Nog regelmatig denk ik terug aan die dag in een stad.
Nog niet vaak waren mijn man en ik de straat op geweest voor het evangelie.
Met weinig ervaring, maar een hart voor de zielen waren we op de straat.
Even was mijn man van mij weggelopen toen ik werd opgeschrikt door een man die enorm tekeerging in het engels tegen iedereen. Hij schreeuwde, schold en vloekte, waarna de klodders tuf om je oren vlogen.
Ik ervaarde vrede in mijn hart en ging naast zijn vrouw op het bankje zitten.
Ze zag er zo gebroken uit. En ik vroeg haar of ze wist dat God van haar houdt.
Meteen begon ze te huilen.
Ondertussen zagen we haar man zijn shirt kapot scheuren en zijn schoenen een heel eind weggooien.
‘Heb je het over God?’ schreeuwde hij. ‘God doet niks, ik heb super veel last van een kwade geest, en kom er maar niet vanaf.’ Toen drukte hij de sigaret uit op zijn arm.
De vrouw huilde door en smeekte ‘iets’ te doen. Ik ging verder met het evangelie, en ze nam het aan.
Ze had haar baby moeten afstaan, omdat ze door het gedrag van haar man, hun huis waren verloren en hun werk. En nu dus ook hun kindje. Hartverscheurend.
De man smeekte me. ‘Help me please! I have a bad spirit.’
Man man kwam terug en ik vertelde wat er was gebeurd en dat de man bevrijding nodig had en daarom smeekte.
Dus wij begonnen met hem te praten, maar hij zei dat we niet sterk genoeg waren. Wij moesten met vijf mensen komen, dan waren we sterker dan die geest in hem. Onervaren als we waren, geloofden we het en belde een bevriende broer.
Die begon te lachen en bevrijdde hem, waarna de man hart begon te roepen..
‘ I’m free now, i’m free now!!
Halleluja! De man was vrij.
1 Johannes 4:4 HSV
Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is.
Zijn vrouw had slangen in haar oren. Oorbel slangen. Ik keek ernaar. Normaal zeg ik er niet gauw wat van, nu wel.
‘U heeft slangen in uw oren. Niet van God.’ zei ik. ‘Ik weet het, was haar antwoord, maar heb niks anders.’
We praten nog een poosje door, over God zoeken en Zijn gerechtigheid. En ineens haalde ze haar oorbellen eruit, en gooide ze in het water.
Vrij.
Johannes 8:36 HSV
Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.
Beide waren vrij.
We gaven ze geld, om nieuwe kleding te kopen en nieuwe oorbellen.
Zodat ze echt nieuw konden beginnen.
Jakobus 2:16-17 HSV
en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan?
Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood.