Jij bent een professional!!

We hadden een heerlijke vakantie, in een land waar praktisch geen christenen zijn. Een land waar veel andere geloven zijn…

En wat stonden de mensen open. We waren er maar een weekje geweest en 26 mensen accepteerden het offer van Jezus Christus, terwijl we niet eens actief ervoor op pad zijn geweest.

We gingen bijvoorbeeld een avondje naar het centrum. Heerlijk, wanneer het wat koeler was geworden.

Piet, mijn man, was een tas aan het kopen in een winkel. Ik drentelde er wat rond, had geen zin om echt iets te bekijken, maar wel om mensen over Jezus te vertellen. De man die me aansprak, wilde me graag iets verkopen, maar ik vertelde hem dat ik wat voor hem had. Gratis. “Oh, vertel,” zei hij in het Engels…

En ik begon. “Heeft iemand u weleens verteld dat er een God is die van u houdt…?”Op het punt van Jezus Christus begon hij enorm te zweten en zei dat hij er spontaan hoofdpijn van kreeg en hij niet snapte wat er gebeurde. Toen ik op het punt kwam met de keuze, begon hij mee te bidden en nam het aan. Toen straalde hij van oor tot oor en zei: “U heeft echt een geweldige energie, zeg!”

“Nou meneer, dan is Jezus in mij.” En ik gaf hem een sleutelhanger met een QR-code zodat hij een Bijbel had in zijn eigen taal.

Hij nam het aan, maar trok het erna bijna weer uit zijn broekzak, alsof de sleutelhanger in de fik stond. Hij zei: “Nee, dit kan ik niet aannemen, en oh, ik krijg weer hoofdpijn.” Er was een zichtbare strijd gaande bij de man. Toen ik hem een folder gaf, waar het evangelie nog een keer uitgebreid in staat beschreven, werd hij kwaad.

“Jij bent een professional en jij bent hier niet zomaar op vakantie!” “Wie ben je?” riep hij. “Welnee, ik ben gewoon hier met mijn gezin op vakantie, en ondertussen vertel ik over Jezus,” was mijn verweer. Hij werd weer kalm. Het bleek dat ik het evangelie op zich wel mocht vertellen, al houden ze er niet van, maar dat folders met het evangelie verspreiden verboden zijn. Dit land heeft geen enkele kerk in de buurt. Waar stuur je ze dan heen?

HEER, wat moeten we doen? Een gebed in mijn hart, die voortduurt.

We zijn zo enorm verwend in ons land, dat we overal het evangelie kunnen horen. We kunnen overal naartoe voor een kerk, en zijn daar dan weer zo verwend mee dat we vechten om verschillen als we niet uitkijken. Dit land heeft dat niet. Het gevecht is anders. Laten we één zijn, lieve mensen, zoals Jezus ons opriep…

En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt, En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad. Johannes 17:20-23

Een dagje uit (deel 2)

Wat een heerlijke dag was het.
Geslenterd over het strand, dolfijnen gespot, wat mensen over Jezus verteld.
Ik geniet van elke dag, maar deze dagen zijn met een gouden randje.
De terugweg naar de Airbnb waar ik verbleef, was ongeveer een uur rijden met de Uber.

De man van de Uber was niet heel toegankelijk, en als ik wat vroeg, kwam het antwoord zo zacht dat ik het bijna niet kon verstaan vanaf de achterbank.
Omdat ik toch een uur de tijd had, besloot ik eerst mijn boek nog even te lezen voor ik hem het evangelie zou vertellen.
Na een kwartiertje hoorde ik ineens een bekend christelijk nummer aangaan in de auto, en ik begon mee te zingen. Geweldig!

“Meneer, dit nummer ken ik. Bent u een christen?” Dat was hij. Maar dat zeggen wel meer mensen als ze alleen maar naar de kerk gaan, dus ik stelde nog een paar vragen.



En toen begon hij zijn getuigenis. Hij was alcoholist geweest. Ooit had een vriend van hem iemand mee naar de kerk gevraagd, een gezamenlijke vriend van hen beiden. Hij vertelde hoe kwaad hij daarover was geweest. Die vriend vroeg zo vaak mensen mee naar de kerk, maar hij werd nooit uitgenodigd.
“Dus ik zei tegen mijn vriend: waarom nodig je altijd mensen uit, maar mij niet?” De vriend was perplex. Hij had nooit gedacht dat ik dat zou willen. “En weet je, ik wilde dat ook helemaal niet, maar omdat ik dit gezegd had, wilde ik geen gezichtsverlies lijden, dus moest ik nu wel mee.”

Daar werd een oproep gedaan tot bekering. Ik stak mijn hand op, maar wilde niet naar voren. Dit gebeurde drie diensten achter elkaar. En toen heeft uiteindelijk een collega mij naar Jezus geleid.
Wat een verhaal. Hoe bemoedigend om te horen.

Hij vertelde over zijn moeiten in zijn leven, en ik kon hem bemoedigen met het Woord. Hij bedankte me toen we aankwamen bij het huis voor het fijne gesprek.
Zoveel mensen zitten gewoon te wachten op contact. Meer dan ooit!

Toen ik de kamer inkwam, besefte ik nog iets nodig te hebben van de Walmart. In ieder geval nog wat cadeautjes voor mensen.
Opnieuw bestelde ik een Uber.

De man heette Rio, en ook hem vertelde ik het evangelie. En hij maakte de keuze voor Jezus.

Het leuke is dat ze tijd hebben, en ik meteen kan uitleggen wat de vervolgstappen kunnen zijn, en hoe ze een relatie kunnen krijgen met God.
Dat God vooral op zoek is naar je hart.

“Mijn zoon, geef mij je hart, en laten je ogen behagen scheppen in mijn wegen.” — Spreuken 23:26

De Walmart is een enorme winkel die alles heeft, dus ik struinde lekker door de paden en nam de tijd. Maar bij verschillende paden hing een camera, en bij iedere beweging klonk een irritante piep. Dus mijn ronde was snel gemaakt.
En opnieuw de Uber gebeld.

Acht minuten moest ik wachten tot hij kwam, dus ik zette mijn zware tassen even neer en wachtte tot er iemand langs me liep. En ja hoor, daar was Randy. Een pure jongen van een jaar of twintig. Hij werd geraakt door Gods liefde en vroeg me of hij me alsjeblieft een knuffel mocht geven.

Wat is God goed!

Een dagje uit met de Heer

Samen met de Heer op pad is prachtig. Hij is altijd met ons, maar wanneer ik alleen op pad ben, ben ik me daar vaak meer bewust van.

Deze dag was ik in Florida en ik had een dagje vrij. Mijn man had me aangeraden om een dagje naar Clearwater Beach te gaan en daar ook dolfijnen in het wild te gaan spotten.

Met de Uber ging ik op pad. Alfredo was mijn chauffeur. “Alfredo van de pastasaus,” zei hij.

Ik begon hem het evangelie te vertellen. “Ik heb eerst een vraag,” zei hij.

“Als toch iedereen naar de hemel gaat, bestaat er dan geen hel?”

Ik was even heel verbaasd over deze vraag. Heb al een hoop vragen gehad, maar deze nog niet.

En vertelde hem dus meteen dat die er wel is, en dat mensen daar automatisch op weg naartoe zijn, maar dat God de wereld zo liefhad, dat Hij een reddingsplan had voor de wereld. Dat Hij daarom Zijn Zoon Jezus had gestuurd om te betalen voor de zonden van de hele wereld.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. – Johannes 3:16

Dat deze redding aan iedereen wordt aangeboden, maar dat niet iedereen het aanneemt. “Nou, ik zou dat wel willen aannemen,” zei de man. Samen deden we een gebed, waarop de man ontzettend blij was.
Geweldig als je een uur de tijd hebt en elke vraag kan beantwoorden.

Na een geweldig relaxed dagje liep ik terug naar de plaats waar ik die ochtend was afgezet door de Uber.
Onderweg sprak ik Victor aan. Een open jongen, die relaxt luisterde. Op mijn vraag of hij naar de hemel ging, zei hij: “Inshallah.”

“Als God het wil” betekent dat. Hij wilde Jezus als zijn Redder aannemen en bad een gebed met mij mee, en ook hij was zichtbaar blij. Toen nog Marco. Wist niets zeker, al las hij de Bijbel af en toe. Wist er wel wat van. Kende God niet persoonlijk. Dus ook tegen hem vertelde ik het evangelie van redding. Hij nam het aan, en ik moedigde hem aan om het Woord te gaan lezen. “Hoe vaak eet jij per dag?” vroeg ik hem. “In ieder geval wel drie keer,” was zijn antwoord. “Stel nou dat je zo vaak het Woord zou lezen als je nu eet, hoe zou dan je leven veranderen?”

“Of, stel dat je zo vaak eet als dat je de Bijbel leest, zou je dan nog leven?” Hij lachte… Hij dacht van niet.
Dus ik legde hem uit hoe hij een relatie kon krijgen met God. Opnieuw blijdschap.

Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. – 2 Timotheüs 4:2 (HSV)
Vertel het gewoon overal waar je komt.

Volgende keer deel 2 van deze dag

Ze begon hard te huilen…

Elke maand zijn we in Amsterdam op straat. Eerlijk gezegd is het mijn favoriete plek om het evangelie te delen. Die dag waren we met een team van ongeveer 70 mensen. Wat een dag, wat een getuigenissen.

Het was een gezinnetje: vader, moeder en twee meisjes. Ik stelde hen de bekende vraag: “Heeft iemand jullie weleens verteld dat God van jullie houdt en een geweldig plan voor jullie leven heeft?” Dat wisten ze. En op de vraag of ze zeker wisten dat ze naar de hemel zouden gaan, was het antwoord ook ja.

Het kleine meisje van een jaar of vijf keek me met haar grote, donkere ogen aan en zei: “Ik weet zeker dat ik naar de hemel ga.” Wauw, ze wist het zeker. “En hoe weet je dat dan zo zeker?” vroeg ik haar. Het antwoord schokte me… “Omdat ik er geweest ben.”

Poh, wat zeg je dan nog? Wat vraag je dan nog? Voorzichtig vroeg ik haar of ze gestorven was en weer tot leven gekomen. Ze knikte. Alle vragen waren even weg.

Toen zag ik dat de moeder op krukken liep en vroeg: “Wat heeft u?” “Ik kan niet meer lopen door enorme pijn in mijn enkel.” De Bijbel zegt dat tekenen de gelovigen zullen volgen…

“En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden.” Markus 16:17-18

Ik vroeg of ik mijn handen erop mocht leggen, en dat mocht. Ze begon enorm te huilen, en ik dacht… Ze moet wel enorme pijn hebben. “Het is weg, het is compleet weg!” huilde ze. Halleluja! Ik zei dat ze nu kon gaan lopen, en dat deed ze.

Daarna zei ze: “Ik heb al jaren zoveel verdriet in mijn hart, zou je daar ook voor kunnen bidden?” Dat deden we. Ineens begon ze te lachen. De vreugde van de Heer raakte haar hart.

Ze kreeg vreugdeolie.

“Om aangaande de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lof gewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken.” ???? Jesaja 61:3

Wat een vreugde. Wat een goedheid van God. Ze bedankte zo uitbundig.

En ik vertelde haar: “Ik kan helemaal niets, ik weet ook helemaal niets. Maar Hij die in mij is, kan alles!” Ze genas van buiten en ze genas aan de binnenkant. Halleluja!

Nog nooit gehoord.

Het was koud buiten. En een beetje guur. Maar ik had een Woord mogen delen met het team. Het ging onder andere over wat Paulus zei:

“En ik, broeders, toen ik bij u kwam (1 Kor. 1:1-2), ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen, want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.”

Precies dat is wat we doen. We prediken Jezus Christus en Die gekruisigd. We hoeven zelf geen mooie woorden te bedenken, maar alleen het Woord van God te brengen. We hoeven niemand te overtuigen, want de Heilige Geest overtuigt. Dat is toch relaxed?

We hebben de gewoonte om twee aan twee te gaan, maar vandaag liep ik even alleen, omdat ik het team moest leiden. Ondertussen vertelde ik de mensen ook het evangelie. Er gebeuren zulke mooie dingen op die dagen. Zoveel mensen denken te weten wie God is en willen op basis daarvan er regelmatig niets mee te maken hebben, maar dan hebben ze nooit een ontmoeting gehad.

En dan, ineens, krijgen ze een ontmoeting met de liefde van God—en daar kunnen ze geen nee op zeggen. Dat is zo mooi om te zien. Glans komt in ogen die dof stonden, tranen vloeien ineens, stralende gezichten.

Ook een jong stel sprak ik die dag aan. Ze hadden het nog nooit gehoord. En ze wilden het heel graag aannemen. Een ander stel was God een beetje kwijtgeraakt. Vooral de man. De vrouw keek een beetje angstig naar hem: Hoe gaat hij reageren? Hij lachte. Tja, ik ben een beetje weggelopen, zei hij. “Maar het is super dat we jou nu tegenkomen, ik wil wel terugkeren naar God.” Voor deze man kreeg ik een woord van kennis. Het woord was dat hij als een vader zou zijn voor de jonge generatie, als hij zich zou laten slijpen door onze hemelse Vader. En nog wat meer dingen, die ik me niet meer herinner. Hij lachte opnieuw. “Dat is wel mijn verlangen. Ik zou graag iets willen betekenen voor de jonge generatie.” Halleluja. De Heer weet precies wat nodig is.

Een andere man stond naast ons en luisterde een beetje mee. Toen ik klaar was, vroeg ik hem: “Heeft u gehoord wat ik zei?” “Ja,” zei hij, “en ik wil dat gebed ook. Kun je dat met mij doen?”

Het raakte mijn hart. “Natuurlijk kan dat, meneer.” Dat gaan we meteen doen.

God is zo goed.

Hij is trouw. De kou was weg. Alleen maar vreugde. En de vreugde in de Heer is onze kracht.