Eerst schaamte, erna vrijheid.

Een groepje werkers van een grote stad in Nederland stond samen te keuvelen in een groepje van vier. Ik kwam ertussen staan en vertelde dat ik vreselijk goed nieuws voor ze had.

Achtergrond het gebouw wat mee getuigd. ‘God roept u en Jesus loves you.

Namelijk dat God van ze houdt.
Heeft iemand jullie dat al verteld?

Twee mannen en twee vrouwen waren het. Een van de mannen, besloot meteen weg te lopen. En één van de vrouwen begon me een soort met haar armen af te weren en zei me min of meer dat ik weg moest gaan.

Toen gebeurde er iets bijzonders.

De man die was blijven staan zei dat hij wist dat God van hem houdt en dat hij een kind van God was. Hij begon vrijmoedig te getuigen over zijn leven met God.
Ineens veranderde de hele atmosfeer.
De vrouw die afwerend reageerde, stemde in met haar collega en dat ze zelf ook wist dat ze een kind van God is.

Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Matt. 10:32

In eerste instantie schaamde ze zich tussen haar collega’s, maar door de moed van de man, die zich het evangelie niet schaamde, kwam ze los.

‘Dank U Heer,’ dankte ik in stilte.

Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Rom. 1:16

Collega vier stond de hele tijd te luisteren. Ik zag allerlei dingen in haar gezicht gebeuren. Van afwijzing, naar bewondering voor haar collega, toen meer nieuwsgierigheid, toen hoop en uiteindelijk bad ze het gebed mee en begon te stralen.

De mevrouw die me afwees begon ook steeds meer te stralen. De schaamte had plaats gemaakt voor blijdschap. En ineens begon ze vrijmoedig te getuigen, hoe ze opgegroeid was in de kerk, en er niets van wilden weten, en het jaren lang had los gelaten. Dat haar moeder haar had gewaarschuwd niet in de wereld te gaan leven omdat het haar zou beschadigen.

‘Ik wilde niet luisteren, maar mijn moeder had gelijk. Het beschadigde me zo, dat ik een gebroken vrouw werd. Maar God is zo liefdevol dat Hij mij vergeven heeft toen ik bij hem terug kwam.
En mevrouw ik vond het eigenlijk niks dat u tegen ons begon te praten, maar nu ben ik er zo blij om.’ Vol vuur ging ze verder tegen haar collega, dat zij haar wel wilde helpen met de bijbel en haar dingen wilde leren. Over de doop en de kerk.

Ik glimlachte en voelde me zo dankbaar hoe God dingen kon veranderen.
Van schaamte brak het door in vrijheid.

Ze bedankte me. ‘Mevrouw het heeft me zo bemoedigd dat u gekomen ben met deze boodschap!
Ik wil dit nu ook vaker gaan delen.’

‘Dank U, Heer, dat ik niemand kan overtuigen, maar dat U ons getuigenis gebruikt als bemoediging voor een ander.’
Als God mij kan vrijzetten, kan Hij dat zeker ook bij jou.

Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd. 1Tim 6:12

Schaamte

Stel dat jij weet wie ik echt ben, zou je dan van mij houden?

Stel dat jij weet wie ik echt ben, dan zou je dan van mij houden? Dat je alle dingen zou weten die ik in mijn leven gedaan heb, zou je dan nog iets met mij te maken willen hebben? Als jij mijn gedachten kon lezen, hoe zou je dan tegen mij aankijken? Zou je mij veroordelen?

Schichtig kijkt een vrouw uit Johannes 4 om zich heen. De beste optie was om midden op de dag haar kruik te gaan vullen bij de put. (of je boodschappen te doen bij de supermarkt.) Het was het meest hete deel van de dag en de meeste mensen waren dan binnen. Lekker anoniem je boodschap gaan doen. Waarschijnlijk zou er niemand bij de put zijn, die haar raar aan konden kijken of lastige vragen konden stellen. Ze liet haar haar nog iets verder voor haar gezicht hangen, zodat ook mensen waar ze langs moest lopen, voor ze bij de put was haar niet direct zouden herkennen. ‘Als het kon, zou ik nooit meer gaan’, dacht ze. Maar ja, zonder water was geen optie.

Op het moment dat ze bij de put aankomt zit er een man. ‘Oh nee, hij heeft me al gezien, nu kan ik niet meer terug lopen. Nu hopen dat hij niks gehoord heeft van alle praatjes die worden verspreid. Ooo, hij is van een ander volk zie ik. Dan spreekt hij me toch niet aan. Want dit volk praat niet met mijn volk.’ Allerlei gedachten vliegen door haar hoofd.

Ze komt moe en warm aan en de man begint tot haar verbijstering tegen haar te praten. Hij vraagt of ze drinken wil putten voor hem. Geschrokken zegt ze.. U kunt dat niet van mij vragen. Wij als twee volken, praten niet met elkaar. Haar volk is altijd als minder volk behandeld en haar schaamte is nog groter. ‘Hoopte ik dat ik niemand tegen kwam.. ‘

De man is Jezus en Hij zegt: ‘Als jij zou weten wie Ik ben, dan zou je Mij om drinken hebben gevraagd.’ (Joh.4:13)

‘Want iedereen die uit deze put drinkt, krijgt weer dorst. Maar drink je van het water dat Ik je geef, blijft het altijd in je en geeft je eeuwig leven! ‘ Wat een geniale oplossing! Ze hoeft die mensen dan nooit meer onder ogen te komen. Ze zegt: ‘Oh geef mij dat water dan maar.’

Jezus zegt: ‘Haal eerst je man maar even.’ ‘Mijn man? Hij kent me toch niet.. ehm ik heb geen man.’ ‘Klopt’, zegt Jezus, ‘je hebt vijf mannen gehad en die nu je nu hebt, is je man niet.’ Haar hart klopt in haar keel.. Hij weet het! ‘Nu begrijp ik dat U een profeet bent.’ Hij vertelt haar dat Hij de Redder van de wereld is. En Hij veroordeelt haar niet.

Alle schaamte verdwijnt en ze rent terug naar haar stad om daar de mensen te vertellen van de Redder.

Schaamte wil zich verbergen, isoleren, klein houden, je naar beneden drukken.


Brene Brown schrijft in haar boek over schaamte: ‘Schaamte wint het aan kracht als we onze mond dicht houden. Schaamte is daarom dol op perfectionisten. Hun perfectionisme helpt ze hun mond te snoeren. Als we ons voldoende bewust worden van onze schaamtegevoelens en ze uit te spreken, dan hebben we de schaamte op de knieën gebracht. Schaamte heeft er een hekel aan om in woorden te worden gevangen. Zodra we onze schaamtegevoelens uitspreken, beginnen ze te verschrompelen. Door het licht wat erop komt, verdwijnt de schaamte.

Loop jij met schaamte rond? Ontmasker het door erover te gaan praten.

Ik zou onwijs veel voorbeelden kunnen noemen voor de schaamte die ik had en me vasthield en nog vasthoudt soms.

Met 1 kon ik recent afrekenen. Er was een meisje wat ik als puber vaak tegenkwam. Ik had helemaal geen contact met haar, maar als ik haar zag riep ik weleens een rottige opmerking naar haar. Het had met haar naam te maken. Nu als volwassenen komen we elkaar regelmatig tegen in de supermarkt. Ik hoop dat ze me niet ziet of in ieder geval niet herkent. Op een dag weet ik dat ik haar mijn excuus moet aanbieden. Alleen het idee al maakt me zo klein. Ik durf niet en laat de kans voorbij gaan. Een paar weken later kom ik haar weer tegen.. Oh nee, daar is ze weer.. ‘Kom op Lies’, spreek ik mezelf toe.. ‘ga gewoon.’ Ik loop naar haar toe en noem haar naam. Inwendig vind ik het doodeng. Ze kijkt me aan en zegt vragend: ‘ja?’ Ik vertel haar dat ik mij schaam omdat ik haar nariep en dat ik er spijt van heb. Ze krijgt een kleur en lacht. ‘Ik weet het nog en heb er niet zoveel last van gehad. Maar ik ontvang je excuus!’ Ik voel een last van me afvallen.. en bedank haar.

Ik begon met de vraag: ‘Zou je van me houden als je alles van mij weet?‘ Wie zal het weten..

Jezus weet alles van de vrouw bij de put en houdt van haar!

Jezus weet alles van mij en houdt van mij!

Jezus weet alles van jou en houdt van je! Hij veroordeelt je niet. Vertel Hem alles!