Eerst geloven en dan zien…

‘Huh wat is dat voor vreemde koptekst”Het is toch andersom?”

‘Eerst zien en dan geloven,’ zeggen we altijd!’ Klopt helemaal. Dit is wat we normaal vonden in ons oude leven. De Bijbel zegt dat we ons denken moeten vernieuwen. Niet natuurlijk denken, maar bovennatuurlijk. Vanuit een nieuw leven met de Heer. In geloof en vertrouwen.

We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar.2 Korintiërs 5:7

Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. Hebreeën 11:1

Ik heb vaak mensen gevraagd te bidden voor situaties. ‘Bid mee.’ ‘Bid jij mee?’ ‘Kun je voor ons bidden?’ Ik vroeg nooit of ze geloof hadden dat het zou gebeuren. Ook kreeg ik regelmatig de vraag, of ik voor situaties wilde bidden. Er werd niet gevraagd of ik geloof had voor hun situatie en vanuit mijn christenplicht (religie?) zei ik: ‘ ja tuurlijk wil ik voor je bidden.’ Ik voelde soms dat ik er totaal geen geloof voor had, maar durfde dat niet te zeggen. Stel dat ze in me teleurgesteld zouden zijn! Ik bad even snel een gebedje en ondertussen riepen mijn gedachten dat het toch niet zou gebeuren. Maar ik had in ieder geval gedaan wat gevraagd was. Mijn christelijke plicht toch?

Thomas een dienstknecht van Jezus mag de gaten in de handen van Jezus zien. Ook het gat in Zijn zij mag hij zien. Dan roept Thomas uit: ‘Mijn Heere en mijn God.’ Jezus antwoordt hem:’ Omdat je me gezien hebt, heb je geloofd. Gelukkig zijn zij, die niet gezien hebben en toch hebben geloofd.’ ( Johannes 20) Eigenlijk zegt Hij: ‘Logisch dat je gelooft, je hebt het eerst gezien! Dat is niet zo moeilijk.’

Geloof wordt altijd beloond. Geloof wordt ook regelmatig getest. Geloof is niet zien en toch geloven wat God zegt.

Geloof is uitstappen zoals Mozes door de Rode Zee ging, toen hij het volk Israël uit Egypte Leidde en toen hij de eerst stap zette, het water in de zee open liet splijten. Geloof was van Jozua en Kaleb, die ondanks dat ze reuzen zagen in het land van belofte, geloofden dat God ze het land zou geven. Geloof is: Zeven keer om Jericho lopen in geloof dat God zal voorzien in de overwinning. Geloof is het onmogelijke te zien gebeuren voor het werkelijkheid is.

Even een kaartje sturen naar een ander die het moeilijk heeft. Mooie tekst. Een tekst vol hoop. Mijn trotse hart zei dat ik dit best zou kunnen. Tuurlijk zou ik God loven als het moeilijk zou worden. Tuurlijk zou ik weten dat Hij mij zou redden.

Al zal de vijgenboom niet bloeien,
al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt.
Habakuk 3:17-18

Dan in geloof te staan, wanneer het echt gebeurt en te juichen omdat Hij je redt.

Ik denk dat we dit allemaal kunnen denken wanneer het goed gaat, dit mee te kunnen zeggen met Habakuk. Totdat er echt zwaar weer komt. Dan kunnen we niet zonder het geloof waar Habakuk mee eindigt.. Ik zal juichen omdat Hij mij Redt! Hij spreekt geloof. Hij zal mij redden.

Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond. Hebreeën 11:6

Geloof krijgen we en kunnen we oefenen. Laten we ook eerlijk zijn wanneer we het niet hebben. Wil je voor me voor die situatie bidden? Ik mis geloof. Ik ga eerst daaraan werken. Ik ga ernaar op zoek. Ik ga het Woord in en ga met de Heer zoeken wat Hij wil zeggen en belooft.

Jezus zei; “Als je gelooft…

Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?’ Johannes 11:40

Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.Marcus 9:23

Alles waarom jullie in je gebeden vragen zullen jullie krijgen, als je maar gelooft. Matteüs 21:22

Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. Jakobus 5:14-15

Ik had geloof en daarom sprak ik…

Daarom zeg Ik jullie: alles waar je om bidt, zal gebeuren als je gelooft dat je het zal krijgen. Marcus 11:24

Gebed: Heer help me te leven uit geloof. Dank U dat U zelf bidt dat ons geloof niet ophoudt. Dank U, dat U zelf beloofd heeft, dat U ziekte zal genezen op geloof. Dank U dat U zal voorzien vanuit Uw rijkdom. Dank U dat U iedere dag opnieuw moed geeft voor vandaag. Dank U Vader, Dank U voor alles! Amen.

Zolang we in dit lichaam wonen, wonen we niet bij de Heer.  We geloven in Hem, maar we zien Hem nog niet. We leven met Hem vanuit geloof, niet vanuit wat we zien.  Maar we zijn vol goede moed. En we kijken ernaar uit om ons lichaam te verlaten en bij de Heer te gaan wonen.  Daarom doen we altijd ons uiterste best, zodat Hij tevreden over ons zal zijn. Het maakt daarbij niet uit of we hier in dit lichaam wonen, of bij de Heer wonen. 2 korinthe 5:7

Ik kan u niet redden…

Vandaag wil ik even iets delen wat recht uit mijn hart komt. We leven in een tijd van Corona. De tweede golf wordt het genoemd. Net als veel mensen, kan ik het woord Corona bijna niet meer horen. Ik zie mensen angstig naar elkaar kijken, als potentieel gevaar. Afgelopen week nog… Ik fietste een heerlijk rondje op de racefiets. Wat een weertje was het zeg. Ik genoot met volle teugen. Ik reed op een fietspad naast een doorgaande weg. Van ver zag ik een man met zijn hond lopen en besloot vast aan de kant te gaan voor hem… De man keek me aan, alsof ik hem iets aan zou doen en ik zag hem half de berm in duiken, terwijl ik voorbij zoefde. Ik werd er gewoon verdrietig van… Het zag eruit alsof de man dacht dat ik een gevaar was. Ik zou willen schreeuwen op dat moment. ‘Meneer! leef! Leef zoals u vroeger leefde. Toen u nog niet bevangen was door angst. Leef! Het leven is niet maakbaar. Dat was het ook niet voor maart 2020. Ik zou hem willen vertellen dat de dood er was voordat er Corona kwam. Dat het er was voordat hij geboren werd. De dood. Het liefst willen we het ontlopen. De dood hoort niet bij het leven. Eens was alles goed. Er was geen dood. Geen ziekte geen pijn en geen ellende. ‘Meneer… ik wil u wat vertellen.’

O, nee! Een gevaar komt op me af.

In het begin van de schepping, gaf God de heerschappij aan Adam en Eva in het paradijs. Overal mochten ze van eten, van alle bomen in de hof, behalve van één boom. De boom van kennis van goed en kwaad. Op een dag aten ze toch. De duivel kwam in de gedaante van een slang en zei tegen Eva: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van GEEN ENKELE BOOM in de tuin mogen eten?’ ” (Genesis 3:1,) (de duivel is een leugenaar vanaf het begin) Eva legde uit dat het maar van één boom niet mocht. Na heen en weer praten met de slang, besloot ze te eten. Doordat ze dit deed en later Adam ook, kwam de zonde de wereld in. Zonde en boosheid kwamen de wereld in en vanaf dat moment ging het mis in de wereld. Mensen sterven. Er kwam haat en nijd. Ziekte, schuld en oordeel.

Ik sprak een vrouw deze week. ‘Hoe gaat het met u mevrouw?’ ‘Ja hoe gaat het met iemand die weduwe is in deze tijd denk je?’ Het klonk als een verwijt. ‘Ach ja’ zei ik… ‘Ik kan me voorstellen hoe moeilijk dit voor u moet zijn.’ ‘Ik ben pas 51!’ zei ze, ‘En niemand mag komen. Ja, één persoon tegelijk. Ik ben zo eenzaam. Je kunt je dat helemaal niet voorstellen en eigenlijk hoeft het leven voor mij helemaal niet meer zo’ ‘Mijn kinderen zeggen: ‘Dat moet je niet zeggen mama, je hebt nog zoveel om voor te leven toch?’ ‘Wat moet ik zeggen: Dat ik dat niet vind?’ Wat een pijn en nood van deze vrouw. Het komt bij me binnen. Wat moet ik zeggen: ‘ Ik begrijp het?’ Natuurlijk begrijp ik het niet. Ik ben geen weduwe die de hele dag alleen zit. Ik luister. En vraag of ze niet met leuke vriendinnen kan koffie drinken zodat ze wat afleiding heeft. Ze zei: ‘Er is er één ernstig ziek geweest. Ze had kanker en als ik nu de schuld ben dat ze door mij Corona krijgt?’ Wow! Zijn we hierin beland meneer? In een wereld waarin de één de ander de schuld geeft en de verantwoording voelt om de ander niet ziek te maken? Ik stel haar de vraag die ik eigenlijk niet durf te stellen. ‘Wiens schuld was het dat ze kanker had?’ De vrouw kijkt me wazig en vraagt wat ik bedoel. Ik leg het uit.. ‘U bent bang dat u haar zal besmetten met een virus. Dat u daarvan de schuld krijgt. En wiens schuld was het dat ze kanker kreeg?’ ‘Ja,’ zegt ze. ‘Daar heb ik nog nooit over nagedacht.’ ‘Nee?’ vraag ik? ‘Weet u wel dan wie er allemaal gestorven zijn aan griep een paar jaar geleden door uw schuld?’ Opnieuw schudt ze ontkennend haar hoofd en zegt: ‘Wat apart hè, dat we nu wel bezig zijn met schuld en angst.’ Vindt u dat ook apart meneer?’

Alsof wij bij machte zijn de ander te redden

Ik weet wat lijden is. Ik heb een man die jaren lang ziek was. De dokters wisten niet wat ze moesten doen. Stonden met de handen in hun haar. Er werd verteld dat het kon verergeren door stress. Mensen keken dan voor mijn gevoel naar mij. Blijkbaar was ik degene die ervoor moest zorgen dat hij geen stress had. Ik voelde een last die niet te dragen was. Er werd verwacht van mij dat ik de ziekte kon maken en breken. Ik voelde me zo machteloos en verdrietig wanneer het niet goed met hem ging. Hij was ziek. Ik had niet de man die ik nodig had. Mijn man niet de vrouw die hij nodig had. Ik stond ernaast en vluchtte letterlijk weg. Ik had mijn man zo nodig. Maar voelde vooral schuld omdat ik hem blijkbaar weer niet genoeg ontlast had. Ik voelde schuld omdat ik zijn pijn niet kon verzachten. Ik schreeuwde het soms uit naar God; ‘Heer het is een last die niet te dragen is’ ‘Hoe kan ik ervoor zorgen dat hij dit niet meer krijgt? Hoe moet ik me gedragen zodat hij de stress niet krijgt?’ ‘Waarom is het mijn schuld?’ Ik ging als een politieagent op hem letten en wanneer hij mijns inziens, niet goed voor zichzelf zorgde, en zag dat hij jeuk en pijn had, dook ik erbovenop met allerlei adviezen. ‘Je hebt misschien niet goed geslapen’ ‘Heb je weer een wijntje op? Je zou dat toch niet meer doen?’ ‘Wat heb je gegeten? Zou er toch iets in het eten hebben gezeten waar je niet tegen kon?’ Piet werd er gek van (en nog weleens.)

Door de ongehoorzaamheid van een mens (Adam) is het kwaad in de wereld gekomen. En door het kwaad kwam de dood in de wereld. Alle mensen moeten sterven, omdat alle mensen verkeerde dingen doen. Romeinen 5:12

Vroeg of laat zullen we sterven. Door ziekte, een ongeluk, of door ouderdom. We ontkomen er niet aan. Wanneer dat zal zijn, staat al vast voordat we werden geboren. We komen er niet onderuit. Ook komen we niet onder lijden uit. Ik hoor u al zeggen meneer… ‘O, dus jij vindt dat je gewoon roekeloos moet zijn? Jij wil dat mensen sterven? Zou jij willen dat door jouw schuld iemand wordt besmet? Natuurlijk niet! Ik zou niet willen dat u iets overkwam. Ik zou willen dat u voor altijd gezond zou zijn. Ik zou willen dat u nooit zou sterven en niet hoeft te lijden. Ik zou tegen u kunnen zeggen dat u niet meer moet eten. Misschien stikt u anders, maar wanneer u niet eet verhongert u misschien. Gaat u liever alleen nog maar op een stoel zitten, dan loopt u de kans geen ongelukken te krijgen, maar ook door alleen stilzitten sterven mensen. Misschien kunt u beter niet meer gaan slapen, want veel mensen sterven in hun slaap. Maar ja, zonder slaap wordt u ziek. Helaas.. Wat ik ook doe, ik kan u niet voor sterven behoeden. Het spijt me.

Maar er is goed nieuws meneer! Er is redding mogelijk door Jezus Christus de Zoon van God. Hij kwam naar de aarde om de mensen te redden van hun zonden. Om weer toegang te krijgen tot God de Vader en eeuwig te leven te ontvangen.

Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. Handelingen 3:19

Een vaccin of een vaccinpaspoort zal u niet beschermen voor de dood die onvermijdelijk zal komen. Het zal u niet beschermen tegen ziekten (Er zullen altijd ziekten zijn) Het zal u niet redden van het oordeel dat zal komen over de mensen die zonder God leven. Alleen een hemels paspoort redt u van de eeuwige dood.

En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen; maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn Johannes 3:14-21

Van leven in duisternis naar het leven in het licht.

Bekeer u zegt de bijbel en leef! Keer u af van uw oude weg en geef u over aan de Koning der koningen. Zijn naam is Jezus. Iedere angst, iedere pijn, iedere ziekte heeft Hij voor ons gedragen.

Meneer, u zou dit gebed kunnen bidden als u wilt.

Heer God! Ik heb mijn hele leven voor mijzelf geleefd. Ik heb het leven lief. Ik wil me bekeren en leg mijn leven in Uw handen. Ik zal niet meer langer voor mijzelf leven, maar wil leven volgens Uw woord. Amen.

Bemoedigende woorden?

‘Dood en leven zijn in de macht van de tong. Wie hem liefheeft zal de vrucht ervan eten.’ Spreuken 18:21

Woorden kunnen opbouwen en afbreken. Op iemand neerkijken of verhogen. Respect tonen of juist niet. Minachting zorgt voor leegte, waardeloosheid. Liefde houdt hoog en geeft respect, geeft waarde. Welke woorden spreken we uit? Brengen ze dood? Of leven?

Wat zaai jij op je werk, je school, je huwelijk, je gezin?

Ik wilde heel graag dat mijn man woorden van leven over mij sprak. Dat hij mij zou verhogen het liefst in het openbaar. Waarde gaf waar ik naar verlangde. Hoe een geweldige vrouw ik wel niet was enzo. Ik vroeg dit vaak door onvrede heen. Dat ging ongeveer zo. Een soort stoomlocomotief dendert door het huis en puft dat ze alles alleen moet doen en altijd de zorg voelt voor alles en iedereen. ‘Sjonge, als jij nu ook eens zag wat ik allemaal doe, welke ballen ik in de lucht moet houden.’ Dat zei ik niet altijd hardop, maar ik liep wel door het huis heen te stampen, af en toe gooide ik het voor zijn voeten. Piet vroeg soms: ‘Wat is er? En daar kwamen de verwijten. ‘Ik moet alles hier alleen doen en altijd dit en dat.. ‘ Onvrede verwijt en afbrekende woorden vlogen mijn mond uit in de hoop hem ertoe te laten inzien wat ik allemaal wel niet deed voor ons gezin. Hij reageerde dan enorm afwijzend. Ik voelde me vervolgens alleen en zei hem dat ik nu behoefte had aan een knuffel. Hij keek me aan of hij water zag branden en zei: ‘Ik kijk wel uit om een cactus te knuffelen. Dat zie ik niet zitten. Die dingen steken en er blijft vaak een stekel ergens hangen.’ Ik wist dat hij gelijk had. Ik had met woorden afgebroken. Niet alleen hem, maar mijn huwelijk.

Ik oogstte rotte vruchten die ik zelf had gezaaid.

Ik oogstte rotte vruchten.

In Samuël 6 staat ook een verhaal. De ark komt terug naar Israël en David begeleidt de stoet. In vers 14 staat: ‘David huppelde uit alle macht voor het aangezicht van de Heer en David was gekleed in een linnen hemd.’ Toen gebeurde het dat Michal zijn vrouw, de dochter van Saul, de vorige koning door het raam naar beneden keek en David zag huppelen en springen en zij verachtte hem in haar hart.

Nou ja, niks aan de hand zou je zeggen.. het was alleen maar in haar hart en meer niet. Hebben we allemaal weleens last van. Er komt iets op in je hart. En dan de vraag: wat doe je ermee? Michal stond het toe.. en waar je hart vol van is, loopt je mond van over..

David komt thuis om zijn huis te zegenen staat er. Hij had het volk nog wat te eten gegeven voor ze naar huis gingen. En Michal komt hem tegemoet. Het eerste wat ze hem zegt is dit: ‘Wat zal de koning van Israël vandaag geëerd zijn. Hij heeft zich vandaag voor de ogen van de slavinnen en de dienaren uitgekleed. Als een landloper. ‘ En in plaats van te zegenen waar hij voor thuis kwam sneert hij terug: ‘Voor het aangezicht van de Heer, die mij uitgekozen heeft boven jouw vader en boven heel zijn huis (jou, Michal dus ook) door mij aan te stellen als een vorst over het volk van de Heer, over Israël, ja voor de Heer heb ik gehuppeld.’ AFBRAAK en dood door woorden.

Ik schets even een scenario.. David komt thuis om zijn huis te zegenen. Hij kijkt ernaar uit zijn vrouw weer te zien en haar te vertellen van zijn avonturen onderweg. Hoe ze onderschat hadden hoe heilig God is, waardoor er iemand stierf onderweg. Hoe blij hij was dat ze de ark weer terug hadden, waardoor hij zich uitbundig had gedragen en gehuppeld had voor de Heer. Michal zou glimlachend naar hem kijken, Vol liefde en blij dat haar man weer thuis is. Ze kent zijn impulsieve buien en weet dat hij het niet doet om zich oneerbaar te gedragen. Ze zegt: ‘Wat mooi dat je zo vol glorie voor de Heer kon dansen en springen. Ik heb lekker voor je gekookt. Een bad voor je gemaakt.’ David zou zijn gezin zegenen en iedereen is opgebouwd.

Dit klinkt ideaal toch?

Het kan echt. Wanneer je zoekt naar het beste van elkaar, dan bouw je op. Mijn man bouwt mij op. Hij vertelt hoe waardevol hij mij vindt en hoeveel hij van me houdt. Hij zoekt naar het beste voor ons huwelijk en voor zijn gezin. Ik zoek naar het beste voor hem en bouw hem op met woorden en mijn houding. Samen zoeken we naar het beste voor ons gezin en onze omgeving. We danken elkaar voor alles. We bouwen elkaar op, bemoedigen met woorden en daden. Soms kan er een bitter worteltje in je hart opschieten. Trap ik die dood of laat ik hem groeien tot een giftige plant?

Dood en leven zijn in de macht van de tong … Bouw jij op of breek je af?

Willoos en Controle

Dit is een verhaal over twee schapen. Het ene schaap heet Controle en het andere schaap heet Willoos. De schapen leefden al een tijd samen. Controle had het voor het zeggen en Willoos keek wat Controle deed. Willoos wist zelf niet wie hij was. Controle ook niet, maar dacht van wel. Controle voelde zich vaak superieur. Wanneer Willoos iets van een eigen initiatief toont, laat Controle zich gelden door zijn macht te laten zien. Hij gaat hard blaten en soms gaat hij bijten als dit niet genoeg is. Soms drijft hij Willoos verder in de hoek, om te laten weten wie de baas is. Willoos mag eten wanneer Controle het toestaat en mag slapen wanneer Controle gaat slapen.

Willoos weet bijna niet meer beter. Soms kijkt hij verlangend door de kier van de deur in de hoop op vrijheid. Zodra controle dit ziet, gaat de deur helemaal dicht. Stel je voor dat Willoos weg loopt. Willoos doet alles wat Controle wil. Echt leuk vindt Controle dit niet en hij vraagt soms of Willoos ook eens initiatief wil nemen. Ook al zou Willoos het bedenken, dan weet hij niet hoe. Alles wordt voor hem bepaald en uitgevoerd, zodat hij een verlamd schaap lijkt. Soms blaat hij het uit van ellende. Hij snakt naar vrijheid, naar verse weiden. Het blijft bij verlangen. Controle vindt het leven zwaar. Zou graag ontlast willen worden. Heeft een last gepakt die niet van hem is, maar kan niet los laten.. beiden gevangen in een leven wat ze nooit hebben gewild.. Wat een triest verhaal.

Herken je het? Controle willen houden over iedere situatie? Over mensen, je kinderen? Je partner? Alle touwtjes in handen houden. Zorgen dat alles loopt, zodat het leuk is en veilig en fijn en het beste. Steeds harder moet je je best doen, om alles in de hand te houden, het lijkt of het leven uit je handen glipt. Moe gestreden. Overleven..

De Verlosser roept..

Op een dag horen Willoos en Controle een stem buiten. Ze herkennen de stem. Het is de stem van de Herder. Hij roept! ‘Kom maar naar Mij, jullie die vermoeid en onder lasten gebukt gaan. Dan zal Ik jullie rust geven. Neem Mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zal je rust vinden. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ (Matt 11:28-30)

Ze krijgen een nieuwe naam! Willoos krijgt de naam Vrijheid en Controle wordt Overgave.

Kijk omhoog!

Israël was lang geleden een volk wat door God uit een land van slavernij was bevrijd. Steeds opnieuw kregen ze redding en voorziening. Toch keken ze vaak naar de dingen die ze niet hadden. Op een dag vroegen ze: ‘Waarom zijn we uit het land van slavernij gehaald? Waarom heeft u ons daar niet gelaten?’ Ze begonnen te klagen: ‘We hebben hier geen brood en geen water en moeten leven van afschuwelijk manna.’ (Numeri 21)

Ken je dat ook? God heeft je bevrijd van de slavernij van de boze en van de dood. Het is soms lastig te volharden in het nieuwe leven. Er komen moeilijkheden.. Bijvoorbeeld, je familie laat je vallen, je raakt je baan kwijt omdat je een geloofsstap hebt gemaakt. Of je kunt niet mee doen met je vrienden die wegen kiezen, die je niet wilt gaan. En ineens kan er een gevoel komen van terugverlangen. Ik weet nog dat ik weleens gedacht hebt, kan ik blijven volgen, blijven vertrouwen nu het zo lastig voelt? Het leek soms makkelijker terug te gaan naar slavernij..

Manna was het eten wat God gegeven had in de woestijn. Ik kan me wel voorstellen dat het lastig kan zijn. Iedere dag hetzelfde eten. Steeds opnieuw dag in dag uit. Wanneer ik dat in mijn leven alleen dat al vergelijk, voel ik me zo gezegend met steeds een keuze voor het eten. Drie keer per dag. We noemen het soms keuzestress.. ‘Wat zullen we eten? Tja.. wat zullen we kiezen?.. Pff wat een dilemma.’ En dan elke dag een paar keer per dag hetzelfde. Alleen maar manna.. Ze waren er klaar mee en begonnen erover te klagen.

God stuurde slangen en ze stierven. Wow, hoe vaak was ik er al niet meer geweest als ik toen had geleefd? Ze gingen naar Mozes en beleden dat ze een vreselijke fout hadden gemaakt. ‘Mozes, wil je alsjeblieft aan God vragen of Hij verlossing wil geven?’

God deed het meteen weer

Hij zei: ‘Laat een koperen slang maken op een paal en houd deze omhoog. Iedereen die ernaar zal kijken, zal niet sterven, maar leven.

Wanneer we in een klaagmodus terecht komen, komt er dood in ons leven. Waar dood is, is geen leven. Dan komt er een scheiding tussen God en ons. Het vertrouwen zwakt af. We hebben een probleem, maar het lijkt of zelfs God het niet op kan lossen. In plaats van vertrouwen op de weg die we mogen gaan, zeggen we: ‘Is dit nu het geloof? Waarom deze weg? Ik ben toch God gaan volgen, waarom helpt Hij mij niet?’

Wanneer we vertellen dat het niet goed was en een nieuwe kans vragen, zegt God meteen: ‘Kijk omhoog! Kijk naar Mijn Zoon. Hij stierf voor jou aan het kruis, zodat jij kunt leven. Vertrouw maar op Jezus. Hij zit aan de rechterhand van de Vader en Hij bidt dat jouw geloof niet ophoudt. Kijk Omhoog en leef!

Heer, ik dank U dat U de Weg de Waarheid en het LEVEN bent!