Het was koud buiten. En een beetje guur. Maar ik had een Woord mogen delen met het team. Het ging onder andere over wat Paulus zei:
“En ik, broeders, toen ik bij u kwam (1 Kor. 1:1-2), ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen, want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.”
Precies dat is wat we doen. We prediken Jezus Christus en Die gekruisigd. We hoeven zelf geen mooie woorden te bedenken, maar alleen het Woord van God te brengen. We hoeven niemand te overtuigen, want de Heilige Geest overtuigt. Dat is toch relaxed?

We hebben de gewoonte om twee aan twee te gaan, maar vandaag liep ik even alleen, omdat ik het team moest leiden. Ondertussen vertelde ik de mensen ook het evangelie. Er gebeuren zulke mooie dingen op die dagen. Zoveel mensen denken te weten wie God is en willen op basis daarvan er regelmatig niets mee te maken hebben, maar dan hebben ze nooit een ontmoeting gehad.
En dan, ineens, krijgen ze een ontmoeting met de liefde van God—en daar kunnen ze geen nee op zeggen. Dat is zo mooi om te zien. Glans komt in ogen die dof stonden, tranen vloeien ineens, stralende gezichten.
Ook een jong stel sprak ik die dag aan. Ze hadden het nog nooit gehoord. En ze wilden het heel graag aannemen. Een ander stel was God een beetje kwijtgeraakt. Vooral de man. De vrouw keek een beetje angstig naar hem: Hoe gaat hij reageren? Hij lachte. Tja, ik ben een beetje weggelopen, zei hij. “Maar het is super dat we jou nu tegenkomen, ik wil wel terugkeren naar God.” Voor deze man kreeg ik een woord van kennis. Het woord was dat hij als een vader zou zijn voor de jonge generatie, als hij zich zou laten slijpen door onze hemelse Vader. En nog wat meer dingen, die ik me niet meer herinner. Hij lachte opnieuw. “Dat is wel mijn verlangen. Ik zou graag iets willen betekenen voor de jonge generatie.” Halleluja. De Heer weet precies wat nodig is.
Een andere man stond naast ons en luisterde een beetje mee. Toen ik klaar was, vroeg ik hem: “Heeft u gehoord wat ik zei?” “Ja,” zei hij, “en ik wil dat gebed ook. Kun je dat met mij doen?”
Het raakte mijn hart. “Natuurlijk kan dat, meneer.” Dat gaan we meteen doen.
God is zo goed.
Hij is trouw. De kou was weg. Alleen maar vreugde. En de vreugde in de Heer is onze kracht.