Piet en ik hadden een bespreking over de zaak. Hoe gaan we verder? Hoe willen we onze tijd benutten?
Wat wil God van ons?
Veel van dit soort dingen bespreken we door de dag heen, maar soms moet je daar even tijd voor maken.
Een paar maanden geleden deden we dat en vertrokken we naar een stadje. We vonden een leuk restaurantje met glas-in-loodramen en markiezen. We dronken een hoop kopjes koffie en thee en besloten de lunch er ook maar achteraan te doen.
Toen het moment van afrekenen kwam, was er niemand meer in het restaurant. Ik wist: Dit is een kans. De lieve serveerster heette Cloe en wist waarom we nog alleen waren in het restaurant. Blij nam ze Jezus aan.
Toen we buiten kwamen, stonden er drie jongens voor de parkeergarage. Ze begonnen lacherig te antwoorden. Lachen is ook een emotie.
Na een tijdje werd het gesprek serieuzer, en twee van de drie namen ook Jezus aan. God is goed.
De Bijbel zegt: Predik gelegen of ongelegen. Wij vinden het meestal ongelegen.
Hoe mooi is het dan dat dit er staat: Is het gelegen? Doe het. Ongelegen? Ook.
2 Timotheüs 4:2 (HSV): Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.
Wat een week hadden we gehad. Een week vol voor het evangelie. Een week waarin we niet anders konden dan aanbidden…
‘Heer, U deed het opnieuw! U overtuigde de mensen. Je kunt je dit alleen voorstellen als je het zelf hebt meegemaakt. Nog even hadden we de tijd die dag, toen ik dit stel tegenkwam. Een lief en puur stel, dat veel te koud gekleed was.
Daarvoor had ik een andere christen gesproken. Een man uit Amerika. Enthousiast hield hij me staande. ‘Ik zag dat jullie mensen over Jezus vertellen, geweldig! En zijn jullie Geestvervuld? Breng je ze naar een kerk…? En nog verder wilde hij gaan. ‘Goed bedoeld, waarschijnlijk, maar niet beseffend dat we aan het werk zijn met een missie. Een missie om mensen te redden.
Ik voelde een lichte irritatie in me opkomen toen ik het uitlegde en hij me aan het woord wilde houden. Er is urgentie in mijn hart voor het verlorene. Mijn tijd was al bijna voorbij, dus ik had geen tijd meer te verliezen.
Vriendelijk, maar beslist, stond ik hem te woord. ‘Meneer, ik ben blij dat u een kind van God bent en dat u daar zo blij van bent, maar weet u, meneer, al deze mensen weten het nog niet en hebben ook dat goede nieuws nodig. Als wij hier blijven praten, dan gaat het ook niet gebeuren. ‘Hij keek teleurgesteld, maar begreep het en liet me eindelijk gaan.
Een mooi beeld van hoe we vaak als kerkmensen kunnen zijn: op elkaar gericht. Kijken naar wat we doen en daar met elkaar over verwonderen. Terwijl we geroepen worden om naar buiten te gaan en naar buiten gericht te zijn.
En Hij zei tegen hen: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.” — Markus 16:15
Ik ging gauw verder en kwam dit lieve stelletje tegen. ‘Heeft iemand jullie weleens verteld dat God van je houdt? ‘Ze knikten beide. ‘We hebben gisteren hier vlakbij iemand ontmoet die ons dat allemaal heeft verteld.’ Geweldig! En hebben jullie een keuze kunnen maken? vroeg ik verder…Dat hadden ze niet gedaan. Dus ik vertelde ze opnieuw het evangelie. Ik was geraakt door hun oprechtheid.
Ze werden zo blij. Dit is wel wat we willen! Een jong stel. Samen op zoek naar de zin van het leven. Ze hadden het al eerder besproken. Samen hebben we gebeden. Ik legde ze uit hoe je een relatie met God kunt hebben. Dat God geen religie is, maar een God van nabijheid. Zo dichtbij dat de Heilige Geest in je komt wonen als je Hem aanneemt.
Jezus antwoordde en zei tegen hem: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” — Johannes 14:23
Samen met onze jongste zoon had ik een nachtje geslapen in een hotel.
Samen liepen we een rondje in de vroege ochtend, voordat we naar de kerk gingen om ons aan te sluiten bij de grote groep die de straat op zou gaan.
We begonnen gewoon alvast met het werk: het werk van een evangelist.
2 Timotheüs 4:5 Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.
De eerste persoon die we tegenkwamen, was een man. Hij praatte wat overdreven en maakte uitbundige bewegingen met zijn handen, alsof hij geen man was. Hij vertelde dat hij spiritueel op zoek was.
We vertelden hem over het offer van Jezus Christus, en hoe Hij zichzelf had overgegeven voor onze zonden en schuld. We vroegen hem of hij samen met ons Jezus in zijn leven wilde uitnodigen.
Dat wilde hij en hij bad mij na.
Ineens sprak en gedroeg hij zich als een gewone man.
Heel bijzonder.
Daarna ontmoetten we een meisje. Een donker meisje met lange vlechtjes. Heel veel vlechtjes. Ze kwam uit Duitsland en zat op een trap voor het metrostation.
Verdriet was zichtbaar in haar ogen.
Ook haar vertelden we het evangelie.
Heeft iemand je weleens verteld dat God van je houdt en een geweldig plan voor je leven heeft?
Johannes 3:16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Ze keek me verlegen aan… ‘Een goed plan?’
Want Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. — Jeremia 29:11-13
Ze begon te huilen.
‘Mijn moeder heeft me er vaak over verteld, en ik liet het gewoon,’ ging ze verder. Ze hield de joint die ze rookte iets verder weg.
‘Ik ben nu wel op zoek. Vijf minuten geleden dacht ik nog aan God. En nu staat u hier met deze boodschap.’
De leegte in haar ogen veranderde naar hoop.
Hoop voor een hoopvolle toekomst.
Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. — Mattheüs 7:7-8
Voordat we met zijn allen gingen luisteren naar de teaching voordat we de straat op gingen, sprak ik nog wat mensen aan.
Een jonge knul liep lachend weg toen ik het evangelie begon te delen. Hij zei dat hij het wel zou zien als hij dood was; voor nu wilde hij gewoon genieten van het leven.
Deze Franse vrouwen stapten net een koffieshop binnen, en ik riep ze er weer uit. “Oh, dames, wacht even! Ik heb een geweldige boodschap voor jullie.” Nieuwsgierig kwamen ze terug en luisterden naar het evangelie. De ene mevrouw pakte mijn hand vast toen we gingen bidden, en de andere deed het na. Blij ontvingen ze de woorden van God en baden mee.
We komen altijd weer bij elkaar als groep op een bepaalde plek om te vieren wat God die dag op straat heeft gedaan.
Op een dag kwam er een vrouw naar de groep en zei: “Ik ben zo depressief en heb overal pijn. Alstublieft, help mij!”
Eerst leiden we haar naar Jezus. Erna begonnen mijn man en ik voor haar te bidden, en ik legde mijn hand op haar buik. Haar hele buik begon te golven, en ze begon enorm te huilen.
Ineens werd ze rustig en zei: “Alles is weg. Ik had iets zwaarmoedigs in mij zitten, wat me continu naar beneden drukte, maar het is weg. Ook de pijn in mijn lichaam is weg.”
Halleluja!
“Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.” — Lukas 19:10 HSV
Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. 2 Timotheüs 4:2
Overal waar we komen, kunnen we het evangelie prediken.
Het maakt niet uit waar we komen.
De meeste mensen hebben weinig tijd. Zijn druk met werk, of gewoon met kerk, maar vergeten het echte werk.
De zielen die gered moeten worden.
Ik ontmoet dagelijks mensen, en als het niet vanzelf zo is, dan zoek ik ze op.
‘Ga naar buiten.’ Zei Jezus.
En de Heer zei tegen de dienaar: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt. Lukas 14:23
We waren onlangs naar de stad omdat mijn man zijn trouwring iets kleiner moest laten maken. De juwelier waar hij naartoe ging, staat goed bekend en het duurt een poosje voordat je aan de beurt bent, dus ik besloot buiten te blijven. Om nou met zijn tweeën daar een tijd door te brengen, zag ik niet zo zitten.
Verschillende mensen sprak ik aan met de welbekende vraag… ‘Heeft iemand je weleens verteld dat God van je houdt…’
Veel mensen wilden er niets van weten. Dan wens ik hen een fijne dag. Als iemand meteen “nee” zegt, reageer ik vaak: “Wacht, ik vertel u nog even kort waar u nee tegen zegt.” Op die manier horen ze toch het evangelie, en sommigen besluiten dan ineens van mening te veranderen.
Op een gegeven moment zag ik een mevrouw van rond de 80 op een muurtje zitten. Ik vroeg of ik even naast haar mocht komen zitten.
Dat vond ze goed, en ik begon een algemeen praatje.
Soms begin ik rustig, vooral als ik het gevoel heb dat iemand echt wat aandacht nodig heeft. Na een tijdje deelde ik het evangelie met haar.
Ik noemde de tekst uit Romeinen: “Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere.” – Romeinen 6:23
“Nou!” zei ze verbaasd. “Deze tekst staat op mijn boekenlegger, maar ik lees hem nooit. Precies vandaag koos ik ervoor om hem te lezen, en nu vertel jij me precies hetzelfde!” Ze was geraakt en besloot dat ze Jezus wilde volgen.
Halleluja!
Ze vertelde me dat ze maar heel af en toe de deur uitging.
En precies op deze dag dat ze die tekst had gelezen, stuurde de Heer een vrouw uit een heel ander dorp naar haar toe om haar het allerbeste nieuws te brengen: dat God Zijn Zoon had gestuurd, die voor haar en mijn zonden was gestorven aan het kruis.
Wat een liefde!
Ze zei “ja” tegen Jezus. Ze zei “ja” tegen de Redder.