U bent hier speciaal voor ons

Die middag hadden we met het team afgesproken bij een restaurant in de bossen. De rit ernaartoe was al geweldig.

Lekker kletsen met de Heer, een preek aan of worshippen – What He’s Done!! schalde heerlijk door de auto. Wanneer ik besef wat Jezus voor mij heeft gedaan, stroomt mijn hart over van dankbaarheid. Hij betaalde de prijs die ik niet kon betalen. Daarom wil ik niets liever dan voor Hem leven en gaan in gehoorzaamheid aan de grote opdracht:
“Ga uit in de wereld en predik het evangelie aan alle schepselen.”

Toen ik aankwam, was er verder nog niemand van het team. Maar ik ben meestal de eerste, dus dat is vrij normaal. Ik wandelde langs de bomen; het bos rook heerlijk! Die extra tijd kon ik meteen gebruiken om nog even wat mensen aan te spreken met het goede nieuws dat God van ze houdt. Veel mensen kwamen terug van een wandeling door het bos en stapten in hun auto. Ik stak even mijn hand op, en ze stopten om hun raampje open te doen en te luisteren naar wat ik te zeggen had. Al een keer of vijf had ik dit gedaan toen het eerste teamlid aankwam, en ik ermee stopte.

Een ouder echtpaar parkeerde naast mij, en ik kon het niet laten om ook hen nog even het allerbeste nieuws te vertellen. De man vertelde dat hij het geloof lang geleden had losgelaten en daar vrede mee had. De vrouw stond er meer voor open. Een zaadje… Een langer gesprek volgde.

Toen ons team bijna compleet was en graag naar binnen wilde gaan omdat ze het koud hadden, bleef ik wachten op de rest. Twee mannen liepen naar hun auto. Ik stelde de bekende vragen en legde het evangelie uit. Ze stonden er volledig voor open. Allerlei vragen werden gesteld, en weloverwogen besloten ze Jezus als Heer van hun leven aan te nemen.

“Wauw mevrouw, u stond hier echt speciaal voor ons,” zei een van de mannen blij. Blij namen ze ook de Bijbel aan die ik hen gaf.

“Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is.”
– Efeze 5:15-17 (HSV)

Ik wil je echt oproepen om je te laten trainen, zodat je elke gelegenheid kunt gebruiken om het allerbeste nieuws te vertellen.
Mensen zitten er letterlijk op te wachten. Soms weten ze niet eens waar ze op wachten… totdat ze thuiskomen.
God wil dat niemand verloren gaat.

Een dagje uit met de Heer

Samen met de Heer op pad is prachtig. Hij is altijd met ons, maar wanneer ik alleen op pad ben, ben ik me daar vaak meer bewust van.

Deze dag was ik in Florida en ik had een dagje vrij. Mijn man had me aangeraden om een dagje naar Clearwater Beach te gaan en daar ook dolfijnen in het wild te gaan spotten.

Met de Uber ging ik op pad. Alfredo was mijn chauffeur. “Alfredo van de pastasaus,” zei hij.

Ik begon hem het evangelie te vertellen. “Ik heb eerst een vraag,” zei hij.

“Als toch iedereen naar de hemel gaat, bestaat er dan geen hel?”

Ik was even heel verbaasd over deze vraag. Heb al een hoop vragen gehad, maar deze nog niet.

En vertelde hem dus meteen dat die er wel is, en dat mensen daar automatisch op weg naartoe zijn, maar dat God de wereld zo liefhad, dat Hij een reddingsplan had voor de wereld. Dat Hij daarom Zijn Zoon Jezus had gestuurd om te betalen voor de zonden van de hele wereld.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. – Johannes 3:16

Dat deze redding aan iedereen wordt aangeboden, maar dat niet iedereen het aanneemt. “Nou, ik zou dat wel willen aannemen,” zei de man. Samen deden we een gebed, waarop de man ontzettend blij was.
Geweldig als je een uur de tijd hebt en elke vraag kan beantwoorden.

Na een geweldig relaxed dagje liep ik terug naar de plaats waar ik die ochtend was afgezet door de Uber.
Onderweg sprak ik Victor aan. Een open jongen, die relaxt luisterde. Op mijn vraag of hij naar de hemel ging, zei hij: “Inshallah.”

“Als God het wil” betekent dat. Hij wilde Jezus als zijn Redder aannemen en bad een gebed met mij mee, en ook hij was zichtbaar blij. Toen nog Marco. Wist niets zeker, al las hij de Bijbel af en toe. Wist er wel wat van. Kende God niet persoonlijk. Dus ook tegen hem vertelde ik het evangelie van redding. Hij nam het aan, en ik moedigde hem aan om het Woord te gaan lezen. “Hoe vaak eet jij per dag?” vroeg ik hem. “In ieder geval wel drie keer,” was zijn antwoord. “Stel nou dat je zo vaak het Woord zou lezen als je nu eet, hoe zou dan je leven veranderen?”

“Of, stel dat je zo vaak eet als dat je de Bijbel leest, zou je dan nog leven?” Hij lachte… Hij dacht van niet.
Dus ik legde hem uit hoe hij een relatie kon krijgen met God. Opnieuw blijdschap.

Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. – 2 Timotheüs 4:2 (HSV)
Vertel het gewoon overal waar je komt.

Volgende keer deel 2 van deze dag

Een moslim bij de pomp

Er zijn weinig conferenties die ik bezoek buiten mijn kerk.

Maar naar deze conferentie wilde ik graag toe, en zodra ik de oproep zag, blokkeerde ik meteen mijn agenda. Het was de Soulwinnersconferentie – een bijeenkomst waar de noodzaak van het zielenwinnen centraal stond. Veel mensen vinden “zielenwinnen” een negatief woord. Zelf had ik daar ook mijn bedenkingen bij…

Totdat ik deze tekst las in Spreuken 11:30: “De vrucht van de rechtvaardige is een boom des levens, en wie zielen vangt, is wijs.” Het staat er dus gewoon.

Ik was die dag al vroeg op pad. De conferentie begon om 9 uur en de zaal zou om half 9 open gaan. Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik graag op tijd ben. Ik moet er zelfs voor waken dat ik niet als eerste binnenkom. Ik vind dat als mensen tijd voor je maken, je ervoor moet zorgen dat je op tijd bent.

Omdat ik hier zo van houd, vertrek ik vaak ruim op tijd. Op de parkeerplaats kan ik altijd nog wat appjes of mails beantwoorden. Onderweg genoot ik in de auto van een moment van worship en sprak ik met de Heer. Bij de laatste pomp besloot ik nog even wat te eten en drinken te kopen.

Zoals ik wel vaker zeg: het evangelie delen kan altijd en overal. Wanneer mensen zeggen dat ze daar geen tijd voor hebben, geloof ik dat niet. Elke dag kom je wel iemand tegen die Jezus nog niet kent. Terwijl ik met mijn vers gescoorde, heerlijk geurende bak koffie terugliep naar de auto, zag ik buiten een man in een hoekje staan.

“Meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een geweldig plan voor uw leven heeft?” begon ik het gesprek. Hij reageerde in het Engels dat hij mij niet verstond. Dus begon ik opnieuw: “Has anyone ever told you that God loves you?”

Hij knikte; hij had dat weleens gehoord, want hij was moslim. Ik vertelde hem wie Jezus was en bad een zegen over hem uit. Hij begon te lachen. Even later bad hij met mij mee:

“Lieve Heere Jezus, kom in mijn hart, vergeef mijn zonden, was en reinig mij en maak mij vrij…” Hij straalde erna en bedankte me hartelijk voor de moeite die ik had genomen om dit met hem te delen.

Blij stapte ik mijn auto weer in. Laat de conferentie nu maar beginnen!

“Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.” — 2 Timoteüs 4:2

We zijn al aangesproken…

Wat een week hadden we gehad. Een week vol voor het evangelie.
Een week waarin we niet anders konden dan aanbidden…

‘Heer, U deed het opnieuw! U overtuigde de mensen.
Je kunt je dit alleen voorstellen als je het zelf hebt meegemaakt. Nog even hadden we de tijd die dag, toen ik dit stel tegenkwam.
Een lief en puur stel, dat veel te koud gekleed was.

Daarvoor had ik een andere christen gesproken.
Een man uit Amerika. Enthousiast hield hij me staande. ‘Ik zag dat jullie mensen over Jezus vertellen, geweldig! En zijn jullie Geestvervuld? Breng je ze naar een kerk…? En nog verder wilde hij gaan. ‘Goed bedoeld, waarschijnlijk, maar niet beseffend dat we aan het werk zijn met een missie. Een missie om mensen te redden.

Ik voelde een lichte irritatie in me opkomen toen ik het uitlegde en hij me aan het woord wilde houden. Er is urgentie in mijn hart voor het verlorene. Mijn tijd was al bijna voorbij, dus ik had geen tijd meer te verliezen.

Vriendelijk, maar beslist, stond ik hem te woord.
‘Meneer, ik ben blij dat u een kind van God bent en dat u daar zo blij van bent, maar weet u, meneer, al deze mensen weten het nog niet en hebben ook dat goede nieuws nodig. Als wij hier blijven praten, dan gaat het ook niet gebeuren. ‘Hij keek teleurgesteld, maar begreep het en liet me eindelijk gaan.

Een mooi beeld van hoe we vaak als kerkmensen kunnen zijn: op elkaar gericht. Kijken naar wat we doen en daar met elkaar over verwonderen. Terwijl we geroepen worden om naar buiten te gaan en naar buiten gericht te zijn.

En Hij zei tegen hen: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.” — Markus 16:15

Ik ging gauw verder en kwam dit lieve stelletje tegen.
‘Heeft iemand jullie weleens verteld dat God van je houdt? ‘Ze knikten beide. ‘We hebben gisteren hier vlakbij iemand ontmoet die ons dat allemaal heeft verteld.’
Geweldig! En hebben jullie een keuze kunnen maken? vroeg ik verder…Dat hadden ze niet gedaan.
Dus ik vertelde ze opnieuw het evangelie.
Ik was geraakt door hun oprechtheid.

Ze werden zo blij. Dit is wel wat we willen!
Een jong stel. Samen op zoek naar de zin van het leven.
Ze hadden het al eerder besproken.
Samen hebben we gebeden. Ik legde ze uit hoe je een relatie met God kunt hebben. Dat God geen religie is, maar een God van nabijheid. Zo dichtbij dat de Heilige Geest in je komt wonen als je Hem aanneemt.

Jezus antwoordde en zei tegen hem: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” — Johannes 14:23

Halleluja!

Vijf minuten geleden…

Samen met onze jongste zoon had ik een nachtje geslapen in een hotel.

Samen liepen we een rondje in de vroege ochtend, voordat we naar de kerk gingen om ons aan te sluiten bij de grote groep die de straat op zou gaan.

We begonnen gewoon alvast met het werk: het werk van een evangelist.

2 Timotheüs 4:5
Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.

De eerste persoon die we tegenkwamen, was een man. Hij praatte wat overdreven en maakte uitbundige bewegingen met zijn handen, alsof hij geen man was. Hij vertelde dat hij spiritueel op zoek was.

We vertelden hem over het offer van Jezus Christus, en hoe Hij zichzelf had overgegeven voor onze zonden en schuld. We vroegen hem of hij samen met ons Jezus in zijn leven wilde uitnodigen.

Dat wilde hij en hij bad mij na.

Ineens sprak en gedroeg hij zich als een gewone man.

Heel bijzonder.

Daarna ontmoetten we een meisje. Een donker meisje met lange vlechtjes. Heel veel vlechtjes. Ze kwam uit Duitsland en zat op een trap voor het metrostation.

Verdriet was zichtbaar in haar ogen.

Ook haar vertelden we het evangelie.

Heeft iemand je weleens verteld dat God van je houdt en een geweldig plan voor je leven heeft?

Johannes 3:16
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Ze keek me verlegen aan… ‘Een goed plan?’

Want Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.Jeremia 29:11-13

Ze begon te huilen.

‘Mijn moeder heeft me er vaak over verteld, en ik liet het gewoon,’ ging ze verder. Ze hield de joint die ze rookte iets verder weg.

‘Ik ben nu wel op zoek. Vijf minuten geleden dacht ik nog aan God. En nu staat u hier met deze boodschap.’

De leegte in haar ogen veranderde naar hoop.

Hoop voor een hoopvolle toekomst.

Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden.Mattheüs 7:7-8