdat zijn vrouw overleden was. Hij nam de Heere Jezus aan. Hij was blij. Elke dag reed hij een uurtje naar deze plek en staarde hij over het water. Zijn leven, hoe lang of kort het ook nog zou zijn, was niet meer hetzelfde.

We liepen verder. Mijn hele lichaam stond onder stroom. Tranen sprongen in mijn ogen. Hier leef ik voor. Er zijn zoveel dingen die mooi zijn om te doen in het leven, maar hier leef ik voor. Voor die ene persoon die gaat stralen nadat hij het allerbeste evangelie heeft gehoord. Toen kwam de volgende oude man. De man wankelde wat. Hij liep zonder stok, maar wankelde wel. Zal ik hem wel aanspreken? ging er door mijn gedachten heen. Straks valt hij. Dan hou ik hem wel vast, grinnikte ik in mezelf. ‘Meneer,’ begon ik weer, ‘Heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een geweldig plan voor uw leven heeft?’

‘Ja hoor, ik zing elke zondag in de mis.’ ‘Weet u zeker waar u heengaat als u sterft?’ vroeg ik verder. Dat wist hij niet en hij nodigde Jezus uit in zijn hart. Hij lachte zijn gele, oude tanden bloot en zei: ‘Dit was mooi zeg!’

Halleluja!

Twee oude mannen op een middag. Regelmatig kunnen ze wat star reageren, maar deze mannen niet. Hun hart was open.


Prediker 12:1 (HSV)
Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan u zult zeggen: Ik vind er geen vreugde in.

Bespreking

Piet en ik hadden een bespreking over de zaak.
Hoe gaan we verder? Hoe willen we onze tijd benutten?

Wat wil God van ons?

Veel van dit soort dingen bespreken we door de dag heen, maar soms moet je daar even tijd voor maken.

Een paar maanden geleden deden we dat en vertrokken we naar een stadje.
We vonden een leuk restaurantje met glas-in-loodramen en markiezen.
We dronken een hoop kopjes koffie en thee en besloten de lunch er ook maar achteraan te doen.

Toen het moment van afrekenen kwam, was er niemand meer in het restaurant.
Ik wist:
Dit is een kans.
De lieve serveerster heette Cloe en wist waarom we nog alleen waren in het restaurant. Blij nam ze Jezus aan.

Toen we buiten kwamen, stonden er drie jongens voor de parkeergarage.
Ze begonnen lacherig te antwoorden.
Lachen is ook een emotie.

Na een tijdje werd het gesprek serieuzer, en twee van de drie namen ook Jezus aan.
God is goed.

De Bijbel zegt: Predik gelegen of ongelegen.
Wij vinden het meestal ongelegen.

Hoe mooi is het dan dat dit er staat:
Is het gelegen? Doe het.
Ongelegen? Ook.

2 Timotheüs 4:2 (HSV):
Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.

Predik jij het Woord al?

Vijf minuten geleden…

Samen met onze jongste zoon had ik een nachtje geslapen in een hotel.

Samen liepen we een rondje in de vroege ochtend, voordat we naar de kerk gingen om ons aan te sluiten bij de grote groep die de straat op zou gaan.

We begonnen gewoon alvast met het werk: het werk van een evangelist.

2 Timotheüs 4:5
Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.

De eerste persoon die we tegenkwamen, was een man. Hij praatte wat overdreven en maakte uitbundige bewegingen met zijn handen, alsof hij geen man was. Hij vertelde dat hij spiritueel op zoek was.

We vertelden hem over het offer van Jezus Christus, en hoe Hij zichzelf had overgegeven voor onze zonden en schuld. We vroegen hem of hij samen met ons Jezus in zijn leven wilde uitnodigen.

Dat wilde hij en hij bad mij na.

Ineens sprak en gedroeg hij zich als een gewone man.

Heel bijzonder.

Daarna ontmoetten we een meisje. Een donker meisje met lange vlechtjes. Heel veel vlechtjes. Ze kwam uit Duitsland en zat op een trap voor het metrostation.

Verdriet was zichtbaar in haar ogen.

Ook haar vertelden we het evangelie.

Heeft iemand je weleens verteld dat God van je houdt en een geweldig plan voor je leven heeft?

Johannes 3:16
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Ze keek me verlegen aan… ‘Een goed plan?’

Want Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.Jeremia 29:11-13

Ze begon te huilen.

‘Mijn moeder heeft me er vaak over verteld, en ik liet het gewoon,’ ging ze verder. Ze hield de joint die ze rookte iets verder weg.

‘Ik ben nu wel op zoek. Vijf minuten geleden dacht ik nog aan God. En nu staat u hier met deze boodschap.’

De leegte in haar ogen veranderde naar hoop.

Hoop voor een hoopvolle toekomst.

Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden.Mattheüs 7:7-8

Bid voor mij alstublieft!

Voordat we met zijn allen gingen luisteren naar de teaching voordat we de straat op gingen, sprak ik nog wat mensen aan.

Een jonge knul liep lachend weg toen ik het evangelie begon te delen. Hij zei dat hij het wel zou zien als hij dood was; voor nu wilde hij gewoon genieten van het leven.

Deze Franse vrouwen stapten net een koffieshop binnen, en ik riep ze er weer uit.
“Oh, dames, wacht even!
Ik heb een geweldige boodschap voor jullie.” Nieuwsgierig kwamen ze terug en luisterden naar het evangelie.
De ene mevrouw pakte mijn hand vast toen we gingen bidden, en de andere deed het na. Blij ontvingen ze de woorden van God en baden mee.


We komen altijd weer bij elkaar als groep op een bepaalde plek om te vieren wat God die dag op straat heeft gedaan.

Op een dag kwam er een vrouw naar de groep en zei: “Ik ben zo depressief en heb overal pijn. Alstublieft, help mij!”

Eerst leiden we haar naar Jezus.
Erna begonnen mijn man en ik voor haar te bidden, en ik legde mijn hand op haar buik. Haar hele buik begon te golven, en ze begon enorm te huilen.

Ineens werd ze rustig en zei: “Alles is weg. Ik had iets zwaarmoedigs in mij zitten, wat me continu naar beneden drukte, maar het is weg. Ook de pijn in mijn lichaam is weg.”

Halleluja!

“Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.” — Lukas 19:10 HSV

Gelegen of ongelegen.

Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. 2 Timotheüs 4:2

Overal waar we komen, kunnen we het evangelie prediken.

Het maakt niet uit waar we komen.

De meeste mensen hebben weinig tijd. Zijn druk met werk, of gewoon met kerk, maar vergeten het echte werk.

De zielen die gered moeten worden.

Ik ontmoet dagelijks mensen, en als het niet vanzelf zo is, dan zoek ik ze op.

‘Ga naar buiten.’ Zei Jezus.

En de Heer zei tegen de dienaar: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt. Lukas 14:23

We waren onlangs naar de stad omdat mijn man zijn trouwring iets kleiner moest laten maken. De juwelier waar hij naartoe ging, staat goed bekend en het duurt een poosje voordat je aan de beurt bent, dus ik besloot buiten te blijven. Om nou met zijn tweeën daar een tijd door te brengen, zag ik niet zo zitten.

Verschillende mensen sprak ik aan met de welbekende vraag… ‘Heeft iemand je weleens verteld dat God van je houdt…’

Veel mensen wilden er niets van weten. Dan wens ik hen een fijne dag. Als iemand meteen “nee” zegt, reageer ik vaak: “Wacht, ik vertel u nog even kort waar u nee tegen zegt.” Op die manier horen ze toch het evangelie, en sommigen besluiten dan ineens van mening te veranderen.

Op een gegeven moment zag ik een mevrouw van rond de 80 op een muurtje zitten. Ik vroeg of ik even naast haar mocht komen zitten.

Dat vond ze goed, en ik begon een algemeen praatje.

Soms begin ik rustig, vooral als ik het gevoel heb dat iemand echt wat aandacht nodig heeft. Na een tijdje deelde ik het evangelie met haar.

Ik noemde de tekst uit Romeinen: “Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.” – Romeinen 6:23

“Nou!” zei ze verbaasd. “Deze tekst staat op mijn boekenlegger, maar ik lees hem nooit. Precies vandaag koos ik ervoor om hem te lezen, en nu vertel jij me precies hetzelfde!” Ze was geraakt en besloot dat ze Jezus wilde volgen.

Halleluja!

Ze vertelde me dat ze maar heel af en toe de deur uitging.

En precies op deze dag dat ze die tekst had gelezen, stuurde de Heer een vrouw uit een heel ander dorp naar haar toe om haar het allerbeste nieuws te brengen: dat God Zijn Zoon had gestuurd, die voor haar en mijn zonden was gestorven aan het kruis.

Wat een liefde!

Ze zei “ja” tegen Jezus. Ze zei “ja” tegen de Redder.

Predik het… gelegen of ongelegen…