Het gevolg van een lekke band..

We hadden al vroeg een afspraak ergens in het land. Er moesten serieuze zaken worden afgehandeld.

We vertrokken al vroeg naar de plaats van bestemming, maar met nog tien minuten te gaan, moest ik nodig naar toilet. Aangezien ik het niet zag zitten om meteen te vragen of ik naar het beroemde hokje mocht bij binnenkomst, besloten we er even voor naar het benzinestation te rijden.
Op de afrit lag een ‘ding’ waar we per ongeluk overheen reden, en poef de band liep leeg.
Het frustreerde me even enorm. We hadden al het idee dat er van alles bezig was om ons te beroven, maar dit was de druppel. ‘Nee, he! Hebben we een afspraak en gebeurd er dit.’

Ik voelde een boosheid in me op komen.
Er is er één op uit om te roven en te stelen en te vernietigen.
‘De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.’
Johannes 10:10

En dat is in ieder geval niet God, dus zeiden we… als hij rooft van ons, gaan we dit terug doen.
En we begonnen mensen te vertellen over die God, die leven geeft en leven in overvloed.

De Vreugde in de Heer is onze kracht.

De eerste waren twee mannen die ook door het ‘ding’ een lekke band hadden. Eén van de twee had er niets mee, zei hij, en de ander gaf zijn hart over aan Jezus. Toen kwam de Wegenwacht. De man bleek helemaal open te staan voor het evangelie, maar kreeg vooral zonden te horen in zijn kerk. De dominee had een dag ervoor nog verteld hoe de zonden maar opstapelden. Stel dat je er 20 per dag deed, en iedere dag kwamen erbij, dan werd het steeds erger. Hij had er helaas niet bij verteld hoe hij ervan bevrijd kon worden, dus de last werd alleen maar zwaarder. En mijn man kon hem leiden, naar Degene die zei: ‘want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ Mattheüs 11:30 HSV

Onder het gesprek die de mannen voerden, gingen twee andere mannen naar ons staan kijken en luisteren. Ik liep naar ze toe en vertelde dat God van ze hield en een plan heeft met een leven. Na een poosje nodigden ook zij Jezus uit in hun hart.
Ik liep naar binnen om een bakkie koffie te halen, en toen ik terugkwam, was ook de Wegenwacht weer weg. Helaas zonder een nieuwe band op de auto te hebben gelegd, en het wachten was op de autoambulance. Deze zou de auto meenemen, zodat we een nieuwe band konden krijgen en een leenauto.
Ondertussen stond mijn man de volgende het goede nieuws te vertellen, en ook deze man was blij het te horen, hij erkende een zondaar te zijn en geloofde dat Jezus ook voor hem was gestorven, en hij hierdoor nieuw leven kon ontvangen die dag. En als laatste gaf de man van de autoambulance zijn leven aan Jezus. De 6e man!

Wat een dag. Wat de duivel ten kwade dacht, draaide God weer ten goede. Zoals Hij het altijd deed en doet voor degene die Hem liefhebben.

En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Romeinen 8:28

Ben je beschikbaar?

Heerlijk relaxed zaten we in onze hotelkamer even bij te komen van de hitte buiten. We hadden een dagje strand gehad in Griekenland, maar alleen al het stukje lopen van de strandstoel naar de kamer zorgde al voor een laagje zweet op je rug.

Ineens was er enorme herrie naast ons in de kamer naast ons. Alle dagen en nachten hadden we nog niks gehoord en ik voelde een lichte irritatie. Nee, hé! Ze gaan toch geen mensen naast de onze zetten die zo luid zijn?

Een kwartiertje later hing ik wat met de hand gewassen kleding buiten aan het wasrek. Daar stond de luidruchtige buurman een peukie te roken. Ik voelde de drang in mijzelf omhoog komen om het evangelie te delen. ‘ Mmm, nu even niet hoor. misschien morgen.’ Dacht ik. Maar ik deed het toch. De Liefde dringt me. ‘Meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een plan heeft voor uw leven?’ Hij keek me aan of hij water zag branden en ik besefte dat hij me niet begreep in het engels. Dus ik begon het te vertalen op translate. En liet het hem lezen. Toen ik mijn telefoon over het balkon aan de man liet zien, pakte hij hem uit mijn handen. ‘Oh Heer, dank U dat U waakt over mijn spullen.’ Bad ik ondertussen.

De man werd blij van wat hij las en gaf mijn telefoon terug. En ik typte driftig verder. Dat we allemaal gezondigd hadden, en daardoor de nabijheid van God missen. En dan de oplossing!

Het evangelie! Het goede nieuws dat Jezus kwam om te zoeken en te redden wat verloren was.

Hij ging het gebed om redding mee bidden. Of beter gezegd, hij bad het. Ik kan geen Grieks lezen. En hij was zo blij! Van alles wat ik had geschreven wilde hij foto’s maken.

Toen begon hij te vertellen wie ze waren. Ze waren vier uur naar dit hotel komen rijden, omdat hij de manager was van een zanger en tevens zijn chauffeur. De zanger zou één uur lang die nacht gaan zingen in een lokale club, en de volgende dag zouden ze terug rijden.

Eén nacht!

Ze waren slechts één nacht naast onze kamer. En dat ene moment kreeg de man het evangelie te horen. Ik was zo blij! De Heer zond iemand naast ons. En we kregen de kans hem het allerbeste nieuws te vertellen. En de man vervolgde zijn weg met blijdschap.

Stiekem hoopte ik dat de man meteen zo veranderd was, dat ze die nacht zachtjes zouden doen. Dat was niet zo. Maar de blijdschap dat Hij het allerbeste nieuws had gehoord, won het en ik bad zachtjes terwijl iedereen sliep.

‘Heer, dank U wel, dat U het goede werk dat U in hem begonnen bent, ook zult afmaken.

Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. Filippenzen 1:6 HSV

Wij zien de buitenkant, maar God ziet het hart.

Wanneer ik op de straat het evangelie deel, heb ik vaak een vooroordeel als ik naar iemand kijk. Ik spreek hem of haar aan, maar soms denk ik van tevoren dat ze Jezus waarschijnlijk toch niet willen.

Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan. 1 Samuël 16:7b

Wij kijken naar wat we zien. Maar God ziet het hart.

Wij zien de buitenkant. De Heer ziet het hart.

Op een dag was ik aan het wandelen.

Ik zag een meneer lopen en ervaarde de drang om naar hem toe te gaan.

Het wat een man die uit de reformatorische hoek kwam.

Ik zei hardop tegen de Heer, ‘O nee, hem niet Heer, hij is een refo.’

Meteen wees de Heer me terecht met de woorden:

“NEE, HET IS EEN ZIEL.”

‘Oh Heer, het spijt me!’ En ging meteen naar hem toe.

‘Meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een plan voor uw leven heeft?’ De man begon te huilen. Tranen liepen over zijn wangen en hij stamelde hoe bijzonder dit was.

Ik ging onverstoord verder met het delen van het evangelie en de vraag of hij Jezus vandaag in zijn hart wilde aannemen en zijn oude leven wilde achter laten.

De man begon mee te bidden.

Nadat we dit samen hadden gedaan, vroeg ik wat er voor deze meneer zo bijzonder was.

‘Nou mevrouw, ik had zoveel twijfel in mijn hart of God mij wel zag en kende. Vanmorgen lag ik op mijn knieën voor mijn bed en heb God gesmeekt of Hij mij wilde laten weten dat Hij van mij afweet.

En nu staat u hier om mij dit verhaal te vertellen. Dit is zo bijzonder.

Deze man, en nog zoveel anderen. Zou ik nooit hebben aangesproken als ik op hun uiterlijk was afgegaan.

Ik zag zijn buitenkant.

Maar God zag zijn hart.

Ze verbergt zich!

“Soms heb ik van die heerlijke mijmer momentjes in de zon. Dan sluit ik mijn ogen en geniet ik van de warme stralen. Koffie erbij en ik vergeet even alles om me heen en begin een beetje te mijmeren.”

Ik denk vandaag aan een vrouw. Ze was nog jong, net in de twintig denk ik. We waren weer een dag op straat om het goede nieuws te vertellen aan mensen. En ik zag haar al van ver zitten op een trappetje in Amsterdam. De Heer sprak in mijn hart ‘Ze verbergt zich.’

Ik schrok een beetje. ‘Oh, ze verbergt zich.’ En ik herhaalde dit aan mijn man.

Laten we even bij haar gaan kijken en haar vertellen dat God van haar houdt en een plan heeft voor haar leven.

‘Mevrouw, klopt het dat u zich verbergt?’ Meteen begon ze te huilen. Ik ging verder zonder in te gaan op haar tranen. ‘En weet u dat God van u houdt en een plan heeft met uw leven?’ Na een wat langer gesprek besloot ze de Heer Jezus, de Heer van haar leven te maken. Toen pas vroeg ik haar waarom ze moest huilen. ‘Wat raakt u zo mevrouw?’

Ze begon te vertellen: Haar moeder had gehoord dat ze ziek was. En volgens de artsen was er weinig aan te doen. Ze was veranderd van een liefdevolle, zorgende moeder, naar een moeder die stug was en alleen nog maar op bed kon liggen.

‘Ik voel me vaak zo alleen.’ Ze huilde hart. ‘Maar vanmorgen heb ik het uitgeroepen naar God, ‘ ging ze verder. ‘Ik heb Hem gevraagd, of Hij me alstublieft wilde laten weten of Hij bestaat, en nu staan jullie hier met deze boodschap dat Hij me kent en van me houdt, en een plan heeft met mijn leven.’

Halleluja!! Hoe goed is God.

God kent je door en door.

HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen – het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij. Psalm 139:1-6

Op de juiste plaats, op de juiste tijd.

Soms heb je van die momenten, die je nooit meer vergeet.

Het was zomaar een dag in Amsterdam.
We waren die dag op straat om mensen over Jezus te vertellen.
Ik liep een trap af en daar zat een man. Hij zat ontspannen tegen een muurtje aan. Meestal, wanneer ik bij dat stukje Amsterdam kwam, zaten de mensen er te blowen. Maar deze man niet. Rustig dronk hij aan zijn colaatje.

‘Goedemiddag meneer, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een enorm goed plan voor uw leven heeft?’ begon ik.
Dat had hij wel eens gehoord, maar zijn leven had hij nog niet aan God overgegeven. Hij wilde dit wel graag en samen baden we het zondaarsgebed.

Zijn gezicht begon te stralen.

Toen begonnen er woorden in mijn hart op te borrelen…

‘Meneer, Ik geloof dat de Heer wil zeggen dat u met jonge jongens zal gaan werken. Dat u vooral een vader figuur zal worden voor jongens die geen goede vader of geen vader hebben gehad. Zodat de jongens hun leven weer op de rit gaan krijgen.’ Ik keek hem aan en peilde zijn reactie.

Hij begon te lachen. ‘Haha, dit is ongelooflijk, hoe weet u dit?’ vroeg hij.

Ik werd nieuwsgierig en vroeg.. ‘vertel eens? Ik weet helemaal niks.’

‘Ik ben op reis vanuit Duitsland naar een ander land. Hier op Schiphol had ik een tussenstop. Ik ben voetballer, maar ga nu tijdelijk in een ander land met jongeren werken om te kijken of dat iets voor mij is. En dan verteld u mij dat u gelooft dat de Heer dit voor mij wil. Haha. Ongelooflijk!’

Wauw! De man was een paar uur in Amsterdam en kreeg van de Heer een bevestiging. God is groot.