Het liefst kroop ik over de vloer op mijn tandvlees -bij wijze van spreken dan- liever dat, dan hulp te aanvaarden van anderen. Ik voelde me niet waard hulp te vragen, of was ik te trots? Of misschien was het beide? Wanneer iemand zich niet van waarde voelt, laat ’trots’ je groter gedragen om toch nog ‘iets’ te zijn. Het voelde goed alles alleen te doen. Wanneer een ander weleens vertelde dat hun moeder de was kwam doen omdat het werk teveel was, kon ik bijna smalend mijn neus ophalen. ‘Pfff kun je dat niet eens zelf? Je zou eens moeten weten wat ik allemaal doe.’ Ik vertelde dat dan ook. In plaats dat ik luisterde naar het verhaal wat verteld werd over de kwetsbaarheid van de ander, gaf ik als antwoord wat ik allemaal deed. Zo, dan kon de persoon even voelen wat aanstellen was. -sorry lieve mensen-
‘Daar ligt de nagel van mijn vinger. De nagel van mijn ringvinger om precies te zijn. Doelloos… Zijn functie zit erop en er zit niets anders op dan hem weg te gooien. ‘
Vooral vrouwen hebben iets met nagels. Lang of kort. Een leuk kleurtje erop maakt het nog wat gezelliger om te zien. Nagels zijn fijn om mee te krabben of om iets te pulken. Een korstje of een splinter uit je vinger.
Het echte doel van de nagel is de zenuw te bedekken. Zelf heb ik eens een stuk van mijn nagel afgesneden en lagen die zenuwen bloot. Enorm pijnlijk. De nagel alleen is nutteloos. Een vreemd ding wat niets kan uit zichzelf. Toch halen we het niet in ons hoofd het weg te halen, of te kijken of hij op zichzelf ook nut heeft.
De hand kan knijpen, kan aanraken, kan strelen, kan krabben, kan werken. De hand kan al zoveel meer dan alleen de nagel. Gaaf! Toch kan ook de hand niets zonder het lichaam. Zodra de hand alleen ligt, is hij nutteloos, doelloos en dood. Mooi en wonderlijk gemaakt hè! Ik heb nog nooit gehoord dat iets van de onderdelen alleen kon functioneren. Altijd heeft het onderdeel, het hele lichaam nodig. Hoe vreemd zou het dan niet zijn dat één onderdeel zou opscheppen wat hij niet allemaal alleen kan. De Bijbel noemt alle gelovigen bij elkaar het lichaam. Toen ik net geloofde, vond ik het mooi. Ik hoorde bij het lichaam waar Jezus het hoofd is. Toen kwamen er teleurstellingen. Mensen bleken met gebroken en verwonden harten rond te lopen en deden anderen en mij weer pijn. Net als ikzelf hen weer pijn deed met mijn verwonde hart. Ik besloot het alleen met God te doen en ik wilde daar geen andere mensen meer bij hebben. Ik had geen anderen nodig. Net als in het ‘gewone leven’ ik niemand nodig dacht te hebben.
Nu hoor ik dit ook regelmatig om mij heen. Ik doe het wel alleen met God. Ik heb niemand anders nodig.
Het mooie van een lichaam is, dat het verschillende functies heeft. Een oog kan zien, een oor hoort, je hand kan pakken, een voet loopt. En… een hart wat klopt. Het pompt bloed door je aderen. Ieder lichaamsdeel kan alleen functioneren binnen het lichaam.
Want een lichaam is één geheel, maar bestaat wel uit verschillende lichaamsdelen. Al die lichaamsdelen vormen samen één lichaam. Zo is het ook met Christus. Want we zijn allemaal in één Geest ondergedompeld, zodat we samen één Lichaam werden. Het maakt niet uit of we Joden zijn of van een ander volk zijn. Het maakt ook niet uit of we slaven zijn of vrije mensen. We zijn allemaal vol van dezelfde Geest. 1 Korinthe 12:12-13
Ik wist heus wel dat dit er stond, maar zag het niet zitten hieruit te functioneren. Ik kan het heus we alleen met God. Niemand is toch machtiger dan God? Hij kan mij wijsheid geven, kracht en Liefde. Stel dat ik iets moet doen wat ik niet wil, of dat ze dingen van mij verwachten? Stiekem wilde ik onafhankelijk zijn. Het idee alleen al om in een kleine groep samen te komen gaf mij rillingen over mijn lijf. Iemand mij aanvullen? Welnee joh, ik kon het zelf veel beter vond ik. Ik heb jou niet nodig.
Een oog kan niet tegen een hand zeggen: “Ik heb jou niet nodig.” En het hoofd kan niet tegen de voeten zeggen: “Ik heb jullie niet nodig.” Nee, juist de delen van het lichaam die het meest kwetsbaar lijken, zijn het meest nodig. En de delen van het lichaam die we niet graag laten zien, kleden we juist mooi aan. De lichaamsdelen die niet geschikt zijn om getoond te worden, houden we bedekt. Maar de lichaamsdelen die we gewoon kunnen laten zien, hebben dat niet nodig. En God heeft het Lichaam zó gemaakt, dat Hij aan de delen die onbelangrijk lijken een belangrijke taak heeft gegeven. Zo komt er geen verdeeldheid in het Lichaam en zorgen alle leden even goed voor elkaar. Als één lid verdriet heeft, leven alle anderen met hem mee. Als één lid wordt geprezen, genieten alle anderen daarvan mee. Jullie zijn dus samen het Lichaam van Christus. En ieder van jullie is een lichaamsdeel van dat Lichaam. 1 Korinthe 12:21-27
Steeds meer kom ik erachter dat we veel krachtiger zijn door in éénheid op te trekken. Alleen zijn we krachteloos. De ander vult aan.
Adam was alleen in het paradijs met God. Alleen hij en God. Super! Kan niet beter zou je zeggen. Niemand anders nodig. En de Heer God zei: “Het is niet goed dat de mens alleen is. Ik zal iemand maken die bij hem past en die hem kan helpen. Genesis 2:18 Dus zelfs in het paradijs, waar het perfect was met God alleen. Zei God dat het niet goed was om alleen te zijn?
Laten we elkaar waarderen om hoe we anders zijn. Jij de hand, ik de kleine teen. Allemaal met elkaar één lichaam. Allemaal nodig. In het natuurlijke lichaam heb ik nog nooit gehoord dat er één lichaamsonderdeel tegen de andere zegt: ‘jij hoort er niet bij.’
Zeven miljard mensen op deze aarde nu. Zeven miljard mensen zijn een beeld van de Schepper. Wanneer al deze mensen iets van de Schepper laten zien… Hoe groot is God dan?
Heer, leer ons in kracht te staan door als één lichaam te functioneren. Leer ons elkaar te waarderen en aan te vullen. Dank U dat we zo anders zijn en toch ergens allemaal gelijk. Allemaal verschillend, allemaal gelijk in U.