Wij waren al een paar dagen aan het vechten…

Er was een business dag van Revive toen ik in de rij stond voor het damestoilet.
Nergens zijn zulke lange rijen als daar.
Het leuke daarvan is dat je altijd wel een kletspraatje met iemand kan aangaan.

Ik hou van business en het evangelie.


Ik geloof dat mensen uit de business een groter bereik hebben dan de gemiddelde persoon. Dus als het evangelie door de business heen gaat stromen.
Door de ondernemer heen gaat stromen.
Hoe snel zal dit land dan bereikt worden?

Achter mij stond Lianne die ik herkende als een ondernemer die, die dag zou gaan spreken.

‘He, jouw getuigenis had ik gelezen, leuk!’ begon ik.
‘Deel je het evangelie al op je werkplek?’ Vroeg ik haar en nodigde haar meteen uit om eens mee te gaan de straat op.

We wisselden nummers uit en op een zaterdag was het zover.
Ze had een wereldreis gemaakt naar Amsterdam, maar was enthousiast om mee te gaan.

Toen we wat mensen tot Jezus hadden geleid en velen zaadjes hadden gezaaid, kwamen we een stel tegen.
Engelssprekende mensen.
Luxe gekleed, licht getint, dikke zonnebril op en goedlachs.

Samen gingen ze het gebed meebidden.
De vrouw begon het uit te jubelen hoe geweldig het was.
Hoe nodig ze dit hadden, omdat ze al een paar dagen aan het vechten waren samen.

Ze vroeg haar partner: ‘Ga je me nu ten huwelijk vragen?’

Zo mooi hoe God werkt. Meteen kwam haar verlangen boven.
‘Ah meneer’, zei ik. ‘Ze wil graag dat u haar ten huwelijk vraagt.’
Hij lachte.

Ik begon hen uit te leggen dat Jezus straks terugkomt voor Zijn bruid en niet voor Zijn vriendin.
Dat het huwelijk hier op aarde daar een beeld van is.
Een beeld van Christus met Zijn bruid. Hoe Hij zichzelf voor die bruid heeft overgegeven.

Dat een drievoudig snoer (een vlecht) niet snel wordt gebroken.
Samen als man en vrouw met God erbij ben je veel sterker.
Bij een vlecht zie je er ook maar twee, maar de derde loopt erdoorheen.
Dat is net als bij God.
We zien alleen man en vrouw, maar God loopt erdoorheen en houdt de boel vast.

En als iemand de één overweldigt, zullen die twee tegen hem standhouden. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken.
Prediker 4:12

Ze vonden het prachtig en gingen erover nadenken.

Ik noemde een naam en dacht dat ik de juiste naam van de man zei.
Hij schrok! ‘Hoe weet je de naam van mijn zoon?’ vroeg hij. ‘Dit is echt bizar,’ ging hij verder.
Ik zei iets ‘verkeerd.’
Maar het bijzondere was, dat het deze mensen extra bemoedigde.

Deze mensen zullen vanaf vandaag nooit meer hetzelfde zijn.

De Griek op het balkon…

Vandaag liep ik te denken aan de aanstaande vakantie. En gingen mijn gedachten terug naar een dag vorig jaar in Griekenland…

We hadden een heerlijke hotelkamer met een geweldig uitzicht over het strand en de zee. Naast ons was de kamer leeg, wat een fijne stilte gaf. Want de meeste hotelkamers kunnen gehorig zijn.


Ineens was er vreselijke herrie naast ons. Gebonk, hard gepraat en zelfs geschreeuw. ‘Mmm, dat is minder,’ dacht ik, en irriteerde me een beetje.

Ik ging wat was ophangen aan het rekje buiten en daar stond de buurman te roken. Ik voelde urgentie in me bovenkomen, maar had geen zin. ‘Ik doe het morgen wel hoor’, zei ik tegen de Heer, maar kreeg daar zo’n ongemakkelijk gevoel bij dat ik het toch maar besloot te doen.

De man verstond weinig van mijn ‘Hollands’ Engels accent.
Dus ik pakte Google Translate erbij en begon het evangelie te typen en liet het aan hem lezen. De man pakte de telefoon uit mijn handen en begon te lezen. (Dank dat U waakt over mijn spullen, grinnikte ik zachtjes)

Zijn gezicht klaarde op en nadat ik na drie keer typen, het gebed had uitgeschreven en hij het gebed in het Grieks ging bidden, en was hij zo blij! Van ieder stuk dat ik had geschreven wilde hij foto’s maken. Dus ik schreef het gewoon nog een keer uit. Tijd zat.


Erna begon hij te vertellen wie hij was. Hij was de manager van een bekende Griekse zanger. Vier uur hadden ze gereden om naar deze plaats te komen, omdat de zanger één uur moest optreden in die nacht in een café en ze de dag erna weer weg zouden zijn. Ik begreep nu de urgentie en was blij dat de Heer had aangedrongen, want de volgende morgen toen we wakker werden, waren ze weg.

De man had zijn weg met blijdschap vervolgd en het evangelie nu in zijn eigen taal op zak. Ik had hem ook nog even snel verwezen naar een site waar hij een Griekse Bijbel kon vinden.

‘Dank U Heilige Geest dat U de grote opvolger bent, en dat er mensen die U kennen op zijn pad komen,’ was mijn gebed.

Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. 2 Tim. 4:2

We hebben zo vaak een kans, alleen onze eigen agenda gaat vaak voor. Kom op volk!

Hoe zullen ze het horen als wij het ze niet vertellen?
Wil je meer verhalen lezen? Stuur je adres even naar: Anneliesvanwalsem@gmail.com

Als je terugloopt, zal hij ook bij de ingang zijn…

‘Ochtendstond heeft goud in de mond,’ zei mijn vader altijd.
Je hebt nog een hele dag wanneer je vroeg opstaat.
Heerlijk, die frisse geuren in de ochtend en nu de vogels die het al uitjubelen voor hun Maker.

Een mooi rondje had ik al gemaakt toen ik een man zag lopen in een openbaar gebouw. Daar kwam het idee in me op dat ik hem binnenkort moest spreken, omdat God hem op het oog had.
Ik glimlachte bij de gedachte, want het zou vast weer een verrassing zijn hoe dat tot stand zou komen.

Psalmen 143:8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend die ik te gaan heb, want tot U hef ik mijn ziel op.

Een paar weken later was het zover, ik ervaarde een zachte aandrang om richting het gebouw te lopen, waar ik de man zag stofzuigen en liep er naartoe, maar toen ik er vlakbij was, liep de man verder naar binnen en ik mompelde tegen de Heer, ‘Heer, ik ga niet dat gebouw in naar een man alleen, dat lijkt me niet verstandig.’ En ik begon mijn weg naar huis te vervolgen. ‘De Heer sprak tot mijn hart: ‘Wanneer je nu terugloopt, zal de man tegelijk met jou bij de ingang zijn.’

Gewoon gehoorzamen dan maar… Ik wil het niet missen, en mis het nog veel te vaak naar mijn zin. Laatst had ik niet gehoorzaamd.

De Heer sprak tot mijn hart: ‘Raap dat bekertje maar op en gooi het weg in de prullenbak.’ Ik reageerde als een opstandig kind en antwoordde Hem: ‘Heer, dat heb ik er toch niet neergegooid?’ En liep door. Meteen had ik spijt en liep terug. Op het moment dat ik me omdraaide en terugliep, wist ik waarom de Heer dit had gezegd. Het had me namelijk net een kleine vertraging gegeven, waardoor ik met iemand mee had kunnen lopen.
Het was nu totaal niet logisch meer geweest als ik ineens toch weer had omgedraaid. ‘Sorry Heer’, beleed ik. ‘Ik wil echt beter naar U luisteren.’

Dus nu sprak de Heer zo duidelijk en ik liep naar de ingang van het gebouw.
Op het moment dat ik eraan kwam, was de man er ook, precies zoals me was gezegd. Halleluja!!

De man keek me verrast aan toen ik hem begon te vertellen over een liefdevolle God die zoveel van hem houdt dat Hij zelfs Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven voor zondaren. Dat als hij in Hem zou geloven, niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben.
Helemaal blij werd hij.
Nadat we een poosje hierover gesproken hadden, gaf hij zijn hart aan de Heer. ‘Zo,’ zei hij ‘Ik voel me helemaal anders, helemaal blij. Dit had ik echt nodig, dank u wel.’

Glorie aan God!
HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!
U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel.

Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
Psalm 8

Dakloos

Dinsdagochtend van mijn eerste week in Amerika. De zon scheen al en ik genoot van het geluid van vogels. Het huisje waar ik verbleef, was vlakbij de kerk. Elke dag maakte ik een rondje richting de benzinepomp omdat deze lekker dichtbij was en ik altijd wel iemand kon vertellen over een God die van ons houdt. Die dag liep ik stevig door en zag in mijn ooghoek dat er rechts van mij twee mensen die er niet al te verzorgd uitzagen op een boomstam gingen zitten.

Ik voelde de drang om naar hen toe te gaan, hoewel ik eigenlijk door wilde lopen. Toen ik bij hen aankwam, stelde ik de beroemde vraag… ‘Goedemorgen, heeft jullie ooit iemand verteld dat er een God is die van jullie houdt?’ Ja, dat hadden ze weleens gehoord. Na een poosje van praten gingen ze het gebed met me mee bidden en begonnen te huilen. ‘Mevrouw, we zijn hier zo blij mee,’ zeiden ze. ‘We waren onderweg naar de kerk waar we straks een maaltijd kunnen krijgen, we zijn namelijk dakloos.’ Ik begon hen meer te vertellen dat God goede plannen voor hen heeft.”

‭Jeremia 29:11 HSV‬
[11] Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.

“Kom gewoon lekker naar de kerk en dan kun je geholpen worden,” ging ik verder. Dat zouden ze doen. “Kan ik nog ergens anders voor bidden?” vroeg ik verder. “Nee hoor, mevrouw. We zijn hier al zo blij mee. We gaan verder.” Ineens hoorde ik een zachte stem: “Geef maar 100 dollar.” Normaal gesproken doe ik dat niet bij mensen die dakloos zijn, omdat ze het vaak aan drugs of andere verdovende middelen uitgeven. Je kunt het op een andere manier oplossen door bijvoorbeeld een maaltijd te regelen. Nu ik de opdracht kreeg, wilde ik gehoorzamen en haalde ik de eerste twintig dollar uit mijn tas. Ik zei dat God een cadeau voor ze had en gaf de twintig dollar vast, omdat ik de rest nog uit het vakje van mijn tas moest peuteren. De vrouw boog voorover en begon erg hard te huilen. “Ik wil het niet aannemen, ik wil het niet,” zei ze huilend.

“Mevrouw, het is niet van mij, het is de liefde van God voor u en Hij wil u bemoedigen!” Ze nam het aan. “Het is zo moeilijk om dakloos te zijn! Het is zo hard om zo te leven,” ging ze verder. “Ik begrijp het,” was mijn antwoord, omdat ik mee wilde leven, maar besefte meteen dat ik het helemaal niet begreep. Ik had één dag meegemaakt dat een vlucht was vertraagd tijdens een vorige reis en dat ik een dag zonder tandenborstel of schone kleding had gezeten, wat al verre van fijn was, terwijl ik gewoon in een hotel had geslapen en een douche had genomen. Maar deze mensen sliepen buiten, hun nagels waren zwart omrand en hun kleding was vies.

Ik begreep er helemaal niets van! “Nee, nee, ik begrijp het niet, ik begrijp helemaal niet wat u doormaakt,” corrigeerde ik mezelf. Opnieuw begon ze te huilen. ‘U bent zo eerlijk,” zei ze. “Maar Jezus begrijpt u wel. Hij weet wat u doormaakt.” Ze vroeg of ze me een knuffel mocht geven. “Absoluut, dat mag,” zei ik en voegde de daad bij het woord. Ik moedigde ze verder aan om naar de kerk te komen en elkaar lief te hebben.

“Heb in ieder geval elkaar lief, je hebt alleen elkaar, wees daar dan zuinig op.” Dat zouden ze doen. Helaas heb ik ze niet gezien op zondag. Mijn ervaring is dat mensen de drempel van de kerk enorm hoog vinden. Wij kunnen ze het beste meenemen, ze als het ware even aan de hand nemen en zeggen: “Kom maar onder mijn hoede.” Als ze dan twee of drie keer zijn geweest, gaat het ze alleen wel lukken.

Houdt U Casy en Brianda vast Vader, bad ik zachtjes.

Mattheüs 25:35 HSV
Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald

Hij schreeuwde, ‘I have a bad spirit’

Nog regelmatig denk ik terug aan die dag in een stad.

Nog niet vaak waren mijn man en ik de straat op geweest voor het evangelie.

Met weinig ervaring, maar een hart voor de zielen waren we op de straat.

Even was mijn man van mij weggelopen toen ik werd opgeschrikt door een man die enorm tekeerging in het engels tegen iedereen. Hij schreeuwde, schold en vloekte, waarna de klodders tuf om je oren vlogen.

Ik ervaarde vrede in mijn hart en ging naast zijn vrouw op het bankje zitten.

Ze zag er zo gebroken uit. En ik vroeg haar of ze wist dat God van haar houdt.

Meteen begon ze te huilen.

Ondertussen zagen we haar man zijn shirt kapot scheuren en zijn schoenen een heel eind weggooien.

‘Heb je het over God?’ schreeuwde hij. ‘God doet niks, ik heb super veel last van een kwade geest, en kom er maar niet vanaf.’ Toen drukte hij de sigaret uit op zijn arm.

De vrouw huilde door en smeekte ‘iets’ te doen. Ik ging verder met het evangelie, en ze nam het aan.

Ze had haar baby moeten afstaan, omdat ze door het gedrag van haar man, hun huis waren verloren en hun werk. En nu dus ook hun kindje. Hartverscheurend.

De man smeekte me. ‘Help me please! I have a bad spirit.’

Man man kwam terug en ik vertelde wat er was gebeurd en dat de man bevrijding nodig had en daarom smeekte.

Dus wij begonnen met hem te praten, maar hij zei dat we niet sterk genoeg waren. Wij moesten met vijf mensen komen, dan waren we sterker dan die geest in hem. Onervaren als we waren, geloofden we het en belde een bevriende broer.

Die begon te lachen en bevrijdde hem, waarna de man hart begon te roepen..

‘ I’m free now, i’m free now!!

Halleluja! De man was vrij.

1 Johannes 4:4 HSV

Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is.

Zijn vrouw had slangen in haar oren. Oorbel slangen. Ik keek ernaar. Normaal zeg ik er niet gauw wat van, nu wel.

‘U heeft slangen in uw oren. Niet van God.’ zei ik. ‘Ik weet het, was haar antwoord, maar heb niks anders.’

We praten nog een poosje door, over God zoeken en Zijn gerechtigheid. En ineens haalde ze haar oorbellen eruit, en gooide ze in het water.

Vrij.

Johannes 8:36 HSV

Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.

Beide waren vrij.

We gaven ze geld, om nieuwe kleding te kopen en nieuwe oorbellen.

Zodat ze echt nieuw konden beginnen.

Jakobus 2:16-17 HSV

en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan?

Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood.