Een dagje uit met de Heer

Samen met de Heer op pad is prachtig. Hij is altijd met ons, maar wanneer ik alleen op pad ben, ben ik me daar vaak meer bewust van.

Deze dag was ik in Florida en ik had een dagje vrij. Mijn man had me aangeraden om een dagje naar Clearwater Beach te gaan en daar ook dolfijnen in het wild te gaan spotten.

Met de Uber ging ik op pad. Alfredo was mijn chauffeur. “Alfredo van de pastasaus,” zei hij.

Ik begon hem het evangelie te vertellen. “Ik heb eerst een vraag,” zei hij.

“Als toch iedereen naar de hemel gaat, bestaat er dan geen hel?”

Ik was even heel verbaasd over deze vraag. Heb al een hoop vragen gehad, maar deze nog niet.

En vertelde hem dus meteen dat die er wel is, en dat mensen daar automatisch op weg naartoe zijn, maar dat God de wereld zo liefhad, dat Hij een reddingsplan had voor de wereld. Dat Hij daarom Zijn Zoon Jezus had gestuurd om te betalen voor de zonden van de hele wereld.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. – Johannes 3:16

Dat deze redding aan iedereen wordt aangeboden, maar dat niet iedereen het aanneemt. “Nou, ik zou dat wel willen aannemen,” zei de man. Samen deden we een gebed, waarop de man ontzettend blij was.
Geweldig als je een uur de tijd hebt en elke vraag kan beantwoorden.

Na een geweldig relaxed dagje liep ik terug naar de plaats waar ik die ochtend was afgezet door de Uber.
Onderweg sprak ik Victor aan. Een open jongen, die relaxt luisterde. Op mijn vraag of hij naar de hemel ging, zei hij: “Inshallah.”

“Als God het wil” betekent dat. Hij wilde Jezus als zijn Redder aannemen en bad een gebed met mij mee, en ook hij was zichtbaar blij. Toen nog Marco. Wist niets zeker, al las hij de Bijbel af en toe. Wist er wel wat van. Kende God niet persoonlijk. Dus ook tegen hem vertelde ik het evangelie van redding. Hij nam het aan, en ik moedigde hem aan om het Woord te gaan lezen. “Hoe vaak eet jij per dag?” vroeg ik hem. “In ieder geval wel drie keer,” was zijn antwoord. “Stel nou dat je zo vaak het Woord zou lezen als je nu eet, hoe zou dan je leven veranderen?”

“Of, stel dat je zo vaak eet als dat je de Bijbel leest, zou je dan nog leven?” Hij lachte… Hij dacht van niet.
Dus ik legde hem uit hoe hij een relatie kon krijgen met God. Opnieuw blijdschap.

Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. – 2 Timotheüs 4:2 (HSV)
Vertel het gewoon overal waar je komt.

Volgende keer deel 2 van deze dag

Een moslim bij de pomp

Er zijn weinig conferenties die ik bezoek buiten mijn kerk.

Maar naar deze conferentie wilde ik graag toe, en zodra ik de oproep zag, blokkeerde ik meteen mijn agenda. Het was de Soulwinnersconferentie – een bijeenkomst waar de noodzaak van het zielenwinnen centraal stond. Veel mensen vinden “zielenwinnen” een negatief woord. Zelf had ik daar ook mijn bedenkingen bij…

Totdat ik deze tekst las in Spreuken 11:30: “De vrucht van de rechtvaardige is een boom des levens, en wie zielen vangt, is wijs.” Het staat er dus gewoon.

Ik was die dag al vroeg op pad. De conferentie begon om 9 uur en de zaal zou om half 9 open gaan. Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik graag op tijd ben. Ik moet er zelfs voor waken dat ik niet als eerste binnenkom. Ik vind dat als mensen tijd voor je maken, je ervoor moet zorgen dat je op tijd bent.

Omdat ik hier zo van houd, vertrek ik vaak ruim op tijd. Op de parkeerplaats kan ik altijd nog wat appjes of mails beantwoorden. Onderweg genoot ik in de auto van een moment van worship en sprak ik met de Heer. Bij de laatste pomp besloot ik nog even wat te eten en drinken te kopen.

Zoals ik wel vaker zeg: het evangelie delen kan altijd en overal. Wanneer mensen zeggen dat ze daar geen tijd voor hebben, geloof ik dat niet. Elke dag kom je wel iemand tegen die Jezus nog niet kent. Terwijl ik met mijn vers gescoorde, heerlijk geurende bak koffie terugliep naar de auto, zag ik buiten een man in een hoekje staan.

“Meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een geweldig plan voor uw leven heeft?” begon ik het gesprek. Hij reageerde in het Engels dat hij mij niet verstond. Dus begon ik opnieuw: “Has anyone ever told you that God loves you?”

Hij knikte; hij had dat weleens gehoord, want hij was moslim. Ik vertelde hem wie Jezus was en bad een zegen over hem uit. Hij begon te lachen. Even later bad hij met mij mee:

“Lieve Heere Jezus, kom in mijn hart, vergeef mijn zonden, was en reinig mij en maak mij vrij…” Hij straalde erna en bedankte me hartelijk voor de moeite die ik had genomen om dit met hem te delen.

Blij stapte ik mijn auto weer in. Laat de conferentie nu maar beginnen!

“Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.” — 2 Timoteüs 4:2

We zijn al aangesproken…

Wat een week hadden we gehad. Een week vol voor het evangelie.
Een week waarin we niet anders konden dan aanbidden…

‘Heer, U deed het opnieuw! U overtuigde de mensen.
Je kunt je dit alleen voorstellen als je het zelf hebt meegemaakt. Nog even hadden we de tijd die dag, toen ik dit stel tegenkwam.
Een lief en puur stel, dat veel te koud gekleed was.

Daarvoor had ik een andere christen gesproken.
Een man uit Amerika. Enthousiast hield hij me staande. ‘Ik zag dat jullie mensen over Jezus vertellen, geweldig! En zijn jullie Geestvervuld? Breng je ze naar een kerk…? En nog verder wilde hij gaan. ‘Goed bedoeld, waarschijnlijk, maar niet beseffend dat we aan het werk zijn met een missie. Een missie om mensen te redden.

Ik voelde een lichte irritatie in me opkomen toen ik het uitlegde en hij me aan het woord wilde houden. Er is urgentie in mijn hart voor het verlorene. Mijn tijd was al bijna voorbij, dus ik had geen tijd meer te verliezen.

Vriendelijk, maar beslist, stond ik hem te woord.
‘Meneer, ik ben blij dat u een kind van God bent en dat u daar zo blij van bent, maar weet u, meneer, al deze mensen weten het nog niet en hebben ook dat goede nieuws nodig. Als wij hier blijven praten, dan gaat het ook niet gebeuren. ‘Hij keek teleurgesteld, maar begreep het en liet me eindelijk gaan.

Een mooi beeld van hoe we vaak als kerkmensen kunnen zijn: op elkaar gericht. Kijken naar wat we doen en daar met elkaar over verwonderen. Terwijl we geroepen worden om naar buiten te gaan en naar buiten gericht te zijn.

En Hij zei tegen hen: “Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.” — Markus 16:15

Ik ging gauw verder en kwam dit lieve stelletje tegen.
‘Heeft iemand jullie weleens verteld dat God van je houdt? ‘Ze knikten beide. ‘We hebben gisteren hier vlakbij iemand ontmoet die ons dat allemaal heeft verteld.’
Geweldig! En hebben jullie een keuze kunnen maken? vroeg ik verder…Dat hadden ze niet gedaan.
Dus ik vertelde ze opnieuw het evangelie.
Ik was geraakt door hun oprechtheid.

Ze werden zo blij. Dit is wel wat we willen!
Een jong stel. Samen op zoek naar de zin van het leven.
Ze hadden het al eerder besproken.
Samen hebben we gebeden. Ik legde ze uit hoe je een relatie met God kunt hebben. Dat God geen religie is, maar een God van nabijheid. Zo dichtbij dat de Heilige Geest in je komt wonen als je Hem aanneemt.

Jezus antwoordde en zei tegen hem: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” — Johannes 14:23

Halleluja!

Bid voor mij alstublieft!

Voordat we met zijn allen gingen luisteren naar de teaching voordat we de straat op gingen, sprak ik nog wat mensen aan.

Een jonge knul liep lachend weg toen ik het evangelie begon te delen. Hij zei dat hij het wel zou zien als hij dood was; voor nu wilde hij gewoon genieten van het leven.

Deze Franse vrouwen stapten net een koffieshop binnen, en ik riep ze er weer uit.
“Oh, dames, wacht even!
Ik heb een geweldige boodschap voor jullie.” Nieuwsgierig kwamen ze terug en luisterden naar het evangelie.
De ene mevrouw pakte mijn hand vast toen we gingen bidden, en de andere deed het na. Blij ontvingen ze de woorden van God en baden mee.


We komen altijd weer bij elkaar als groep op een bepaalde plek om te vieren wat God die dag op straat heeft gedaan.

Op een dag kwam er een vrouw naar de groep en zei: “Ik ben zo depressief en heb overal pijn. Alstublieft, help mij!”

Eerst leiden we haar naar Jezus.
Erna begonnen mijn man en ik voor haar te bidden, en ik legde mijn hand op haar buik. Haar hele buik begon te golven, en ze begon enorm te huilen.

Ineens werd ze rustig en zei: “Alles is weg. Ik had iets zwaarmoedigs in mij zitten, wat me continu naar beneden drukte, maar het is weg. Ook de pijn in mijn lichaam is weg.”

Halleluja!

“Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.” — Lukas 19:10 HSV

Een dagje jeepsafari

Het is heerlijk om een paar dagen aan het water te liggen, maar er even op uit met elkaar was ook geweldig.

We wilden graag een jeepsafari doen.
Bij het eerste reisbureau waar we probeerden te boeken, lukte het niet, dus gingen we naar een ander. Daar bleek dat er normaal geen tochten werden gereden op die dag.

Maar de medewerker zei dat het toch kon, dus werden we op de afgesproken dag opgehaald door één jeep. We dachten dat we zo bij de rest van de groep zouden aansluiten.

Tot onze verrassing hadden we echter een privétochtje gekregen met deze man. Hij reed ons door hobbelige paden in de bergen en stopte af en toe om te luisteren of hij dieren hoorde.

In eerste instantie hoorden we niets.
“Je gaat ze ook niet zien hoor, het is te licht en te warm,” zei hij.

Opeens staken twee babyzwijnen de weg over, en dan weet je dat hun moeder in de buurt is. En ja hoor, even later kwam ook zij tevoorschijn. Een cadeautje!

Onze gids was enorm verbaasd. Niet veel later stak er ook een groot hert over. Nog verbaasder riep hij uit: “Jullie krijgen echt alles te zien!” Waarop wij zeiden: “Dank U, Jezus.”

Toen we boven op de top van de berg kwamen, kregen we koffie en begon mijn man een gesprek met de gids over de drie kruizen op zijn arm. Hij vroeg welke tekst erbij stond. De gids vertelde dat het over Jezus en de moordenaars ging. Hij geloofde wel, maar kende Jezus niet echt. Hij leefde zijn leven volgens traditie, meer uit gewoonte.

Wij begonnen hem het evangelie te vertellen, uitgebreid, want we hadden tijd genoeg. Uiteindelijk accepteerde hij Jezus als zijn Redder en Verlosser en was zichtbaar blij.



Samen maakten we eten voor de lunch: veel vlees van de barbecue, een salade met brood en natuurlijk veel knoflook. Heerlijk! Hij at met ons mee en bad ook met ons mee.

De rest van de dag deelden we verhalen. Hij vertelde zijn verhalen over het jagen in de bos en wij onze verhalen over de goedheid van God uit de Bijbel.
Hoog in de bergen zongen we samen: “God, You’re so good.” Het geluid galmde door de bergen.

Aan het eind van de tocht hebben we hem allemaal om de beurt gezegend. Hij was zichtbaar geraakt.

We begrepen waarom we een privérit hadden gekregen. Het was niet zozeer voor ons, maar voor hem.

Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. (Lukas 19:10)

Hij gebruikt gewoon een paar Hollanders in het buitenland, voor deze man.
Glorie aan God.