Vertrouwen is weten…

Toen onze oudste zoon klein was, sprong hij van de commode af en lachte uitbundig! Papa!! Zijn papa ving hem op en het spelletje herhaalde zich keer op keer. Hij had een blind vertrouwen in zijn vader. Hij sloot zijn oogjes en sprong.

Springen met open ogen…

Ik hoor regelmatig door gelovige en niet gelovige dingen roepen als: ‘Waarom laat God de ellende toe in de wereld? Waarom moet ik hier dan nu zo in leven?’ ‘Waarom is er dan ziekte?’ Allemaal vragen waarom iemand twijfelt over God. Alsof we alle ellende van de wereld toeschrijven aan God. Tegenover vertrouwen staat wantrouwen. Ik weet niet of jouw bedoeling goed voor mij is. Misschien zit er wel een addertje onder het gras. Straks kost het me wat als ik ‘ja’ zeg tegen God.

Ik noem een paar bijbel teksten van de bijbel waar God beloften geeft als we vertrouwen.

Gezegend wie op de HEER vertrouwt,
wiens toeverlaat de HEER is.
Hij is als een boom geplant aan water,
zijn wortels reiken tot in de rivier.
Hij merkt de komst van de hitte niet op,
zijn bladeren blijven altijd groen.
Tijden van droogte deren hem niet,
steeds weer draagt hij vrucht. Jeremia 17:7-8

Je bent dus gezegend… als een boom geplant aan water. Je merkt de hitte niet op en je bladeren blijven groen en fris en je draagt vucht… ”

Vertrouw op de HEER met heel je hart,
steun niet op eigen inzicht.
Denk aan hem bij alles wat je doet,
dan baant hij voor jou de weg. Spreuken 3:5-6

Hij baant je de weg!

Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. 1 Johannes 5:14

Wanneer we bidden in overeenkomst met Zijn wil, luistert Hij.”

Allen die hem aanroepen is de HEER nabij,
die hem roepen in vast vertrouwen. Psalm 145:18

De Heer is dichtbij…

Wie goed luistert, zal het goed vergaan,
wie op de HEER vertrouwt, is gelukkig. Spreuken 16:20

Je zal gelukkig zijn…

Angst voor mensen is een valstrik,
wie op de HEER vertrouwt, wordt beschermd.Spreuken 29:25

Je wordt beschermd…

Vertrouwen is overgeven. Gewoon springen in geloof en vertrouwen dat de ander zal vangen. In het dagelijks leven vertrouwen we heel veel. Zonder te kijken hoe de stoel is gemaakt, gaan we zitten. Zonder te kijken of de auto technisch nog helemaal goed is, gaan we rijden. Zonder te onderzoeken of de trein goed in elkaar zit, stappen we in. Zonder te weten of er in eten gif zit, eten we het op. Vaak gaan we uit van onze eigen verstand. En gaan we uit van ons eigen inzicht. Of we zijn gewoon heel goed gelovig in wat de massa zegt. Of goed gelovig dat een ander het beste met je voor heeft. Je kunt ook vertrouwen op geld, je medicijnen, je vaccinatie, je bedrijf, of je verzekering.

Val maar…

Wantrouwen is het tegenovergestelde van vertrouwen. Wantrouwen geeft angst en onzekerheid. Wantrouwen komt vaak via leugens. Wantrouwen is een ‘misschien’. ‘Wantrouwen’ zei in het begin van de schepping in Genenis:

‘God heeft toch gezegd dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘Jawel hoor,’ zei eva, maar van één niet, dan zullen we sterven. ‘Helemaal niet joh’ zei de slang. ‘Je ogen zullen open gaan en als God zijn.’

Er ontstond twijfel in hart van Eva… Zou het? Zou God de halve waarheid hebben verteld? Ze at en het ging mis… De mensen moesten sterven.

Vaak geloven we de leugens die onze gedachten binnen komen of door een persoon worden verteld. Er komt wantrouwen. Wantrouwen naar mensen of naar God. Door wat iemand zegt, kan er een zaad geplant worden. Dood en leven zijn in de macht van de tong. Denk je écht dat God goed is? Denk je écht dat die persoon waar jij mee omgaat te vertrouwen is? Geloof je echt dat die persoon trouw is?

Paulus maakte heftige dingen mee en vroeg nooit waarom. Ik lees een daarom van Paulus:

De kracht die in ons is en die groter is dan elke andere kracht, is niet onze eigen kracht. Het is Gods kracht in ons. We zijn wel in moeilijkheden, maar door zijn kracht zitten we nooit helemaal klem. We hebben wel raad nodig, maar door zijn kracht zijn we nooit wanhopig.  We worden wel vervolgd, maar door zijn kracht laat God ons nooit in de steek. We worden wel vertrapt, maar door zijn kracht staan we telkens weer op. Elke dag dragen we de dood van de Heer Jezus in ons lichaam mee. Alleen zó kan het leven van Jezus in ons lichaam zichtbaar worden.   Aldoor is ons leven in gevaar, vanwege ons geloof in Jezus. Maar zo kan ook aldoor het leven van Christus in ons sterfelijk lichaam zichtbaar worden. Zo kijken wij aldoor de dood in de ogen. Maar het gevolg is wel dat júllie eeuwig leven hebben!

Maar wij zijn net zo vol van geloof als de man die in de Boeken schreef: “Ik geloof, daarom heb ik ook gesproken.” Wij geloven ook, en daarom spreken we ook. Want we weten dat God de Heer Jezus uit de dood heeft teruggeroepen en weer levend heeft gemaakt. Daarom zal Hij ook óns samen met Hem uit de dood terugroepen en weer levend maken. Wij zullen samen met jullie voor zijn troon komen te staan. Want wíj maken al deze moeilijkheden mee omdat dat goed is voor júllie. Zo zullen steeds meer mensen zien hoe goed God is. En zo zullen steeds meer mensen God prijzen. 2 Korinthe 4:7-18

Gebed: Ik zeg tegen de Heere: ‘Mijn Toevlucht, mijn Burcht, mijn God op wie ik vertrouw! (Psalm 91)

Vertrouw jij de woorden van God? Of steun je op je eigen inzicht?

Nieuw leven…

Gister was ik in het bos aan het wandelen met man, zoon en zijn vriend. Op allerlei plaatsen in het bos zag je nieuw leven ontstaan. Een klein blaadje dat gewoon opkomt uit de grond. Prachtig! Veel struiken waar nieuw leven aan komt. Bladknoppen. Het lijkt nog nergens op. Maar we weten dat het blaadjes worden. Nieuw leven.

Een stuk verder in het bos, stonden afgehakte boomstronken. Mijn man trapte er langs op en ze bleken zo verrot te zijn dat ze gewoon verpulverden. Er bleef niets van over.

Wanneer ik naar die kleine tere blaadjes kijk, kreeg ik de neiging ze te beschermen. Ik zou er bordjes omheen willen zetten zodat je daar niet meer mag lopen. De blaadjes zijn zo teer en kwetsbaar. Ik moest denken aan al die ongeboren levens…

Stel nou dat ik de tak waar nieuw leven in komt zou strippen? Wat zou jij dan zeggen? “Doe eens normaal joh? Er komt nieuw leven aan die tak, waarom doe je dit?” Of stel nou dat ik alle bomen die maar iets scheef staan, weg zou halen? Hoe zou dat bos er dan uitzien?

Stel dat ik het nieuwe leven eraf zou peuteren?

Zomaar wat gedachten…

Mijn schoonzus liet deze week zien, dat ze eieren in de klas uit laten komen met een broedlamp. Een paar eieren waren al vanbinnen uit open getikt. Hoe bijzonder dat nieuwe leven!

Stel nou dat je een zwaan ziet broeden… Het dier is ziek en zwak. Wat zou je doen? Het dier wegjagen? En de jongen doodtrappen? Zou jij dat wreed vinden? Het dier kan er mogelijk niet voor zorgen, is zwak. Kun je beter de jongen dood maken, toch?

In ons land worden er 30.000 baby levens per jaar gedood. Waarom? Omdat de moeder er niet voor kan zorgen? Omdat het nog niet uitkwam? Of omdat er ‘wat’ gevonden is wat niet helemaal ‘goed’ is. “Tja,” word dan gezegd.. “Dus jij vind dat het kind wat voortkomt uit een verkrachting er gewoon moet zijn? Het is nog geen leven toch? Het is gewoon een ongevormd klompje.” Ja?

De bijbel zegt dat God ons maakte in de schoot van onze moeders…

U heeft mij gemaakt,
mij in de buik van mijn moeder gevormd.

Ik prijs U, want het is een wonder
hoe U mij heeft gemaakt.
Alles wat U heeft gemaakt, is bijzonder.
Ik weet dat heel goed.
U zag me al toen U mij daar in het donker vormde,
waar nog niemand anders mij zag.
U zag me al toen ik nog helemaal geen vorm had.
Al mijn dagen stonden al in uw boek
toen ik nog niet één dag daarvan had geleefd
. Psalm 139:16

Stel dat jij iets voor mij maakt. Iets moois. Jij vindt het prachtig. Het is je meesterwerk. Iets gemaakt, speciaal voor mij. Ik zie het en zeg: ” Wat moet ik ermee?” Ik vind het niet de goede tijd om te krijgen. Het is voor mij niets waard en ik scheur het kapot. Of jij geeft mij een plantje. Je had een zaad en plantte het. Er kwam een mooi klein plantje uit. Je bent zo trots en geeft het mij. “Wat moet ik hier nu mee?”, vraag ik jou “Weet je hoeveel tijd het kost, voor deze plant te zorgen?” “Ik wil nog zoveel andere dingen doen en kan nu echt niet voor een plant zorgen.” Ik zou het gewoon kapot trappen en weggooien.

Dat kan toch? Ik mag toch zelf weten wat ik ermee doe? Ik ben toch baas van mijn eigen plant?

Baas in eigen buik toch? Wat zou de Schepper ervan vinden? Van al dat leven wat Hij maakte en wat genadeloos wordt gedood?

Psalm 24:1: “Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen”.

Baas in eigen buik?

Stel dat jij vandaag voor de keus staat… Vraag om hulp. Er is hulp wanneer je nieuw leven verwacht en niet weet hoe nu verder. Je hoeft het niet alleen te doen. Zorg voor het ongeboren leven.

Geloof zonder twijfel

Een tijd terug zat ik gezellig met mijn oudste in gesprek. Het ging over één van de maatregelen tegen het wel bekende coronavirus. Ik zei er wat over en zijn antwoord was: ‘ Ja, jij gelooft niet in Corona, dus logisch dat jij dat vindt’ ‘Je gelooft niet in Corona?’ vroeg ik hem en was wat verbaasd over dit antwoord van hem. Ineens besefte ik wat hij zo mooi zei. Ik geloof niet in Corona inderdaad. Ik geloof in God. De Schepper van jou en mij. Ik hoor om mij heen dat mensen Corona krijgen, dat wel. Maar erin geloven?

Uitkijkend op de zon over het water.

‘Waar geloof jij in?’ vraag ik weleens mensen. Veel antwoorden heb ik al gehad: ‘Ik geloof in mijzelf’ of ‘ik geloof in Boeddha’ of ‘ik geloof in God’ of ‘ik geloof dat alle religies gelijk zijn.’ ‘Ik geloof dat ik niet lang meer zal leven’ ‘Ik geloof dat het nooit meer goed komt tussen mij en mijn familie’, ‘Ik geloof dat ik niet meer beter wordt’… vul maar in.

Ik moest eraan denken, wat we allemaal kunnen uitspreken over waar we in geloven. ‘Ik zal hier mijn hele leven wel last van hebben.’ ‘Ik zal waarschijnlijk niet oud worden.’ ‘Ik geloof dat ik in de hemel kom, want ik ben altijd goed voor anderen.’

De Bijbel beschrijft het geloof in God zo.

In Hebreeën 11:1-3 staat: ‘Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien. Veel van onze voorouders zijn door hun geloof een voorbeeld voor ons geworden. Doordat we God geloven, begrijpen we dat de wereld door het woord van God is ontstaan. Wat we nu zien, is niet ontstaan uit iets zichtbaars, maar uit iets onzichtbaars, namelijk het woord van God.‘ Het vervolg van dit stuk is een opsomming van mensen die geloofden en op God vertrouwden en worden de geloofshelden genoemd. Omdat Abraham, Omdat Izak, Omdat Jacob en nog een hele rij, God geloofden en daaruit handelden. Ondanks lijden en sterven bleven ze geloven omdat ze wisten dat er voor hen een betere toekomst was.

Twijfel is toch menselijk? Logisch toch? We zijn gewoon mensen en mogen toch twijfelen? Ik begrijp het hoor, dat je twijfelt. ‘Heel normaal is dat’ hoor je dan. Jezus liep over het water. De discipelen dachten dat het een spook was en Jezus zei: ‘ Wees niet bang. Ik ben het.’ Petrus werd enthousiast: Hij antwoordde: “Heer, als U het bent, beveel mij dan om over het water naar U toe te komen!”  Jezus zei: “Kom!” Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij op de wind ging letten, werd hij bang en hij begon te zinken. Hij schreeuwde: “Heer, red mij!” Onmiddellijk stak Jezus zijn hand uit en greep hem. En Hij zei: “Je hebt niet genoeg geloof! Waarom ging je twijfelen?” Mattheüs 14:28-31.

Zolang Petrus naar Jezus keek, geloofde hij. Zodra hij op de omstandigheden keek, zonk hij en werd ‘kleingelovige’ genoemd door Jezus.

Twijfel kijkt op omstandigheden. Geloof zegt: ‘Maar God… Hij is boven ons bidden of beseffen. Hij is de Schepper. Hij is het Begin en het Eind. Hij is de Redder. Hij is Jezus waar elke knie zich voor zal buigen en elke tong zal belijden dat Hij Heer is. Geloof is door het horen van het Woord van God. Vertel Mijn wonderen van dag tot dag… Bouwt ook jezelf op.’

We hebben lastige jaren in ons huwelijk gehad. Veel moeite en verdriet door de ziekte van mijn man. ‘Hoe nu verder. Heer! Hoe moeten we verder. Wij weten het even niet. Maar U weet het.’ Soms zag ik het niet meer zitten wanneer ik keek naar de plaatjes (omstandigheden) en dacht ik: ‘Heer haal mij maar thuis, Het lukt me niet meer en ik ben bang dat ik alsnog de dingen ga doen die ik niet wil.’ Het leek of ik dan naar God keek, maar in werkelijkheid steunde ik op mijn eigen kracht. Soms doe ik dat nog wel eens. Daar word het een zooitje van. Is dan mijn geloof weg? Nee, ik weet dat ik het zelf niet goed heb gedaan. God is altijd goed.

Wees blij, broeders en zusters, als je geloof door allerlei moeilijkheden op de proef wordt gesteld. Want daardoor zal je leren geduld te hebben. Zo zal je geloof sterker worden en zal je een volwassen geloof krijgen. Daardoor zal je altijd het goede doen.  En als je een keer niet weet wat je moet doen, mag je God om wijsheid vragen. God geeft die altijd, zonder boos te zijn dat je het zelf niet weet.  Maar je moet daar wel vol geloof om bidden, zonder te twijfelen.  Want als je twijfelt, lijk je op een golf van de zee die door de wind steeds een andere kant wordt opgejaagd.  Als je twijfelt, zal je niets van de Heer krijgen.  Je weet dan namelijk zelf niet wat je wil en bent onzeker bij alles wat je doet. 1 Jacobus:2-8

Als je in de verleiding komt om verkeerde keuzes te maken, is het heerlijk voor je als je toch voor het goede kiest en aan je geloof vasthoudt. Want dan zal de Heer je het eeuwige leven geven. Dat is de beloning die Hij heeft beloofd aan de mensen die van Hem houden.  Maar je mag nooit zeggen dat Gód jou op de proef stelt. Want God kan niet door het kwaad verleid worden om iets slechts te doen. En Hij doet Zelf ook niemand kwaad om iemands geloof op de proef te stellen.  Maar elke keer als je in de verleiding komt om het verkeerde te doen, komt dat doordat de verlangens van je oude ‘ik’  aan je trekken. Ze proberen je mee te slepen.  Als je je daar niet tegen verzet, word je uiteindelijk inderdaad ongehoorzaam aan God. En als je niet langer gehoorzaam wil zijn aan God, brengt dat tenslotte de dood voort.  Houd jezelf niet voor de gek, lieve broeders en zusters! Jacobus 1:12-16

Maar als iemand geen geloof heeft, kan God onmogelijk blij met hem zijn. Want als iemand naar God toe komt, moet hij geloven dat HIJ IS  wie Hij zegt dat Hij is, en dat Hij de mensen beloont die werkelijk naar Hem verlangen. Hebreeën 11:6

Geloof alleen!

Ik kan u niet redden…

Vandaag wil ik even iets delen wat recht uit mijn hart komt. We leven in een tijd van Corona. De tweede golf wordt het genoemd. Net als veel mensen, kan ik het woord Corona bijna niet meer horen. Ik zie mensen angstig naar elkaar kijken, als potentieel gevaar. Afgelopen week nog… Ik fietste een heerlijk rondje op de racefiets. Wat een weertje was het zeg. Ik genoot met volle teugen. Ik reed op een fietspad naast een doorgaande weg. Van ver zag ik een man met zijn hond lopen en besloot vast aan de kant te gaan voor hem… De man keek me aan, alsof ik hem iets aan zou doen en ik zag hem half de berm in duiken, terwijl ik voorbij zoefde. Ik werd er gewoon verdrietig van… Het zag eruit alsof de man dacht dat ik een gevaar was. Ik zou willen schreeuwen op dat moment. ‘Meneer! leef! Leef zoals u vroeger leefde. Toen u nog niet bevangen was door angst. Leef! Het leven is niet maakbaar. Dat was het ook niet voor maart 2020. Ik zou hem willen vertellen dat de dood er was voordat er Corona kwam. Dat het er was voordat hij geboren werd. De dood. Het liefst willen we het ontlopen. De dood hoort niet bij het leven. Eens was alles goed. Er was geen dood. Geen ziekte geen pijn en geen ellende. ‘Meneer… ik wil u wat vertellen.’

O, nee! Een gevaar komt op me af.

In het begin van de schepping, gaf God de heerschappij aan Adam en Eva in het paradijs. Overal mochten ze van eten, van alle bomen in de hof, behalve van één boom. De boom van kennis van goed en kwaad. Op een dag aten ze toch. De duivel kwam in de gedaante van een slang en zei tegen Eva: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van GEEN ENKELE BOOM in de tuin mogen eten?’ ” (Genesis 3:1,) (de duivel is een leugenaar vanaf het begin) Eva legde uit dat het maar van één boom niet mocht. Na heen en weer praten met de slang, besloot ze te eten. Doordat ze dit deed en later Adam ook, kwam de zonde de wereld in. Zonde en boosheid kwamen de wereld in en vanaf dat moment ging het mis in de wereld. Mensen sterven. Er kwam haat en nijd. Ziekte, schuld en oordeel.

Ik sprak een vrouw deze week. ‘Hoe gaat het met u mevrouw?’ ‘Ja hoe gaat het met iemand die weduwe is in deze tijd denk je?’ Het klonk als een verwijt. ‘Ach ja’ zei ik… ‘Ik kan me voorstellen hoe moeilijk dit voor u moet zijn.’ ‘Ik ben pas 51!’ zei ze, ‘En niemand mag komen. Ja, één persoon tegelijk. Ik ben zo eenzaam. Je kunt je dat helemaal niet voorstellen en eigenlijk hoeft het leven voor mij helemaal niet meer zo’ ‘Mijn kinderen zeggen: ‘Dat moet je niet zeggen mama, je hebt nog zoveel om voor te leven toch?’ ‘Wat moet ik zeggen: Dat ik dat niet vind?’ Wat een pijn en nood van deze vrouw. Het komt bij me binnen. Wat moet ik zeggen: ‘ Ik begrijp het?’ Natuurlijk begrijp ik het niet. Ik ben geen weduwe die de hele dag alleen zit. Ik luister. En vraag of ze niet met leuke vriendinnen kan koffie drinken zodat ze wat afleiding heeft. Ze zei: ‘Er is er één ernstig ziek geweest. Ze had kanker en als ik nu de schuld ben dat ze door mij Corona krijgt?’ Wow! Zijn we hierin beland meneer? In een wereld waarin de één de ander de schuld geeft en de verantwoording voelt om de ander niet ziek te maken? Ik stel haar de vraag die ik eigenlijk niet durf te stellen. ‘Wiens schuld was het dat ze kanker had?’ De vrouw kijkt me wazig en vraagt wat ik bedoel. Ik leg het uit.. ‘U bent bang dat u haar zal besmetten met een virus. Dat u daarvan de schuld krijgt. En wiens schuld was het dat ze kanker kreeg?’ ‘Ja,’ zegt ze. ‘Daar heb ik nog nooit over nagedacht.’ ‘Nee?’ vraag ik? ‘Weet u wel dan wie er allemaal gestorven zijn aan griep een paar jaar geleden door uw schuld?’ Opnieuw schudt ze ontkennend haar hoofd en zegt: ‘Wat apart hè, dat we nu wel bezig zijn met schuld en angst.’ Vindt u dat ook apart meneer?’

Alsof wij bij machte zijn de ander te redden

Ik weet wat lijden is. Ik heb een man die jaren lang ziek was. De dokters wisten niet wat ze moesten doen. Stonden met de handen in hun haar. Er werd verteld dat het kon verergeren door stress. Mensen keken dan voor mijn gevoel naar mij. Blijkbaar was ik degene die ervoor moest zorgen dat hij geen stress had. Ik voelde een last die niet te dragen was. Er werd verwacht van mij dat ik de ziekte kon maken en breken. Ik voelde me zo machteloos en verdrietig wanneer het niet goed met hem ging. Hij was ziek. Ik had niet de man die ik nodig had. Mijn man niet de vrouw die hij nodig had. Ik stond ernaast en vluchtte letterlijk weg. Ik had mijn man zo nodig. Maar voelde vooral schuld omdat ik hem blijkbaar weer niet genoeg ontlast had. Ik voelde schuld omdat ik zijn pijn niet kon verzachten. Ik schreeuwde het soms uit naar God; ‘Heer het is een last die niet te dragen is’ ‘Hoe kan ik ervoor zorgen dat hij dit niet meer krijgt? Hoe moet ik me gedragen zodat hij de stress niet krijgt?’ ‘Waarom is het mijn schuld?’ Ik ging als een politieagent op hem letten en wanneer hij mijns inziens, niet goed voor zichzelf zorgde, en zag dat hij jeuk en pijn had, dook ik erbovenop met allerlei adviezen. ‘Je hebt misschien niet goed geslapen’ ‘Heb je weer een wijntje op? Je zou dat toch niet meer doen?’ ‘Wat heb je gegeten? Zou er toch iets in het eten hebben gezeten waar je niet tegen kon?’ Piet werd er gek van (en nog weleens.)

Door de ongehoorzaamheid van een mens (Adam) is het kwaad in de wereld gekomen. En door het kwaad kwam de dood in de wereld. Alle mensen moeten sterven, omdat alle mensen verkeerde dingen doen. Romeinen 5:12

Vroeg of laat zullen we sterven. Door ziekte, een ongeluk, of door ouderdom. We ontkomen er niet aan. Wanneer dat zal zijn, staat al vast voordat we werden geboren. We komen er niet onderuit. Ook komen we niet onder lijden uit. Ik hoor u al zeggen meneer… ‘O, dus jij vindt dat je gewoon roekeloos moet zijn? Jij wil dat mensen sterven? Zou jij willen dat door jouw schuld iemand wordt besmet? Natuurlijk niet! Ik zou niet willen dat u iets overkwam. Ik zou willen dat u voor altijd gezond zou zijn. Ik zou willen dat u nooit zou sterven en niet hoeft te lijden. Ik zou tegen u kunnen zeggen dat u niet meer moet eten. Misschien stikt u anders, maar wanneer u niet eet verhongert u misschien. Gaat u liever alleen nog maar op een stoel zitten, dan loopt u de kans geen ongelukken te krijgen, maar ook door alleen stilzitten sterven mensen. Misschien kunt u beter niet meer gaan slapen, want veel mensen sterven in hun slaap. Maar ja, zonder slaap wordt u ziek. Helaas.. Wat ik ook doe, ik kan u niet voor sterven behoeden. Het spijt me.

Maar er is goed nieuws meneer! Er is redding mogelijk door Jezus Christus de Zoon van God. Hij kwam naar de aarde om de mensen te redden van hun zonden. Om weer toegang te krijgen tot God de Vader en eeuwig te leven te ontvangen.

Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. Handelingen 3:19

Een vaccin of een vaccinpaspoort zal u niet beschermen voor de dood die onvermijdelijk zal komen. Het zal u niet beschermen tegen ziekten (Er zullen altijd ziekten zijn) Het zal u niet redden van het oordeel dat zal komen over de mensen die zonder God leven. Alleen een hemels paspoort redt u van de eeuwige dood.

En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen; maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn Johannes 3:14-21

Van leven in duisternis naar het leven in het licht.

Bekeer u zegt de bijbel en leef! Keer u af van uw oude weg en geef u over aan de Koning der koningen. Zijn naam is Jezus. Iedere angst, iedere pijn, iedere ziekte heeft Hij voor ons gedragen.

Meneer, u zou dit gebed kunnen bidden als u wilt.

Heer God! Ik heb mijn hele leven voor mijzelf geleefd. Ik heb het leven lief. Ik wil me bekeren en leg mijn leven in Uw handen. Ik zal niet meer langer voor mijzelf leven, maar wil leven volgens Uw woord. Amen.

Samen of alleen…

Het liefst kroop ik over de vloer op mijn tandvlees -bij wijze van spreken dan- liever dat, dan hulp te aanvaarden van anderen. Ik voelde me niet waard hulp te vragen, of was ik te trots? Of misschien was het beide? Wanneer iemand zich niet van waarde voelt, laat ’trots’ je groter gedragen om toch nog ‘iets’ te zijn. Het voelde goed alles alleen te doen. Wanneer een ander weleens vertelde dat hun moeder de was kwam doen omdat het werk teveel was, kon ik bijna smalend mijn neus ophalen. ‘Pfff kun je dat niet eens zelf? Je zou eens moeten weten wat ik allemaal doe.’ Ik vertelde dat dan ook. In plaats dat ik luisterde naar het verhaal wat verteld werd over de kwetsbaarheid van de ander, gaf ik als antwoord wat ik allemaal deed. Zo, dan kon de persoon even voelen wat aanstellen was. -sorry lieve mensen-

‘Daar ligt de nagel van mijn vinger. De nagel van mijn ringvinger om precies te zijn. Doelloos… Zijn functie zit erop en er zit niets anders op dan hem weg te gooien. ‘

Vooral vrouwen hebben iets met nagels. Lang of kort. Een leuk kleurtje erop maakt het nog wat gezelliger om te zien. Nagels zijn fijn om mee te krabben of om iets te pulken. Een korstje of een splinter uit je vinger.

Het echte doel van de nagel is de zenuw te bedekken. Zelf heb ik eens een stuk van mijn nagel afgesneden en lagen die zenuwen bloot. Enorm pijnlijk. De nagel alleen is nutteloos. Een vreemd ding wat niets kan uit zichzelf. Toch halen we het niet in ons hoofd het weg te halen, of te kijken of hij op zichzelf ook nut heeft.

De hand kan niets zonder het lichaam.

De hand kan knijpen, kan aanraken, kan strelen, kan krabben, kan werken. De hand kan al zoveel meer dan alleen de nagel. Gaaf! Toch kan ook de hand niets zonder het lichaam. Zodra de hand alleen ligt, is hij nutteloos, doelloos en dood. Mooi en wonderlijk gemaakt hè! Ik heb nog nooit gehoord dat iets van de onderdelen alleen kon functioneren. Altijd heeft het onderdeel, het hele lichaam nodig. Hoe vreemd zou het dan niet zijn dat één onderdeel zou opscheppen wat hij niet allemaal alleen kan. De Bijbel noemt alle gelovigen bij elkaar het lichaam. Toen ik net geloofde, vond ik het mooi. Ik hoorde bij het lichaam waar Jezus het hoofd is. Toen kwamen er teleurstellingen. Mensen bleken met gebroken en verwonden harten rond te lopen en deden anderen en mij weer pijn. Net als ikzelf hen weer pijn deed met mijn verwonde hart. Ik besloot het alleen met God te doen en ik wilde daar geen andere mensen meer bij hebben. Ik had geen anderen nodig. Net als in het ‘gewone leven’ ik niemand nodig dacht te hebben.

Nu hoor ik dit ook regelmatig om mij heen. Ik doe het wel alleen met God. Ik heb niemand anders nodig.

Het mooie van een lichaam is, dat het verschillende functies heeft. Een oog kan zien, een oor hoort, je hand kan pakken, een voet loopt. En… een hart wat klopt. Het pompt bloed door je aderen. Ieder lichaamsdeel kan alleen functioneren binnen het lichaam.

Want een lichaam is één geheel, maar bestaat wel uit verschillende lichaamsdelen. Al die lichaamsdelen vormen samen één lichaam. Zo is het ook met Christus. Want we zijn allemaal in één Geest ondergedompeld, zodat we samen één Lichaam werden. Het maakt niet uit of we Joden zijn of van een ander volk zijn. Het maakt ook niet uit of we slaven zijn of vrije mensen. We zijn allemaal vol van dezelfde Geest. 1 Korinthe 12:12-13

Ik wist heus wel dat dit er stond, maar zag het niet zitten hieruit te functioneren. Ik kan het heus we alleen met God. Niemand is toch machtiger dan God? Hij kan mij wijsheid geven, kracht en Liefde. Stel dat ik iets moet doen wat ik niet wil, of dat ze dingen van mij verwachten? Stiekem wilde ik onafhankelijk zijn. Het idee alleen al om in een kleine groep samen te komen gaf mij rillingen over mijn lijf. Iemand mij aanvullen? Welnee joh, ik kon het zelf veel beter vond ik. Ik heb jou niet nodig.

Een oog kan niet tegen een hand zeggen: “Ik heb jou niet nodig.” En het hoofd kan niet tegen de voeten zeggen: “Ik heb jullie niet nodig.”  Nee, juist de delen van het lichaam die het meest kwetsbaar lijken, zijn het meest nodig.  En de delen van het lichaam die we niet graag laten zien, kleden we juist mooi aan. De lichaamsdelen die niet geschikt zijn om getoond te worden, houden we bedekt. Maar de lichaamsdelen die we gewoon kunnen laten zien, hebben dat niet nodig. En God heeft het Lichaam zó gemaakt, dat Hij aan de delen die onbelangrijk lijken een belangrijke taak heeft gegeven.  Zo komt er geen verdeeldheid in het Lichaam en zorgen alle leden even goed voor elkaar.  Als één lid verdriet heeft, leven alle anderen met hem mee. Als één lid wordt geprezen, genieten alle anderen daarvan mee. Jullie zijn dus samen het Lichaam van Christus. En ieder van jullie is een lichaamsdeel van dat Lichaam. 1 Korinthe 12:21-27

Steeds meer kom ik erachter dat we veel krachtiger zijn door in éénheid op te trekken. Alleen zijn we krachteloos. De ander vult aan.

Adam was alleen in het paradijs met God. Alleen hij en God. Super! Kan niet beter zou je zeggen. Niemand anders nodig.  En de Heer God zei: “Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past en die hem kan helpen. Genesis 2:18 Dus zelfs in het paradijs, waar het perfect was met God alleen. Zei God dat het niet goed was om alleen te zijn?

Laten we elkaar waarderen om hoe we anders zijn. Jij de hand, ik de kleine teen. Allemaal met elkaar één lichaam. Allemaal nodig. In het natuurlijke lichaam heb ik nog nooit gehoord dat er één lichaamsonderdeel tegen de andere zegt: ‘jij hoort er niet bij.’

Zeven miljard mensen op deze aarde nu. Zeven miljard mensen zijn een beeld van de Schepper. Wanneer al deze mensen iets van de Schepper laten zien… Hoe groot is God dan?

Heer, leer ons in kracht te staan door als één lichaam te functioneren. Leer ons elkaar te waarderen en aan te vullen. Dank U dat we zo anders zijn en toch ergens allemaal gelijk. Allemaal verschillend, allemaal gelijk in U.