Het is een dag midden in “Coronatijd” Een enorm drukke dag hebben we net achter de rug. Manlief besluit uit te gaan puffen in een warm bad en ik heb me al een tijdje enorm geërgerd aan het onkruid tussen de stenen op ons pad. Het lijkt wel of het me meer opvalt wanneer ik druk ben. De druk in mijn hoofd is groot en ik heb dan behoefte aan rust, orde en netheid om mij heen. Dat onkruid verstoort het en ik besluit hier net voor het avondeten, (wat ik ook nog moet koken), iets aan te gaan doen. Gewapend met gifspuit loop ik over het pad om ieder potentieel onkruid met wortel en al uit te roeien.
Ik ben net een kwartier bezig als een man met een Belgisch accent het pad opkomt om nog een pallet met handel te lossen. De man heeft enorm behoefte aan een praatje en begint te praten. Ik sta ongeduldig te luisteren want ons pad moet nog aangepakt worden en de spuit is enorm zwaar op mijn niet al te grote rug.
Hij vertelt over hoe zwaar hij het leven vindt, hoe zijn vrouw hem verliet en hoe moeilijk hij het leven vindt. Hij heeft altijd hard gewerkt en was veel weg, daardoor verliet zijn vrouw hem. Ergens kan hij dat wel begrijpen, zegt hij. Toch is hierdoor diepe eenzaamheid ontstaan en heeft hij altijd het gevoel voor niemand goed genoeg te zijn. Ik zucht van binnen. En denk even ‘Pfff.. Hoe lang moet ik nog luisteren?’ En ik antwoord dan ook laconiek om er een beetje vanaf te zijn… ‘Nou, kan me voorstellen dat het moeilijk voor u is.’ Het lijkt een startschot voor het vervolg.. niet te stoppen. Ik klaag in mijzelf: ‘Heer U weet hoe druk ik ben. Laat die man alstublieft weggaan.’ De Heer spreekt tot mijn hart.. ‘Jij vroeg mij mensen op je pad om over Mij te vertellen.. ‘ ‘O, ja Heer dat wil ik.’ Meteen laat ik een beetje beschaamd de spuit van mijn rug zakken. Het liefst wil ik alles graag even op mijn tijd, maar de Heer heeft vaak een andere timing..
Nu mag de man echt vertellen. Over zijn kinderen die hij bijna niet meer ziet, over zijn nieuwe vriendin die hij nu ook niet kan zien omdat je in België alleen in je eigen woonplaats boodschappen mag doen en je dus niet een dorp verderop mag komen waar zijn vriendin woont. Eigenlijk twijfelt hij of ze hem wel echt als vriend wil. Het lijkt dat ze me totaal niet mist en dit voor haar wel een goede reden is me weinig te zien. ‘Een diepe eenzaamheid ervaar ik vaak.’ Mijn hart gaat open voor de man.
Dan komt er een moment dat ik hem mag vertellen over de liefde van God. Hoe de Schepper hem gewild heeft omdat Hij hem Zelf heeft gemaakt. Hoe er scheiding kwam tussen God en mensen en dat weer hersteld werd door Jezus Christus aan het kruis. Dat alleen Jezus zijn hart kan helen en het gat kan vullen wat in zijn hart is ontstaan.
Hij lacht en zegt katholiek te zijn opgevoed. Zeker heeft hij van Jezus gehoord. Verder gaat zijn verhaal en ik luister al moet het uren duren. Ik kijk ondertussen toch nog een keer stiekem naar mijn gifspuit en leg me erbij neer dat het morgen wordt of volgende week. Wat kan mij het schelen?
De man met shirt net boven zijn broek, waar zijn buik af en toe tussendoor gluurt, knapt zienderogen op. Dank U Heer dat ik gewoon mag luisteren. ‘Ik heb iets voor u. Het is een Bijbel.’ ‘Oh? En wat kost me dan dan?’ ‘Het kost u niets, het is een cadeau. Vindt u het erg dat hij tweedehands is?’ Dat vindt hij niet erg en ik loop richting de huisdeur om hem te halen. ‘Wel terug komen hoor’, roept hij me na.
Ik zoek Johannes 3:16 en lees het aan hem voor.
Dan vertel ik dat het ook voor hem is, als hij dit wil. En ik moedig hem aan thuis te gaan lezen en God te zoeken. Want wie zoekt zal Hem vinden.
Hij lacht. ‘Ik ga het zeker doen en ik begin waar jij die bladwijzer tussen stopte. Dat was zeker bij de tekst die je voorlas?’
Hij gaat zijn weg met blijdschap en hoopt eens terug te komen en roept nog voor hij de wagen weer in stapt: ‘Het zou goed kunnen dat ik dan veranderd ben.’
‘Amen’ denk ik.. ‘Heer zorgt U voor de rest?’