Iedere keer dook hij weer op…

Soms gaan we samen de straat op en soms alleen.

Deze dag was ik samen met mijn man de straat op, maar die was al een tijdje uit beeld.

Geen probleem, want we vinden elkaar later wel weer en zijn dan dubbel effectief.

Een grote groep jongens sprak ik aan. Ze jouwde me uit en lachte spottend om wat ik vertelde. Een jongen leek de hele tijd ongeïnteresseerd op zijn telefoon te kijken en keek me niet een keer aan, maar hij spotte ook niet mee.

Toen ik ze allemaal begon te zegenen, keek hij me een keer aan.

En toen ik vroeg wie de Heer ook wilde uitnodigen in zijn leven, lachten er zeven hard, maar hij begon me na te bidden. Naar beneden kijkend, alsof hij zich schaamde.

Achter deze groep op een trappetje zat een man. Hij keek en luisterde mee met het gesprek, maar toch had ik niet het idee dat ik naar hem toe moest gaan.

Ik liep de stad door en sprak veel mensen aan.

En iedere keer opnieuw dook de man weer op.

Alsof hij me volgde.

‘Heer, raak die man aan met Uw liefde.’ Bad ik.

Hij glimlachte als ik naar hem keek. Het zou me vroeger een ongemakkelijk gevoel hebben bezorgd, maar ik ervaarde enorme vrede. Waarom ik de man niet meteen aansprak kan ik niet uitleggen.

Nadat ik hem ongeveer de 5e keer weer ergens naast me zag, dacht ik.

Oké, nu is het klaar. Nu ga ik die man het evangelie vertellen.

‘Meneer, u volgt mij hé!’ begon ik. ‘Ja, dat klopt,’ was zijn antwoord.

‘U weet al wat ik te vertellen heb nu toch? Want u heeft toch geluisterd naar wat ik vertelde?’

‘Ook dat klopt.’ ‘Weet u mevrouw, mijn zus zegt dat God alleen maar kwaad op mij is door de zonden die ik doe. Dat Hij niets meer met mij te maken zou willen hebben. En dat vind ik moeilijk en het stoot me af. Het lijkt wel of mijn zus zelf een hekel aan mij heeft. En hij begon te vertellen welke zonden het waren. Ik ervaar nooit liefde bij haar als ze met me praat hierover. Denkt u ook dat God mij haat mevrouw?’

Wow, wat een diepte bij deze man. Een diepe nood en gevoel van veroordeling. ‘Meneer, God zegt dingen over zonden. Bijvoorbeeld dat het loon, of het gevolg van de zonden de dood is.’ Er zit dus een gevolg aan.

Maar Jezus kwam niet in de wereld om u te veroordelen, maar om te redden.

En als iemand Mijn woorden hoort en niet gelooft, veroordeel Ik hem niet,  want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld zalig te maken. Johannus 12:47

‘Mevrouw, u straalde liefde uit en daarom wilde ik alles horen wat u te zeggen had.’

‘Dat ben ik niet hoor meneer, dat is de liefde van Jezus.’ Hij is het die u zo liefheeft, Hij wil u niet naar de dood, maar naar het leven hebben.

Kies wie u gaat dienen. Uzelf met de zonden, of de Heere Jezus, die gestorven is voor die zonden, en u daarvan redt?

Hij koos de Redder die dag.

Zijn gezicht begon te stralen. Van afgeschreven naar aangenomen.

God is zo liefdevol. Hij is de WEG, de Waarheid en het Leven.

Hij schreeuwde, ‘I have a bad spirit’

Nog regelmatig denk ik terug aan die dag in een stad.

Nog niet vaak waren mijn man en ik de straat op geweest voor het evangelie.

Met weinig ervaring, maar een hart voor de zielen waren we op de straat.

Even was mijn man van mij weggelopen toen ik werd opgeschrikt door een man die enorm tekeerging in het engels tegen iedereen. Hij schreeuwde, schold en vloekte, waarna de klodders tuf om je oren vlogen.

Ik ervaarde vrede in mijn hart en ging naast zijn vrouw op het bankje zitten.

Ze zag er zo gebroken uit. En ik vroeg haar of ze wist dat God van haar houdt.

Meteen begon ze te huilen.

Ondertussen zagen we haar man zijn shirt kapot scheuren en zijn schoenen een heel eind weggooien.

‘Heb je het over God?’ schreeuwde hij. ‘God doet niks, ik heb super veel last van een kwade geest, en kom er maar niet vanaf.’ Toen drukte hij de sigaret uit op zijn arm.

De vrouw huilde door en smeekte ‘iets’ te doen. Ik ging verder met het evangelie, en ze nam het aan.

Ze had haar baby moeten afstaan, omdat ze door het gedrag van haar man, hun huis waren verloren en hun werk. En nu dus ook hun kindje. Hartverscheurend.

De man smeekte me. ‘Help me please! I have a bad spirit.’

Man man kwam terug en ik vertelde wat er was gebeurd en dat de man bevrijding nodig had en daarom smeekte.

Dus wij begonnen met hem te praten, maar hij zei dat we niet sterk genoeg waren. Wij moesten met vijf mensen komen, dan waren we sterker dan die geest in hem. Onervaren als we waren, geloofden we het en belde een bevriende broer.

Die begon te lachen en bevrijdde hem, waarna de man hart begon te roepen..

‘ I’m free now, i’m free now!!

Halleluja! De man was vrij.

1 Johannes 4:4 HSV

Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is.

Zijn vrouw had slangen in haar oren. Oorbel slangen. Ik keek ernaar. Normaal zeg ik er niet gauw wat van, nu wel.

‘U heeft slangen in uw oren. Niet van God.’ zei ik. ‘Ik weet het, was haar antwoord, maar heb niks anders.’

We praten nog een poosje door, over God zoeken en Zijn gerechtigheid. En ineens haalde ze haar oorbellen eruit, en gooide ze in het water.

Vrij.

Johannes 8:36 HSV

Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.

Beide waren vrij.

We gaven ze geld, om nieuwe kleding te kopen en nieuwe oorbellen.

Zodat ze echt nieuw konden beginnen.

Jakobus 2:16-17 HSV

en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan?

Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood.

Van diep donker gat, naar de vervulling in Jezus.

Nooit eerder zag ik zoveel leegte bij mensen als de laatste tijd.
Wanhoop in de ogen van de mensen die ik sprak.
Of leegte en verdriet.

Zou het erger geworden zijn,
of laat de Heer het gewoon meer zien?

Het was al laat in de avond dat ik een vrouw aan sprak op een station.

‘Mevrouw, heeft iemand u ooit verteld dat God van u houdt?’

Het leek wel of ik een knopje indrukte bij deze mevrouw.
Ze begon meteen te huilen; tranen stroomden over haar gezicht, en ze begon te vertellen dat ze het wel eens had gehoord.

Nadat ik het evangelie uitgebreid had verteld en ze het gebed om Jezus de Heer van haar leven te maken had meegebeden, vroeg ze zelf of ik wilde weten waarom ze huilde.

Ze begon te vertellen hoe ze zich verkocht als prostituee. Hoe ze aan allerlei soorten drugs verslaafd was geraakt, en ook gokte. Alles leek ze kwijt te raken. Een jaar lang had ze al een maatschappelijk werker, daardoor ging het nog enig sinds.

Toen vroeg zei ze: ‘Ik was vroeger een man en heb me jaren geleden laten opereren. Wat vind je daarvan?’

‘Nou, ik zal u vertellen dat het niet zoveel uitmaakt, wat ik daarvan vind, maar ik geloof wel dat God een man maakte, en een vrouw en dat het goed was toen hij u maakte. Ik geloof dat wanneer die leegte in uw hart toen al gevuld was met de liefde van God, u het nooit had gedaan. Alle dingen die u net opnoemde, de verslavingen, het weggeven van uw lichaam, het willen hebben van geld, en het veranderen van uw geslacht, komen voort uit een gebrek aan identiteit. Als u gaat begrijpen hoe lief God u heeft, zullen al deze dingen verdwijnen.

De bijbel zegt: ‘Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.’ Matt.6:33

Wanneer u dat gaat doen, zal u een ander leven krijgen.

Jezus zei tegen een vrouw die ook zoveel zonden had gedaan in haar leven..
Als u de gave van God kende, en wist Wie Hij is Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben. Joh. 4:10
Als je de gave van God kende, dan zou je de vervulling bij Hem hebben gezocht. En hij zou je hart vervullen met Zijn liefde, met Zijn redding, met Zijn vervulling. Met levend water.

Joh. 7:37,38
Alle dorstigen, kom tot de wateren,
en u die geen geld hebt, kom,
koop en eet, ja, kom, koop zonder geld,
zonder prijs, wijn en melk.
Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is,
en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan?
Luister aandachtig naar Mij, eet het goede,
en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed.

Zoek Hem en Hem alleen, en Hij gaat u vervullen.

Jes.55:6-7
Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is,
roep Hem aan terwijl Hij nabij is.
Laat de goddeloze zijn weg verlaten,
de man van ongerechtigheid zijn gedachten.
Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen,
tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.

Mevrouw, kijk eens wat onder mijn muts staat.

Op een Zaterdag mocht ik iemand trainen om te leren mensen het evangelie te vertellen. Op een bankje zaten drie mannen. Eén van hen lachte de hele tijd een beetje spottend. ‘Ik geloof niet dat God liefde is,’ zei hij. ‘Ik heb geen dak boven mijn hoofd en geen werk. Is dat dan God?’

‘Ach, meneer, ik kan begrijpen dat dit moeilijk voor u is, en ik wil graag voor u bidden dat u werk zal krijgen. Zullen we dat doen?’ Dat vond hij goed. Ik bad voor hem, en hij werd wat serieuzer. En bedankte me ervoor. ‘Ik ben benieuwd of dit werkt’ zei hij.

‘Laten we iets afspreken meneer. Wanneer u binnenkort werk heeft, weet u wie daarvoor heeft gezorgd en geeft u God de eer. Zullen we dat afspreken?’ Hij glimlachte en knikte.

Maanden later was ik opnieuw op de straat in Amsterdam. Er waren twee mannen uit Engeland die ik had gesproken, en die allebei Jezus in hun leven uitnodigden. En hun oude leven inruilden voor het leven met God.

Toen ik me omdraaide, zag ik een man op een trappetje zitten met een muts op. ‘Ik ken hem ergens van, maar van wat?.’ dacht ik. Ik vroeg hem of iemand hem weleens verteld had, dat God van hem houdt en een plan heeft met zijn leven. ‘Ja, jij!.’ was zijn antwoord. ‘Oh, ik?’ stamelde ik.

‘Ja, en ik heb nu werk.’ zei hij. Wauw! Hij was het niet vergeten en had nu werk. ‘Dan hebben we een afspraak toch?’ ‘Ja, ik wil dat doen.’ zei hij. Samen dankten we God en hij gaf zijn leven over aan Jezus. Hij keek blij en vertelde me dat hij zoveel last had gekregen van de tatoeages op zijn lichaam. Hij schoof zijn muts wat omhoog en daar stonden twee hoorntjes getatoeëerd. En toen draaide hij zich om, om naar zijn nek te laten kijken. ‘666’ stond daar geschreven.

‘Heeft u misschien nog even wat geld voor eten? Ik leef op dit moment nog op straat en begin volgende maand pas met mijn nieuwe werk.’ vroeg hij. Vijf euro moet er volgens mij nog ergens in mijn tas zitten, bedacht ik. Ik grabbelde een tijdje in mijn tas, maar kon het niet vinden. ‘Ik ga even mijn man zoeken, en als hij het heeft, kom ik terug’ beloofde ik hem.

Ineens liep er een man terug vanuit de menigte, die ik herkende als één van de twee Engelse mannen die de Heer een paar minuten ervoor hadden aangenomen in hun leven. En hij stak mij vijf euro toe. Ik keek hem verbaasd aan, of ik water zag branden. ‘Is dit voor hem?’ En hij knikte.

Wauw! Hoe goed is God. De man had werk gekregen. Gaf zijn leven aan Jezus. Vroeg wat geld en dat kreeg hij van een andere man die net zijn leven had gegeven aan de Heer.

God maakte harten zacht.

Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. 1 Johannes 4:7-8

Laat de kinderen tot Mij komen.

‘Wilt u misschien stroopwafels kopen?’ Drie meisjes stonden voor mijn deur en keken me met z’n drieën vragend aan. Ik heb stiekem een beetje een hekel aan verkoop aan de deur. Contant geld moet overal worden gezocht, omdat ik dat meestal niet in huis heb. Maar de meisjes gewoon wegsturen wilde ik ook niet. Dus mijn antwoord was: ‘Tuurlijk meiden, doe er maar drie.’ Glunderend gaven ze de pakjes en mijn zoektocht naar geld begon in het huis. Uiteindelijk had ik het bij elkaar gesprokkeld en keerde terug naar de geduldige meisjes aan de deur.

Ik begon een gezellig praatje met ze. Vroeg ze waar ze vandaan kwamen en of ze familie van elkaar waren. Het bleken zusjes te zijn uit een groot gezin. Ik vroeg ze, of ze de Heere Jezus misschien al kenden. ‘Ja, hoor die kennen we zeker!’ ‘Mijn moeder is ook bekeerd.’ zei de oudste. ‘Sinds ze bekeerd is, doet ze geen oorbellen meer in. Dat mag niet van God, meenden ze.

Ik begon ze te vertellen wie de Heere Jezus is en ze beaamde mijn verhaal. Ook vertelde ik ze dat ik regelmatig de straat op ga om mensen te vertellen over de Heere Jezus en dat Hij is gekomen om de mensen te redden. Hij kwam, vertelde ik, om te zoeken en te redden wat verloren is. En dat dit soms mensen zijn die helemaal onder de tatoeages zitten en heel veel oorbellen hebben. De jongste keek me bedachtzaam aan en vroeg; ‘Wat zijn dat, tatoeages?’ ‘Nou,’ berichtte haar oudere zus, ‘dat zijn plakplaatjes van de Albert Heijn, die je er niet meer af krijgt.’

Ik vertelde verder dat ook deze mensen op straat ook liefde kregen van en voor de Heere Jezus. ‘Ja,’ zei oudste zus weer, ‘het maakt niet uit hoe je eruit ziet!’

‘Houden jullie van de Heere Jezus?’ vroeg ik. ‘Heeeel veel’ was hun antwoord. ‘Maar, we moeten nog wel bekeerd worden.’

Ik was verdrietig na dit gesprekje. Niet omdat de meisjes zoveel van de Heere Jezus houden uiteraard, maar om het feit dat dit volgens het onderwijs wat ze krijgen niet genoeg is om een kind van God te zijn.

Je moet tenslotte eerst nog bekeerd worden.

Ik huilde het uit bij de Heer. ‘Heer, hoe kan het, dat ze Uw woord zo moeilijk hebben gemaakt?’ Breng die kinderen maar Heer, laat ze maar komen aan de deur met wat dan ook, ik wil ze wel vertellen wie U bent.

Jezus zegent de kinderen in Markus 10:13-16 ‘En ze brachten kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken, maar de discipelen bestraften degenen die hen bij Hem brachten. Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. Voorwaar ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet ingaan. En Hij omarmde hen, legde de handen op hen en zegende hen.

Wauw! Jezus omarmde de kinderen. Wat een Liefde! Hij gaf de kinderen als voorbeeld om tot Hem te komen. Een kind neemt gewoon aan wat hij hoort. En Hij nam het de discipelen zelfs zeer kwalijk dat ze de kinderen weg wilden houden. Hij omarmde ze, legden de handen op en zegende ze.

Een tegenstelling kreeg ik een paar weken later bij het centraal station van Amsterdam. We begonnen het evangelie te vertellen tegen een mevrouw en haar kinderen. En één van haar kinderen, een jongen van een jaar of acht keek ons de hele tijd met open mond aan. Ineens vroeg hij: ‘Waarom zeggen jullie de hele tijd het scheldwoord Jezus?’ Even was ik perplex. Dit kind had nog nooit het woord jezus anders gehoord, dan door een scheldwoord en dacht dat wij dit ook zo gebruikten. Snel legde ik hem uit hoe het echt zat. Dat Jezus Christus de zoon van God is, die gekomen is om het weer goed te maken tussen God en ons. ‘oh?’ kwam er uit zijn mond… Ik zei hem dat hij de Heere Jezus ook kon uitnodigen in zijn hart. ‘oh’ opnieuw… Je mag gewoon zeggen, ‘Lieve Heere Jezus kom in mijn hart’ zei ik. Meteen zei hij mij na; ‘Lieve Heere Jezus kom in mijn hart.’ Dat is een kind. Geen maar, maar gewoon doen.

Zijn mama moest gaan, omdat hun metro er was en ze zei tegen hem; ‘Oma kan je er alles over vertellen.’

Wauw, oma weet ervan en heeft er blijkbaar nog nooit iets over gezegd. Meteen bad ik ‘Heer, laat het zaad wat gezaaid is opgroeien in het hart van dit kind. Laat niemand het roven uit zijn hart. Laat hij dit moment nooit vergeten en dank U dat U zelf dit kind zal vast houden. Stuurt u mensen op zijn pad, zodat hij meer zal gaan horen. En Heer, laten al die kinderen weten dat U zelf hen omarmen zult als ze tot U komen. Amen.