Heerlijk relaxed zaten we in onze hotelkamer even bij te komen van de hitte buiten. We hadden een dagje strand gehad in Griekenland, maar alleen al het stukje lopen van de strandstoel naar de kamer zorgde al voor een laagje zweet op je rug.
Ineens was er enorme herrie naast ons in de kamer naast ons. Alle dagen en nachten hadden we nog niks gehoord en ik voelde een lichte irritatie. Nee, hé! Ze gaan toch geen mensen naast de onze zetten die zo luid zijn?
Een kwartiertje later hing ik wat met de hand gewassen kleding buiten aan het wasrek. Daar stond de luidruchtige buurman een peukie te roken. Ik voelde de drang in mijzelf omhoog komen om het evangelie te delen. ‘ Mmm, nu even niet hoor. misschien morgen.’ Dacht ik. Maar ik deed het toch. De Liefde dringt me. ‘Meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een plan heeft voor uw leven?’ Hij keek me aan of hij water zag branden en ik besefte dat hij me niet begreep in het engels. Dus ik begon het te vertalen op translate. En liet het hem lezen. Toen ik mijn telefoon over het balkon aan de man liet zien, pakte hij hem uit mijn handen. ‘Oh Heer, dank U dat U waakt over mijn spullen.’ Bad ik ondertussen.
De man werd blij van wat hij las en gaf mijn telefoon terug. En ik typte driftig verder. Dat we allemaal gezondigd hadden, en daardoor de nabijheid van God missen. En dan de oplossing!
Het evangelie! Het goede nieuws dat Jezus kwam om te zoeken en te redden wat verloren was.
Hij ging het gebed om redding mee bidden. Of beter gezegd, hij bad het. Ik kan geen Grieks lezen. En hij was zo blij! Van alles wat ik had geschreven wilde hij foto’s maken.
Toen begon hij te vertellen wie ze waren. Ze waren vier uur naar dit hotel komen rijden, omdat hij de manager was van een zanger en tevens zijn chauffeur. De zanger zou één uur lang die nacht gaan zingen in een lokale club, en de volgende dag zouden ze terug rijden.
Eén nacht!
Ze waren slechts één nacht naast onze kamer. En dat ene moment kreeg de man het evangelie te horen. Ik was zo blij! De Heer zond iemand naast ons. En we kregen de kans hem het allerbeste nieuws te vertellen. En de man vervolgde zijn weg met blijdschap.
Stiekem hoopte ik dat de man meteen zo veranderd was, dat ze die nacht zachtjes zouden doen. Dat was niet zo. Maar de blijdschap dat Hij het allerbeste nieuws had gehoord, won het en ik bad zachtjes terwijl iedereen sliep.
‘Heer, dank U wel, dat U het goede werk dat U in hem begonnen bent, ook zult afmaken.