Ze hadden ons verteld, dat iedereen aardig was.

Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt. Johannes 13:35

Bij een grote locatie in Nederland mochten we een kerkdienst houden.

Al eerder waren we er geweest als kerk.

Alles werd meegenomen voor die dag om de boel gesmeerd te laten lopen. Banners, spullen voor de kinderkerk, boekjes, bijbels, stoeltjes, noem maar op. Een hele volksverhuizing waar een hoop handen voor nodig zijn.

Die dag moesten mijn man en zoon een uur eerder aanwezig zijn om mee te dienen in hun team, dan ik.

Ik besloot ze even te helpen.

Toen we klaar waren, sprak ik twee meiden aan die in dienst waren van de betreffende locatie. Ik vroeg ze de wel bekende vraag: ‘Heeft iemand jullie verteld dat God van je houdt en een enorm goed plan voor je leven heeft?’

Ze hadden het weleens gehoord en de één dacht wel dat ze naar de hemel zou gaan als ze zou sterven omdat ze altijd vriendelijk was tegen alle mensen. De ander wist het niet. Ik vertelde dat de bijbel zegt, dat we allemaal gezondigd hebben en daardoor God nabijheid missen.. en de rest van het evangelie.

Na een poosje namen ze Jezus aan in hun leven.

Ze vertelden me dat ze enorm zin hadden om te werken die dag. De keer ervoor dat we geweest waren als kerk, hadden andere collega’s gewerkt en die hadden het zo geweldig gevonden om die dag te werken, dat ze dat enthousiast hadden verteld tegen alle andere collega’s en deze meiden hierdoor nieuwsgierig waren geworden.

‘Ja,’ zei de ene, ‘ze hadden tegen ons gezegd dat iedereen blij was, iedereen aardig tegen elkaar, er was eenheid en iedereen was behulpzaam, dat wilden wij ook meemaken, dus ik ben zo blij dat we vandaag mogen werken om dit ook eens te zien!’

Wauw! De bijbel zegt: ‘Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij.’ Filippenzen 4:5 HSV

Of, er staat in een andere vertaling; ‘Laat alle mensen zien dat jullie vriendelijk zijn. De Heer is dicht bij jullie.’

Dit hadden ze gezien. De eenheid hadden ze gezien. Ik geloof dat dit een zaad was voor de dames om de liefde van Jezus in hun hart te ontvangen.

Ik geloof meer dan ooit, dat iedereen verlangt naar eenheid.

Naar echtheid, naar liefde.

En toch zijn er meer mensen depressief. Er word meer dan ooit opgeroepen dat je mag zijn wie je bent en dat iedereen erbij hoort.

Dit word gedaan door een soort wetteloosheid te creëren. Alles mag en alles kan en iedereen mag ‘iets’ zijn of voelen.

De bijbel zegt dat aan het einde van de tijd. De wetteloosheid zal toenemen. De wereld zegt dan.. ‘wauw, nu komt het goed. Nu gaat iedereen liefhebben.’ Maar de bijbel verteld het tegenovergestelde..

En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.

Mattheüs 24:12

Wij hebben de oplossing. Jezus Christus! Hij kwam om te zoeken en te redden naar wat verloren is.

Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. Romeinen 13:8 HSV

Wanneer de Heer de route aangeeft..

Soms kan ik zo stug een route volgen die ik zelf had bedacht.

Iedere dag wanneer ik een wandeling maak en ondertussen met de Heer kan praten, bepaal ik meestal zelf mijn route en vraag niet eens wat de Heer wil. Deze dag was anders en ik vroeg echt de Heer om mijn route aan te wijzen.

Ik sloeg rechtsaf en toen links. Toen een doodlopend weggetje, wat ik zelf niet zou kiezen. Daar was een meneer, die net zijn peukie buiten ging roken.

‘Goedemorgen meneer, even een peukie buiten?’ begon ik een gesprekje.. ‘Ja, binnen mag niet.’ Lachte hij.

‘Heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een plan heeft voor uw leven?’

Meteen vertrok zijn gezicht en hij kreeg tranen in zijn ogen. ‘ Ik geloof dat niet mevrouw. Jaren terug had ik het erg moeilijk. Ik zat zo enorm diep in de put, en ik heb het naar God uitgeroepen, maar Hij deed niks. Helemaal niks! Maar de dokter wel. De dokter kwam drie keer per dag bij mij om me te helpen.

‘Dat was geweldig. Dankzij hem ben ik toen er weer bovenop gekomen. Mooi he!’ Zijn gezicht klaarde op.

Ik begon hem een verhaal te vertellen dat in me boven kwam…

Er was een man.

De man was aan het varen, en er was een lek in zijn boot. Er gutste water in. Met alle macht probeerde hij het buiten te houden. Hij begon het uit te roepen naar God. ‘God!! Help me!!’

Er kwam een andere boot aanvaren. De bemanning vroeg of ze hem konden helpen.

Maar de man weigerde. Hij zei: ‘Nee, God gaat mij redden!’

Hij tobde lekker verder en er kwam een volgende boot met opnieuw het aanbod om te helpen.

Tot drie keer toe weigerde hij. Toen verdronk hij en vroeg aan God, ‘Waarom heeft U mij niet geholpen toen ik het vroeg?’ De Heer antwoorde: ‘Drie keer zond ik een boot om jou te helpen, maar je weigerde het.’

De ogen van meneer begonnen te glimmen van tranen.

‘Zou de dokter die u toen geholpen heeft, misschien door God zijn gezonden meneer?’ Vroeg ik. Hij lachte en erkende dat dit wel zou kunnen.

Ineens veranderde zijn beeld op God. God was vanaf die dag niet meer de ‘dove’ God die niet antwoordde. Maar God werd de God die zorgde voor mensen en ook voor deze meneer. Een God die hoorde.

Toen gaf hij zijn leven over aan die God. Die niet alleen Zijn eniggeboren Zoon gezonden had, als redding, maar ook de dokter zond, op het moment dat meneer het zo hard nodig had.


Halleluja!

Ik heb de Heere lief, want de Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij. Daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. Psalm 116:1-2

Wanneer we bereid zijn de routes te bewandelen die God heeft bedacht, worden ze zoveel leuker. God van ver, kwam ineens heel dichtbij.

Het gevolg van een lekke band..

We hadden al vroeg een afspraak ergens in het land. Er moesten serieuze zaken worden afgehandeld.

We vertrokken al vroeg naar de plaats van bestemming, maar met nog tien minuten te gaan, moest ik nodig naar toilet. Aangezien ik het niet zag zitten om meteen te vragen of ik naar het beroemde hokje mocht bij binnenkomst, besloten we er even voor naar het benzinestation te rijden.
Op de afrit lag een ‘ding’ waar we per ongeluk overheen reden, en poef de band liep leeg.
Het frustreerde me even enorm. We hadden al het idee dat er van alles bezig was om ons te beroven, maar dit was de druppel. ‘Nee, he! Hebben we een afspraak en gebeurd er dit.’

Ik voelde een boosheid in me op komen.
Er is er één op uit om te roven en te stelen en te vernietigen.
‘De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.’
Johannes 10:10

En dat is in ieder geval niet God, dus zeiden we… als hij rooft van ons, gaan we dit terug doen.
En we begonnen mensen te vertellen over die God, die leven geeft en leven in overvloed.

De Vreugde in de Heer is onze kracht.

De eerste waren twee mannen die ook door het ‘ding’ een lekke band hadden. Eén van de twee had er niets mee, zei hij, en de ander gaf zijn hart over aan Jezus. Toen kwam de Wegenwacht. De man bleek helemaal open te staan voor het evangelie, maar kreeg vooral zonden te horen in zijn kerk. De dominee had een dag ervoor nog verteld hoe de zonden maar opstapelden. Stel dat je er 20 per dag deed, en iedere dag kwamen erbij, dan werd het steeds erger. Hij had er helaas niet bij verteld hoe hij ervan bevrijd kon worden, dus de last werd alleen maar zwaarder. En mijn man kon hem leiden, naar Degene die zei: ‘want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ Mattheüs 11:30 HSV

Onder het gesprek die de mannen voerden, gingen twee andere mannen naar ons staan kijken en luisteren. Ik liep naar ze toe en vertelde dat God van ze hield en een plan heeft met een leven. Na een poosje nodigden ook zij Jezus uit in hun hart.
Ik liep naar binnen om een bakkie koffie te halen, en toen ik terugkwam, was ook de Wegenwacht weer weg. Helaas zonder een nieuwe band op de auto te hebben gelegd, en het wachten was op de autoambulance. Deze zou de auto meenemen, zodat we een nieuwe band konden krijgen en een leenauto.
Ondertussen stond mijn man de volgende het goede nieuws te vertellen, en ook deze man was blij het te horen, hij erkende een zondaar te zijn en geloofde dat Jezus ook voor hem was gestorven, en hij hierdoor nieuw leven kon ontvangen die dag. En als laatste gaf de man van de autoambulance zijn leven aan Jezus. De 6e man!

Wat een dag. Wat de duivel ten kwade dacht, draaide God weer ten goede. Zoals Hij het altijd deed en doet voor degene die Hem liefhebben.

En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Romeinen 8:28

Verlegen liep hij het pad op…

Het is zo makkelijk te oordelen of nog erger te veroordelen. Wanneer iemand iets ‘ergers’ gedaan heeft, dan we in onze ogen zelf gedaan zouden hebben, kunnen we de neiging hebben onszelf wat beter te voelen dan de ander. Degene die de ‘daad’ heeft gedaan weet dat, en kampt vaak met schaamte. Zonde brengt schaamte. Het liefst zouden we willen verbergen.

Adam en Eva deden dit al. Ze hadden gezondigd, en begonnen zich te verbergen. Maar God zocht ze op.

De HERE God riep: ‘Adam, waar ben je?’ Adam antwoordde: ‘Ik hoorde U en toen werd ik bang omdat ik naakt ben. Daarom verstopte ik me.’ Genesis 3:9-10

Er kwam een man ons pad oplopen met een pallet. Ik herkende hem van jaren terug.

‘Huh,’ hij hier? Hoe is het mogelijk?’ Dacht ik.

Hij keek me verlegen en met schaamte aan. Er waren zoveel dingen gebeurd, waar over was gepraat. Hij had gestolen van mensen. Was vreemd gegaan, was gescheiden, enzovoort. Verbazing moet op mijn gezicht te zien zijn geweest. Hoe was het mogelijk. Ik had de man jaren niet gezien. Hij woonde allang in een hele andere plaats. Hij was minstens zo verbaasd als ik. ‘ Wat doe jij nou hier?’ Begon ik.

Ineens besefte ik wat er gebeurde. De Heer, wilde dat ik hem het evangelie zou vertellen. Ik begon te vertellen;

‘ Weet jij al dat God van je houdt en een geweldig plan met je leven heeft?’ vroeg ik.

Nog nooit had hij zoiets gehoord. ‘Je hebt zeker wel gehoord wat er allemaal gebeurd is?’

‘Tja, dat had ik gehoord, maar weet je? Ik veroordeel je niet. Jezus zou je ook niet veroordelen. Hij kwam niet om te oordelen, maar Hij kwam om te redden. De Bijbel zegt dat we allemaal gezondigd hebben, en daarom de heerlijkheid van God missen. ‘

En als iemand Mijn woorden hoort en niet gelooft, veroordeel Ik hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld zalig te maken. Johannes 12:47 HSV

Zo liefdevol is Jezus!

Hij begon een gebed met mij mee te bidden en zijn gezicht begon te stralen. Het was of er een last van zijn schouders afviel. Een last waar hij al jaren mee rondliep. ‘Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt!’ zei hij.

Zijn leven kreeg vanaf die dag een andere wending. Hij was vrij gesproken, zoals Jezus een vrouw ooit vrij sprak. De mensen wilden haar veroordelen nadat ze had gezondigd. Maar Jezus sprak haar vrij.

En toen zij Hem dit bleven vragen, richtte Hij Zich op en zei tegen hen: Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen. Johannes 8:7 HSV

Mevrouw, kijk eens wat onder mijn muts staat.

Op een Zaterdag mocht ik iemand trainen om te leren mensen het evangelie te vertellen. Op een bankje zaten drie mannen. Eén van hen lachte de hele tijd een beetje spottend. ‘Ik geloof niet dat God liefde is,’ zei hij. ‘Ik heb geen dak boven mijn hoofd en geen werk. Is dat dan God?’

‘Ach, meneer, ik kan begrijpen dat dit moeilijk voor u is, en ik wil graag voor u bidden dat u werk zal krijgen. Zullen we dat doen?’ Dat vond hij goed. Ik bad voor hem, en hij werd wat serieuzer. En bedankte me ervoor. ‘Ik ben benieuwd of dit werkt’ zei hij.

‘Laten we iets afspreken meneer. Wanneer u binnenkort werk heeft, weet u wie daarvoor heeft gezorgd en geeft u God de eer. Zullen we dat afspreken?’ Hij glimlachte en knikte.

Maanden later was ik opnieuw op de straat in Amsterdam. Er waren twee mannen uit Engeland die ik had gesproken, en die allebei Jezus in hun leven uitnodigden. En hun oude leven inruilden voor het leven met God.

Toen ik me omdraaide, zag ik een man op een trappetje zitten met een muts op. ‘Ik ken hem ergens van, maar van wat?.’ dacht ik. Ik vroeg hem of iemand hem weleens verteld had, dat God van hem houdt en een plan heeft met zijn leven. ‘Ja, jij!.’ was zijn antwoord. ‘Oh, ik?’ stamelde ik.

‘Ja, en ik heb nu werk.’ zei hij. Wauw! Hij was het niet vergeten en had nu werk. ‘Dan hebben we een afspraak toch?’ ‘Ja, ik wil dat doen.’ zei hij. Samen dankten we God en hij gaf zijn leven over aan Jezus. Hij keek blij en vertelde me dat hij zoveel last had gekregen van de tatoeages op zijn lichaam. Hij schoof zijn muts wat omhoog en daar stonden twee hoorntjes getatoeëerd. En toen draaide hij zich om, om naar zijn nek te laten kijken. ‘666’ stond daar geschreven.

‘Heeft u misschien nog even wat geld voor eten? Ik leef op dit moment nog op straat en begin volgende maand pas met mijn nieuwe werk.’ vroeg hij. Vijf euro moet er volgens mij nog ergens in mijn tas zitten, bedacht ik. Ik grabbelde een tijdje in mijn tas, maar kon het niet vinden. ‘Ik ga even mijn man zoeken, en als hij het heeft, kom ik terug’ beloofde ik hem.

Ineens liep er een man terug vanuit de menigte, die ik herkende als één van de twee Engelse mannen die de Heer een paar minuten ervoor hadden aangenomen in hun leven. En hij stak mij vijf euro toe. Ik keek hem verbaasd aan, of ik water zag branden. ‘Is dit voor hem?’ En hij knikte.

Wauw! Hoe goed is God. De man had werk gekregen. Gaf zijn leven aan Jezus. Vroeg wat geld en dat kreeg hij van een andere man die net zijn leven had gegeven aan de Heer.

God maakte harten zacht.

Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. 1 Johannes 4:7-8