Proef en zie dat de Heere goed is.

Proef en zie dat de HEERE goed is; welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt. Psalm 34:9 HSV

Wij als mensen, zijn de ambassadeurs van Jezus. Wij zijn Zijn handen; Hij woont met Zijn Heilige Geest in ons lichaam. Wij zijn Zijn ogen. Mensen zullen als ze naar ons kijken, bepalen of God goed is. Of wat uit onze mond komt, lekker smaakt.

We waren laatst in Veenendaal en vertelden wat mensen over de goedheid van God. Onder andere hoe God van hen houdt en een plan met hun leven heeft. Nee, zei er één, laat maar zitten. Ik heb zoveel ellende meegemaakt in de kerk dat ik ben afgehaakt.

Een volgende had eenzelfde soort verhaal. Er was iets gebeurd in zijn leven, en de mensen in de kerk hadden hem gewoon laten vallen. Ze hadden niet geproefd van de goedheid van God. Maar geproefd van bittere vruchten van mensen. Mensen kijken naar ons, luisteren of onze woorden overkomen met onze daden. Aan de vruchten ken je de boom zei Jezus zelf.

Mijn man en ik waren lekker over een markt aan het wandelen, toen een verkoper tegen ons begon te praten over zijn vreselijk lekkere chutney. ‘Het is echt heel lekker! Zeker met Doritos chips. ‘Zei hij. ‘ Is het een idee dat u het mensen laat proeven meneer?’ vroeg ik. ‘Dan kunt u mensen beter overtuigen. Nu zijn het slechts woorden.’ De man vond dit onzin. Zonde van het geld.

Toch geloofden mijn man en ik in het plan om mensen te laten proeven. En we voegden zelf wel de daad bij het woord. We kochten de chips, waar de chutney zo lekker bij zou smaken, in de supermarkt en gingen terug naar de man. Toen kochten we een potje van zijn overheerlijke mango chutney. We legden een papiertje neer op zijn marktkraam, en leegden de zak chips, opende het potje chutney en moedigden de man aan om zijn waren opnieuw aan te prijzen. ‘ Nu kunnen mensen proeven wat u heeft meneer. Proef en smaak dat de chutney lekker is, en zeker met die chips.’ De man wist niet hoe hij het had en zijn mond viel bijna open van verbazing. Hij wilde de chutney dan alsnog aan ons geven. Of ik moest het in ieder geval zelf proeven. Maar uiteindelijk nam hij het van ons aan, en begon ermee te werken.

We kunnen mensen vertellen dat God goed is, maar als ze uit ons gedrag iets anders proeven, geloven ze je niet. Ze zullen zelfs nog verder van je vandaan gaan. Ze kijken, proeven, smaken… mmmm is dit goed voedsel?

proeven

Is het lekker zout? U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. (Mattheüs 5:13)

Of lekker zoet? Hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. Psalm 119:103

Weer een andere man vertelde: ‘Ik heb vrienden in de zware hoek van de kerk’ zei hij. ‘Echt, zulke mensen,’ en stak zijn duim omhoog. ‘Door de week gaat het super, maar als ik diezelfde mensen op Zondag tegen kom, lopen ze met een boog om me heen, kijken me niet aan en zeggen niks! Dus mevrouw, ik vond de communicatie gezellig met u. Fijn dat u mij vertelde dat God van me houdt, maar ik hoef er om deze reden niets mee. Ik moet daar niks van hebben.’

Wat proeven mensen als ze ons zien en horen? Zoet van het woord? Zout uit het woord. Dorstlessend van het levende water wat uit ons binnenste vloeit? De liefde van Jezus?

Als we steeds in de aanwezigheid van God zijn, en ons laten vullen met Zijn liefde, als we het woord lezen wat ons scherpt en schoonwast. Wanneer we blijven in de die eerste liefde, praten met God, ons laten corrigeren door de Heilige Geest, dan zullen we dat uitstralen. Dan gaan mensen proeven dat we anders zijn en gaan de woorden die we spreken niet slechts woorden zijn, maar kracht.

En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Drink van Hem, het levende water.

Levend water komt uit ons binnenste en verfrist de ander, Zout geeft smaak of reinigt. Honing is zoet…

Kom jij er voor uit?

En toch geloofden ook velen van de leiders in Hem, maar vanwege de Farizeeën beleden zij het niet, opdat zij niet uit de synagoge geworpen zouden worden. Want zij hadden de eer van de mensen meer lief dan de eer van God.
Johannes 12:42‭-‬43 HSV

Verschillende leiders die Jezus zagen geloofden. ‘Velen’ staat er zelfs.
Maar ze beleden Hem niet, omdat ze liever de eer van mensen wilden.

Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Mattheüs 10:32‭-‬33

Deze mensen hadden de eer van mensen meer lief dan de eer van God.
Jezus zei dat Hij alleen de mensen, die Hem beleiden voor de mensen, ook zou belijden voor Zijn Vader.

Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij en om het Evangelie, die zal het behouden.
Markus 8:35 HSV

Zij wilden hun leven behouden. Maar gaan het verliezen staat er.

Wanneer wij met Jezus gestorven zijn, hebben we niets meer te verliezen.

Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.
Galaten 2:20

Getuig in Wie je geloofd.
Hij legde Zijn leven af en wij in Hem ook.
Daar hebben we ons leven verloren, om het te winnen in Jezus. Halleluja!

En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood.
Openbaring 12:11 HSV

Het was alsof ze wachtten op het goede nieuws.

Er kwam een mail vanuit een woonplaats in het midden van het land. ‘We hebben een filmpje van je gezien over ‘Kies nu het leven.’ Het sprak ons aan, en we begrepen dat je ook regelmatig de straat op gaat…’

Ik was verrast.

‘Zou jij een keer met ons mee willen de straat op? We zijn met een klein team normaal. Er zal een markt zijn en we kunnen veel mensen bereiken.’

Ik keek mijn man aan en hij grijnsde. ‘Vind je leuk hé?’ zei hij. ‘Zeker weten’ antwoordde ik.

Mijn hart brandt voor het evangelie. We hebben de allerbeste boodschap die je maar bedenken kan. Een boodschap van redding. God wil dat niemand verloren gaat!

God was het namelijk die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Wij zijn dan gezanten van Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij u: laat u met God verzoenen. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. 2 Korinthe 5: 19-21

God was het die Zichzelf met de wereld verzoende. Dit is verleden tijd. Hij heeft dit gedaan door Jezus Christus aan het kruis. En daar riep Jezus: ‘Het is volbracht’ Halleluja! Dat is de boodschap die wij hebben.

We besloten de straat mee op te gaan in het mooie stadje. We ontmoeten drie vurige evangelisten in een buurthuis, waarna we met twee van de drie de straat opgingen en 20 mensen tot Jezus zagen komen die dag. Een prachtige oogst.

Opnieuw geboren.

We wilden meteen erna naar huis, maar kregen het nog op ons hart, nog even het buurthuis in te gaan voor een bakkie koffie. Daar zaten Sylvie en Mike met nog andere mensen gezellig te kletsen. Eigenlijk wilden Mike en Sylvie ze die dag niet naar het buurthuis gaan. Op het laatst besloten ze om toch te gaan.

‘Komen jullie hiervandaan?’, was de vraag die ons werd gesteld. ‘Nee, wij komen uit Opheusden en zijn hier gekomen om met wat anderen de mensen over Jezus te vertellen op de straat.’ Ze lachten wat en keken elkaar aan. En ik stelde ze de vraag of zij Jezus al in hun hart hadden. ‘Nee, maar dat wil ik wel’, zei Sylvie. Waarna we samen een gebed hebben gebeden en we allen in diep ontzag waren voor onze Heer. Erna nodigde ook Mike Jezus uit in zijn hart.

Maar allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in Zijn naam geloven. Johannes 1:12

Die middag zijn Sylvie en Mike opnieuw geboren. En dat schreef Sylvie ook op Instagram. ‘Vandaag ben ik opnieuw geboren.’ De Heer heeft een honger en een dorst in hen gelegd en gaat door met Zijn werk. De volgende maand zullen ze worden gedoopt en ze zien er naar uit hun oude leven volledig af te leggen. Die dag namen ze het evangelie aan, waar ze ongemerkt al lange tijd naar op zoek waren. Zelfs als jong meisje had ze al gezocht naar God en wilde christen worden. Maar door omstandigheden werd dit geroofd.

‘We zijn nooit meer alleen en kunnen alles doen met Zijn kracht en hulp’, schreef Sylvie laatst. ‘Ik heb zo’n honger naar alles van God.’

Iedere keer opnieuw raakt het mij wanneer mensen tot geloof komen. De liefde van God voor ieder mens. De bijbel zegt dat er feest in de hemel is wanneer een zondaar zich bekeert.

Halleluja!! God is goed.

Dank U Heer, dat U het goede werk in hen begonnen bent en het zal afmaken. Dat U het zal leren, de weg die ze moeten gaan. Dat Uw oog op hen zal zijn. Dat U ze nooit zal begeven of verlaten en Uw Vrede nimmermeer van hen wijkt. Dank U dat U een honger in ze gelegd heeft. En dat U al wie hongeren en dorsten naar Uw gerechtigheid, zal verzadigen. Amen.

Laat de kinderen tot Mij komen.

‘Wilt u misschien stroopwafels kopen?’ Drie meisjes stonden voor mijn deur en keken me met z’n drieën vragend aan. Ik heb stiekem een beetje een hekel aan verkoop aan de deur. Contant geld moet overal worden gezocht, omdat ik dat meestal niet in huis heb. Maar de meisjes gewoon wegsturen wilde ik ook niet. Dus mijn antwoord was: ‘Tuurlijk meiden, doe er maar drie.’ Glunderend gaven ze de pakjes en mijn zoektocht naar geld begon in het huis. Uiteindelijk had ik het bij elkaar gesprokkeld en keerde terug naar de geduldige meisjes aan de deur.

Ik begon een gezellig praatje met ze. Vroeg ze waar ze vandaan kwamen en of ze familie van elkaar waren. Het bleken zusjes te zijn uit een groot gezin. Ik vroeg ze, of ze de Heere Jezus misschien al kenden. ‘Ja, hoor die kennen we zeker!’ ‘Mijn moeder is ook bekeerd.’ zei de oudste. ‘Sinds ze bekeerd is, doet ze geen oorbellen meer in. Dat mag niet van God, meenden ze.

Ik begon ze te vertellen wie de Heere Jezus is en ze beaamde mijn verhaal. Ook vertelde ik ze dat ik regelmatig de straat op ga om mensen te vertellen over de Heere Jezus en dat Hij is gekomen om de mensen te redden. Hij kwam, vertelde ik, om te zoeken en te redden wat verloren is. En dat dit soms mensen zijn die helemaal onder de tatoeages zitten en heel veel oorbellen hebben. De jongste keek me bedachtzaam aan en vroeg; ‘Wat zijn dat, tatoeages?’ ‘Nou,’ berichtte haar oudere zus, ‘dat zijn plakplaatjes van de Albert Heijn, die je er niet meer af krijgt.’

Ik vertelde verder dat ook deze mensen op straat ook liefde kregen van en voor de Heere Jezus. ‘Ja,’ zei oudste zus weer, ‘het maakt niet uit hoe je eruit ziet!’

‘Houden jullie van de Heere Jezus?’ vroeg ik. ‘Heeeel veel’ was hun antwoord. ‘Maar, we moeten nog wel bekeerd worden.’

Ik was verdrietig na dit gesprekje. Niet omdat de meisjes zoveel van de Heere Jezus houden uiteraard, maar om het feit dat dit volgens het onderwijs wat ze krijgen niet genoeg is om een kind van God te zijn.

Je moet tenslotte eerst nog bekeerd worden.

Ik huilde het uit bij de Heer. ‘Heer, hoe kan het, dat ze Uw woord zo moeilijk hebben gemaakt?’ Breng die kinderen maar Heer, laat ze maar komen aan de deur met wat dan ook, ik wil ze wel vertellen wie U bent.

Jezus zegent de kinderen in Markus 10:13-16 ‘En ze brachten kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken, maar de discipelen bestraften degenen die hen bij Hem brachten. Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. Voorwaar ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet ingaan. En Hij omarmde hen, legde de handen op hen en zegende hen.

Wauw! Jezus omarmde de kinderen. Wat een Liefde! Hij gaf de kinderen als voorbeeld om tot Hem te komen. Een kind neemt gewoon aan wat hij hoort. En Hij nam het de discipelen zelfs zeer kwalijk dat ze de kinderen weg wilden houden. Hij omarmde ze, legden de handen op en zegende ze.

Een tegenstelling kreeg ik een paar weken later bij het centraal station van Amsterdam. We begonnen het evangelie te vertellen tegen een mevrouw en haar kinderen. En één van haar kinderen, een jongen van een jaar of acht keek ons de hele tijd met open mond aan. Ineens vroeg hij: ‘Waarom zeggen jullie de hele tijd het scheldwoord Jezus?’ Even was ik perplex. Dit kind had nog nooit het woord jezus anders gehoord, dan door een scheldwoord en dacht dat wij dit ook zo gebruikten. Snel legde ik hem uit hoe het echt zat. Dat Jezus Christus de zoon van God is, die gekomen is om het weer goed te maken tussen God en ons. ‘oh?’ kwam er uit zijn mond… Ik zei hem dat hij de Heere Jezus ook kon uitnodigen in zijn hart. ‘oh’ opnieuw… Je mag gewoon zeggen, ‘Lieve Heere Jezus kom in mijn hart’ zei ik. Meteen zei hij mij na; ‘Lieve Heere Jezus kom in mijn hart.’ Dat is een kind. Geen maar, maar gewoon doen.

Zijn mama moest gaan, omdat hun metro er was en ze zei tegen hem; ‘Oma kan je er alles over vertellen.’

Wauw, oma weet ervan en heeft er blijkbaar nog nooit iets over gezegd. Meteen bad ik ‘Heer, laat het zaad wat gezaaid is opgroeien in het hart van dit kind. Laat niemand het roven uit zijn hart. Laat hij dit moment nooit vergeten en dank U dat U zelf dit kind zal vast houden. Stuurt u mensen op zijn pad, zodat hij meer zal gaan horen. En Heer, laten al die kinderen weten dat U zelf hen omarmen zult als ze tot U komen. Amen.