Hoe zou jij je Redder eren?

Daar komt ze binnen. Een vrouw die bekend staat als hoer. Jezus is op bezoek bij de Farizeeër Simon. En wanneer Jezus daar bij hem aan tafel ligt, en de vrouw Jezus ziet, begint ze te huilen. Haar tranen druppelen op de voeten van Jezus. Zijn voeten worden nat en ze begint Zijn voeten af te drogen met de haren van haar hoofd.

Ze huilt aan Jezus voeten.

De Farizeeër velt een oordeel in Zijn hart. Pfff… Als deze man echt een profeet was, dan had Hij geweten dat deze vrouw een hoer was en dan had Hij dit nooit laten gebeuren. Simon bekeek het vanuit zijn positie van Farizeeër. Een wetgeleerde.

Het maakt haar niet uit wat iemand denkt. Ze wil Hem, Jezus zo graag eren om Wie Hij is. Een wetteloze vrouw, komt binnen bij een wetshandhaver en raakt zijn bezoek die aan zijn tafel ligt aan. Huilend nog wel. Wat een vertoning is dit.

Jezus kent zijn gedachten zegt: ‘Simon, luister, Ik heb je wat te zeggen.’ ‘Meester, ik luister.’ zei Simon en Jezus begint een verhaal.

Jezus zei: Een zekere schuldeiser had twee schuldenaars; de één was vijfhonderd penningen, (dat is het dagloon van een arbeider.) schuldig en de ander vijftig. Toen zij niets hadden om te betalen, schold hij het hun beiden kwijt. Zeg dan: Wie van hen zal hem meer liefhebben? Lukas 7:41-42

Wie zou meer dankbaar zijn, een rechtvaardige? Een wetsdienaar, of een hoer? Wie zou meer dankbaar zijn? Iemand die zichzelf al een goed persoon vindt? Of iemand die weet dat hij/zij genade nodig heeft?

Simon antwoordde en zei: Ik denk dat hij het is aan wie hij het meeste kwijtgescholden heeft. Hij zei tegen hem: U hebt juist geoordeeld. Lukas 7:43

Een wetsgeleerde is van de zekerheden. Zeker weet hij wat goed en fout is. Ineens verandert dat blijkbaar en hij zegt:’ Ik denk…’ Iedereen weet dat iemand die meer schuld heeft, meer dankbaar zal zijn. Iemand die 50.000 euro schuld heeft. Of iemand met 5000 euro. Het eerste bedrag voelt onoverkomelijk. Hoe kom ik daar ooit vanaf? De 5000 is te doen. Die persoon zal nooit zo dankbaar zijn. Word je gered van de dood of van in het water vallen, een groot verschil.

Ik ben gered van de hel. Ik was daar op weg naar toe. Ik was op weg naar de hel en toen hoorde ik dat daar Jezus was. Dat Hij mij had gered door aan het kruis te gaan en Zijn leven af te leggen voor mij. Dat Hij daar door alles en iedereen verlaten was. Dat hij kapot geslagen werd voor mijn genezing. Hij was daar en nam mijn enorme schuld mee aan het kruis en riep ‘HET IS VOLBRACHT.’ Zodat ik een open toegang heb gekregen naar God de Vader. In Hem leef ik en beweeg ik. Halleluja!

Zij heeft Mijn voeten met zalf gezalfd. Daarom zeg Ik u: Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefgehad; maar aan wie weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief. En Hij zei tegen haar: Uw zonden zijn u vergeven. En zij die mee aanlagen, begonnen bij zichzelf te zeggen: Wie is Deze Die ook zonden vergeeft? Maar Hij zei tegen de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede!

De farizeeër nam aanstoot aan de uitbundig bewogen vrouw die huilde aan en op de voeten van Jezus. Die Zijn voeten afdroogde met haar haren. Zijn voeten kuste en ze zalfde met olie.

De religie kijkt ook zo. Ja, ja als je echt een gelovige zou zijn, zou je dat niet doen. Je zou niet zo uitbundig zingen, je zou niet zo enthousiast over Jezus praten. Je zou ingetogen zijn en praten over een hoop die je hebt. Je zou je haar netjes vast doen. Je gedragen als een waardige vrouw, in je daad gelaat en gepraat.

Jezus kijkt heel anders. En Hij keerde Zich om naar de vrouw en zei tegen Simon: ‘Ziet u deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen: water voor Mijn voeten hebt u niet gegeven, maar zij heeft Mijn voeten met tranen natgemaakt en met het haar van haar hoofd afgedroogd; u hebt Mij geen kus gegeven, maar vanaf het moment dat zij binnengekomen is, heeft zij niet opgehouden Mijn voeten te kussen; met olie hebt u Mijn hoofd niet gezalfd, maar zij heeft Mijn voeten met zalf gezalfd.’

Op Youtube komen filmpjes voorbij van een rechter. De rechter kijkt vriendelijk uit zijn ogen. Mensen die bij hem komen, hopen op een eerlijk vonnis. Hij is een eerlijke, vriendelijke en oprechte rechter. Veel van de mensen worden vrij gesproken of krijgen een lage straf. Ze weten het niet zeker als ze naar hem toegaan. Ze hopen op genade. Net als de religie die het nooit zeker weet. Heb ik genoeg goed gedaan om Jezus te verdienen? Nee, nooit.

De vrouw wist het zeker. Ze eerde haar Redder al voor de redding die ze geschonken kreeg. De vrijspraak van Jezus. Ze wist in geloof dat Hij haar zou vrijspreken en eerde Hem daarvoor met haar liefde. En Hij zei tegen haar: Uw zonden zijn u vergeven. Lukas 7:48 En Hij zei tegen de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede! Lukas 7:50

Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn. Johannes 8:36

Jezus bevrijdt zeker weten. Hij heeft alles volbracht omdat God de wereld zo lief had. Johannes 3.16

Hoe zou jij je Redder eren?

Leven door het vlees, of door de Geest?

We zaten te eten toen ineens een jongetje aan tafel zei: ‘Mijn vader kijkt altijd naar andere vrouwen. (lachend) ‘Dat vind hij leuk.’ ‘Ik vind het ook wel grappig. ‘Zei hij. Een stilte viel aan tafel en we keken het jongetje aan. Vond hij het echt grappig? Het waren tenslotte andere vrouwen dan zijn moeder. Voorzichtig vroeg ik hem wat hij er dan grappig aan vond. Zijn antwoord was: ‘Ja, ik ga dat later denk ik ook doen. Maakt niets uit zei mijn vader.’ Er ging een steek door mijn hart. Een bewogenheid voor dit kind, wat al een boodschap mee kreeg van ontrouw. Een steek voor zijn moeder die dit moest accepteren. Onze jongste kwam met zijn conclusie ‘Ik denk niet dat jouw moeder dit leuk zal vinden!’ Puur uit zijn hart. Een jongen van tien destijds, kon zich niet voorstellen dat de moeder van dit kind het leuk zou vinden dat zijn vader naar andere vrouwen keek.

Een mooie les om ook in ons dagelijks leven te bedenken. Waar zijn we op gericht? Op dingen van het vlees? ‘Nou zeg, stel je niet zo aan! Dat doen mannen gewoon.’ Of over vrouwen… ‘Ja, vrouwen houden nu eenmaal van klagen.’ ‘Er woont in ons toch geen goed. We zijn nou eenmaal zo.’ In ons vlees woont inderdaad geen goed. Dan proberen we van alles goed te maken en lukt het niet.

De bijbel zegt dit: ‘Namelijk, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest. Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede.‘ Romeinen 8: 5-6

Alleen het leven naar de Geest brengt leven en vrede. Leven naar het vlees brengt de dood.

Jezus kwam in het vlees, zodat wij niet meer naar het vlees hoeven te leven.

Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander zodat jij niet doet wat jij maar wenstIndien jij je echter door de Geest laat leiden, dan ben je niet onder de wet. Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.’ Galaten 5:16-21

Doordat God Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde zond in het vlees, hoeven wij niet meer naar het vlees te leven. Zijn vlees werd gekruisigd, zodat wij ons vlees kunnen kruisigen.

Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaanHij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.’ Romeinen 8:1-4

Wanneer we focussen op ons vlees: ‘Ik moet nog dit afleggen, ik mag dit niet. Ik moet dat nog wel. Ik moet letten op mijn woorden. Ik moet vriendelijk zijn, ik moet geduldig zijn. Oh ja ook nog nederig en geduldig. Dat zegt het woord van God. Dus dan moet ik dat ook doen. Helaas, we zullen falen. Ons vlees kan tijdelijk aardig zijn, geduldig als alles meezit, sommige mensen iets langer met een geduldiger karakter, maar uiteindelijk falen we. In Romeinen 7 lezen we dat Paulus dit ook zegt. ‘Ik ellendig mens, wie kan mij verlossen uit dit vlees van dood. Maar ik dank God voor Zijn zoon Jezus Christus!’ De wet kon het niet vervullen. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaanHij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees. (Rom.8:3) God zond Zijn Zoon om ons vrij te maken van de vloek van de wet. Die zei dat we niet konden voldoen aan de eis van die wet. De wet bracht dood. ‘Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont.'(Rom.7:18)

Welnu, broeders, wij zijn aan het vlees niet verplicht om naar het vlees te leven. Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.  Namelijk, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangendie opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’ Romeinen 8:12-16

Jezus kwam in het vlees tot ons. Zijn vlees werd gekruisigd. Wanneer we in Hem zijn, leven wij niet meer. ‘Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.’ Galaten 5:24 Zijn vlees werd gekruisigd en stierf, zodat wij niet meer naar het vlees hoeven leven, maar naar de Geest. De wet laat ons zien dat we vanuit onze oude natuur het goede niet kunnen volbrengen. Maar wanneer we door de Geest wandelen, leven we niet meer in onze oude natuur. Die is gestorven aan het kruis met Christus. En begraven in de doop.

Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. Ik doe de genade van God niet teniet; want als er gerechtigheid door de wet zou zijn, dan was Christus tevergeefs gestorven.’ Galaten. 2: 20-21

Kinderen van God, hoe relaxed, is dit. We zijn gekruisigd met Christus. Leven naar de Geest. Ik leef niet meer zelf, waardoor ik mezelf kan richten op degene Die het leven gaf, Jezus Christus. Hij werd gekruisigd, werd begraven in het graf en stond op in nieuw leven.

Als we naar de Geest leven, dan zullen we geen vrucht meer voortbrengen van het vlees. Maar vruchten van de Geest. Ja, maar Paulus zei toch ook dat hij niet goeds kon doen? Klopt! In het vlees komt er niets van terecht. Maar! ‘De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden.‘ Galaten 5:22-25

Wie nog denkt dat het niet uitmaakt om in het vlees te leven, ‘wij kunnen daar toch weinig aan doen?’ De bijbel zegt dat leven naar het vlees, vijandschap is tegen God. ‘Namelijk, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem. Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.‘ Romeinen 8:7-10.

‘Halleluja!! Dank U Heer, dat ik niet meer hoef te zwoegen tegen mijn oude natuur. Deze is gekruisigd met U, gestorven met U en weer opgestaan met U in nieuw leven toen ik onderging in het watergraf. Mijn vlees wil soms nog van alles, maar ik leef niet naar het vlees. Heer, laat me steeds zien, waar ik vrede en leven verlies, zodat ik mij meteen kan bekeren van mijn weg. Dank U Jezus dat U alles gedragen heeft aan het kruis en dat U riep: ‘Het is VOLBRACHT!’ Amen.’

Spreek één woord.

Er zijn zoveel problemen in de wereld. Ziekte in levens, fysiek of mentaal. We lopen massaal naar artsen, coaches, pastoraal medewerkers en elkaar. Steeds opnieuw worden de verhalen van pijn aan elkaar verteld. Het liefst laten we de pijn van onze ziel weten en hopen dat de ander dat ook even meevoelt. Naast ons gaat zitten en zegt: ‘Joh, wat verdrietig voor je. Wat moet het moeilijk voor je zijn. Ik kan me voorstellen hoe moeilijk dit voor je is.’ ‘Jezus is naast je hoor, Hij weet van je pijn en kent je nood.’ Mooie woorden toch? Fijn om onze ziel te strelen.

Jezus kwam nooit om de ziel te strelen. Hij kwam om te redden. Te redden wie verloren zijn.

Hij zette me vrij.

Er was een vrouw bij een put. Ze was een verworpen vrouw. Een Samaritaanse. Ze kwam in schaamte overdag, in de hitte, wanneer niemand kwam om water te putten. Jezus zat er al en vraagt haar water. Ze gaat eerst in verdediging. ‘U mag niet met mij praten. Ik ben een Samaritaanse en u een Jood. Jezus geeft haar de opdracht om haar man te halen. Ze antwoordt met: ‘Ik heb geen man.’ Jezus antwoorde haar: “Het klopt dat je zegt dat je geen man hebt. Want je hebt vijf mannen gehad, en met de man met wie je nu leeft, ben je niet getrouwd. Je hebt dus de waarheid gezegd.Toen zei de vrouw: “Heer, ik zie dat U een profeet bent.” Johannes 4:17-19

De vrouw vraagt nog iets over aanbidden. Waar en hoe en Jezus geeft daar antwoord op en dan begint de vrouw te praten over de Messias die is beloofd.

 De vrouw zei tegen Hem: “Ik weet dat op een dag de Messias komt. (Hij wordt ook wel de Christus genoemd.) Als Hij er eenmaal is, zal Hij ons alles vertellen en uitleggen. Jezus antwoordde: ‘IK BEN dat,  Ik die nu met jou praat.’ Johannes 4:25-26

De vrouw rent terug naar de stad en verteld de mensen dat er Iemand precies verteld heeft wie ze was. ‘Dat moet de Messias wel zijn’ zei ze. Vele kwamen door haar getuigenis tot geloof.

Jezus sprak en ze geloofden. De vrouw werd in één keer vrijgezet van schuld en schaamte en was zo vol daarvan, dat ze terug rende naar de stad en er veel mensen door tot geloof kwamen.

Sommige mensen denken dat we moeten blijven terug keren naar oude pijnen om herstel te ontvangen. ( Ik ook lange tijd) Dan kunnen ze met je meeleven. ‘Oh, wat moet je eenzaam zijn geweest, dat je zoveel mannen hebt gehad. Wat moet jij je misbruikt hebben gevoeld. Wat zal je, je schamen voor de mensen om je heen. Wat zal je hart kapot zijn.’ Al kan het allemaal waar zijn, Jezus sprak dit soort woorden niet. Hij zei: “Als je wist wat God jou wil geven, en als je wist Wie hier aan jou om drinken vraagt, dan zou jij aan Hém om drinken hebben gevraagd. Dan zou Hij je vers water hebben gegeven.” Johannes 4: 10

Als je eens wist wie Ik Ben‘ zegt Hij… Als je dat eens wist. Dan zou je het Mij vragen.

Ik in jouw plaats.

Daarna kwam Jezus in Kapernaüm. Daar kwam een Romeinse hoofdman naar Hem toe.  Hij zei tegen Jezus: “Heer, mijn knecht ligt ziek thuis. Hij is verlamd en heeft erge pijn.”  Jezus zei tegen hem: “Ik zal komen en hem genezen.” Maar de hoofdman antwoordde: “Heer, ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt. Maar U hoeft maar één woord te zeggen. Dan zal mijn knecht gezond worden. Want ik moet zelf ook gehoorzamen aan de mensen die boven mij staan en mij bevelen geven. En ik heb zelf soldaten aan wie ik bevelen geef. Als ik tegen de één zeg: ‘Ga!’ dan gaat hij. En als ik tegen een ander zeg: ‘Kom!’ dan komt hij. En als ik tegen mijn slaaf zeg: ‘Doe dit!’ dan doet hij het.” Een ander verhaal in Mattheüs 8. ” Jezus, ik geloof dat wanneer U een woord spreekt, hij genezen zal zijn! Het gebeurde wat deze man geloofde. En Jezus zei tegen de hoofdman: “Ga naar huis. Wat je gelooft, zal gebeuren.” En de knecht genas, precies op dat moment. (vers 13)

Op geloof werden de mensen genezen. Ze kwamen bij Hem. Hij openbaarde zich en ze geloofden.

Toen ik tot geloof kwam, werd me verteld dat er allerlei processen op gang kwamen nu. Genezingsprocessen van mijn hart en soms van mijn lichaam. Wanneer ik het woord lees, kan ik dat niet terug vinden. Jezus openbaarde zich volledig. En ze genazen. Ik heb bij coaches gelopen, enorm veel gelezen en gesprekken gevoerd. Het hielp me om te gaan met dingen op gevoel(ziel)niveau. Tot er een moment was, dat een broeder woorden van kennis sprak. Op dat moment leefde ik onder schuld en schaamte, waardoor ik het dorp niet eens meer in durfde om boodschappen te doen. Er waren dingen uitgesproken waardoor ik nog meer in schuld en schaamte verdween. Er kwam een woord van deze broeder van de Heer en het zette me in één keer vrij. Op datzelfde moment ruilt Jezus het kapotte in. Mijn zwakte werd geruild voor Zijn kracht. Hij zette me vrij van schaamte en gaf er vrijmoedigheid voor terug. Net als bij de vrouw bij de put, ren ik de mensen tegemoet. ‘HE! Weet je wie Jezus Christus is? Hij zette me vrij. Met één woord!’

Dank U Jezus dat U bent die U zegt dat U bent. De Weg, de Waarheid en het Leven. Dat ik door U tot de Vader mag komen. Dat U het begin en einde bent. Speek Heer.. Eén woord. Amen.

Dankbaarheid.

Jaren geleden vierden we het kinderfeestje van onze oudste zoon. Ongeveer zeven kinderen waren gekomen. Er begon er één met klagen… Waarom gaan we niet naar een speeltuin? Ik vind thuis blijven niks aan. De anderen luisterden mee en een paar gingen zijn voorbeeld volgen. ‘Ja, thuis blijven is niks aan.’ ‘ Wij gaan altijd ergens naar toe,’ zei weer een ander. Het irriteerde me enorm. ‘Wat ondankbaar zeg!’ zei ik tegen mijn man.

Op mijn beurt kon ik ook klagen over kleine en grote dingen. Klagen over mensen om mij heen, klagen over klagende klanten, klagen over de rommel in huis, de vieze auto, de was etc..

Onvrede..

Klagen staat tegenover dankbaarheid. Het legt een focus op wat er niet is. Onvrede. Klagende mensen, zijn meestal niet de meest aantrekkelijke mensen om mee om te gaan. Er is altijd wel iets waar over geklaagd kan worden. Een focus op een tekort. Alsof er niet goed voor ons gezorgd wordt.

Tegen God kunnen we ook klagen. Allemaal vragen stellen om het gemeende tekort vervuld te krijgen. Ik kom er zelf steeds meer achter dat juist de dankbaarheid mij blijdschap geeft. Dankbaar dat de Heer voor ons zorgt, dat Hij alles doet mee werken ten goede. Dat ik ook van dingen die niet goed gaan, kan leren. Steeds je blik te richten op alle mooie dingen van het leven.

Psalm 100

Een lied
voor de Heer!
Dien de Heer met blijdschap.
Kom vrolijk zingend naar Hem toe. Geef toe dat de Heer God is.
Hij heeft ons gemaakt en wij zijn van Hem.
We zijn zijn volk, zijn schapen, en Hij is onze Herder.
Ga met een danklied zijn poorten binnen.
Kom met een danklied naar het plein van zijn heiligdom.
Prijs de Heer! Dank Hem!
 Want de Heer is goed.
Zijn liefde duurt voor eeuwig.
Zijn trouw houdt nooit op.

Iedere dag zijn er tienduizend redenen tot dankbaarheid (opwekking) Mensen die dankbaar zijn, zijn positief. Ik wil graag bij deze mensen in de buurt zijn. Je kunt er van leren. Ze zien in alles het zonnige stukje. Waar je mee omgaat, word je mee besmet is een spreekwoord. Ga je om met negatieve, ontevreden en klagende mensen, dan word je daar deel van. Of hoor je mensen praten over de grote dingen van God?

Vroeger kon ik helemaal uit mijn dak gaan wanneer er iets mis ging. Een glas viel op de plavuizenvloer in gruzelementen en er kwam een bitter geluid uit mijn keel met de woorden: ‘Kun je niet uitkijken?’ ‘En wie kan dat weer opruimen?’ Of je kunt zeggen; ‘Kan gebeuren!’ ‘Gelukkig hebben we glazen genoeg zodat we niet zonder zitten.’ Of één van onze kinderen had drinken in de vriezer gezet en was het vergeten. Hierdoor was het colablikje ontploft en zat de hele koelkast eronder. Balen natuurlijk. ‘Blijf dan ook met je vingers ervan af.’ Zei ik dan. Nu kan ik zeggen: ‘Het kan gebeuren, ik vind het niet zo fijn, maar het voordeel is dat de koelkast weer eens lekker schoon is nu.’

Bewust worden van gedrag helpt zo enorm. Wanneer we in zelfmedelijden gaan, kunnen we onmogelijk dankbaar zijn. Het is dan zo gericht op ons zelf… ‘ Niemand begrijpt mij.’ ‘ Ik moet altijd alles alleen doen.’ ‘Blijkbaar heeft God lievelingetjes, want veel mensen krijgen veel meer dan ik.’ ‘Ik maak dit weer mee.’ Jaloezie en bitterheid gaan de boventoon voeren.

In alle omstandigheden, moeite, verdriet, problemen. We zijn met God in staat om altijd vreugde te hebben. We kunnen altijd in een houding van dankbaarheid leven. Zelfs in de meest moeilijke situatie weten dat God voor ons zorgt. Dat Hij ons niet in de steek laat.

‘Ja, maar ik voel me gewoon zo rot…’ Ga maar danken.. ‘Ja, maar jij weet niet waar ik doorheen ga!’ Klopt, ga maar danken dat je het met de Heer aan kunt. ‘Jij weet niet hoe zwaar mijn weg is!’ Ook dat klopt, maar Jezus weet het en Hij helpt je in iedere situatie met de uitweg.

1 Thessalonicenzen 5:16-18 
Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.” 

De juiste richting..

Filippenzen 4: 6-7 
“Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.” 

Alles wat uit je mond komt, komt uit de diepte van je hart. Zit er onvrede? Dat komt eruit. Ben je dankbaar, dan horen en zien mensen dat van je.

Colossenzen 3: 15
“Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar.”

Laten we over ons hart waken. Dat is de bron van leven zegt de bijbel. We zijn geroepen om de vrede van Christus te laten heersen.

Gebed: Dank U Vader dat U altijd voor ons zorgt. Dat U de goede Herder bent. Dat we Uw stem kunnen horen. Ik dank U dat u altijd alles doet meewerken ten goede. Dank U voor een dak boven mijn hoofd, voor een bed om in te slapen. Dank U voor mijn kinderen. Dank U dat U ons te eten geeft. Dank U voor de bloemen in het veld. Dank U dat ik iedere dag weer bij U mag komen met alles wat in mijn hart leeft. Dank U dat ik me nooit zorgen hoef te maken. Dank U dat Uw juk zacht is en Uw last licht. Dat U al mijn zonden aan het kruis heeft gedragen. Dat U ziekte op U nam… Amen..

Vul je eigen gebed van dankzegging maar in… Het is zoveel langer dan dit. Wanneer we gaan leven vanuit die dankbaarheid, wordt de lijst iedere dag langer. Dankbaarheid vult je hart met blijdschap en vrede..