Het kind dat wegliep…

Toen onze oudste zoon klein was, had hij de neiging de andere kant op te rennen dan waar wij heen wilden. Steeds riep ik hem dan. Hij keek om, lachte en rende weer door. Hij wist dat wij er waren om hem op te vangen en hem niet zouden laten gaan. Op het moment dat hij viel, rende ik hem vol medelijden tegemoet en liet hij zich troosten. Ik zei dan: ‘Je kunt beter bij ons blijven lopen. Dan houd ik je handje vast en val je niet.’ Dit was niet spannend en korte tijd later herhaalde dit hele verhaal…

Als volwassen mensen glimlachen we hierom. ‘Ach, ze moeten leren. Hij komt wel terug.’

Weglopen lijkt in onze natuur te zitten. De dingen te zoeken die goed ‘voelen.’ Onze eigen plannen trekken.

In Lucas 15 staat een verhaal van het kind wat wegliep van zijn vader. Hij was een volwassen man geworden en vroeg of hij de erfenis vast kreeg. De vader gaf het. Ik heb me vaak afgevraagd waarom die vader het gaf. Ik geloof dat hij dit het beste vond. ‘Ga maar jongen. Ik kan je niet hier houden, wanneer jij weg wilt. Als jij graag de wereld wilt zien, ga dan maar. Alsjeblieft hier is het geld.’ De jongen vertrok. Het veilige leventje wat hij had, liet hij achter. Jagen naar het grote avontuur, zonder de blik van zijn vader.

Na een tijdje had hij al het geld uitgegeven. Er kwam honger in het land en hij had werk gevonden bij een boer die varkens had. Hij moest de varkens voeren en mocht er niet van eten. Hoe diep kon hij zakken. Hij had een warm huis met een goede vader en kiest ervoor daar weg te gaan. Dan uiteindelijk uit te komen bij een boer tussen de varkens en zelfs te verlangen naar het eten van de varkens om maar te kunnen overleven. Hij besluit terug naar huis te gaan.

Zijn vader stond op de uitkijk en zag hem aankomen. De vader kreeg medelijden en rende hem tegemoet, Hij omhelsde de zoon en kuste hem. De zoon had spijt en zei: ‘Vader ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u en ben niet waard nog uw zoon genoemd te worden. Mag ik één van uw slaven zijn?’ De vader gaf hier niet eens antwoord op en riep naar zijn knechten: ‘Haal de mooiste jas en een ring en schoenen voor zijn voeten. We gaan feestvieren. Mijn zoon was dood en leeft weer!’

Hij omhelsde hem…

Wauw, hoe mooi hé? Zoveel liefde ontvangen van zijn vader. Stel nou dat hij na het eten net als mijn zoon deed. Dat hij weer wegliep. Hij had nieuwe kleding gekregen, had nieuwe schoenen. Zijn vader had hem omhelst en gekust en gaf hem zijn identiteit weer terug. En nu zegt de zoon: ‘Nou pa, dat was fijn, nu ga ik terug waar ik vandaan kom.’ Hij gaat de stad in en vertelt iedereen dat hij vergeven is door zijn vader, dat hij nieuwe kleding kreeg en hoe hij liefde ontving en nu weer doorgaat met zijn eigen leven. ‘Het maakte zijn vader namelijk niets uit wat hij doet’, zegt hij. Zijn kleding scheurt weer en wordt vies, zijn schoenen slijten en de ring wordt gestolen terwijl hij ergens op straat slaapt. Zou hij nu opnieuw terug gaan naar zijn vader? De meeste mensen zullen waarschijnlijk niet geloven dat hij zo’n ontmoeting had met zijn vader, want als je zo’n ontmoeting had, zou je toch niet terug gaan naar dit oude leven?

Dit is hoe wij als christenen soms kunnen leven. ‘God vergeeft toch alles, dus wat maakt het uit? Verleden, heden en toekomst, dus waar zou je je druk om maken?’ Het ‘voelt’ nu niet meer goed in mijn huwelijk. Het ‘voelt’ goed om te roddelen, het ‘voelt’ goed om extra geld te hebben, dat het zwart is? Maakt toch niet uit? Ik betaal toch al genoeg belasting? Ja klopt ik ben jaloers op wat de ander heeft, maar is geen verkeerde jaloezie hoor.

In Romeinen 6:1-2 staat: ‘Wat is de conclusie? Moeten we verkeerde dingen blijven doen, zodat God steeds kan laten zien hoe goed Hij is? Nee natuurlijk niet! De zonde heeft geen macht meer over ons. Dan moeten wij dus ook niet doorgaan met doen van verkeerde dingen.

Genade is geen vrijbrief om alles te blijven doen waar we zelf zin in hebben.

Romeinen 6:11 ‘We leven nog als sterfelijke mensen met verkeerde verlangens, maar we mogen daar niet aan toegeven, want dan zou de zonde opnieuw macht over ons krijgen.’

Jezus geeft ons de opdracht om steeds te gedenken wat Hij voor ons deed aan het kruis. Wanneer we hieraan denken, aan de liefde die Hij gaf toen Hij Zijn leven opgaf voor ons, dan willen we dat toch niet beschamen?

Gebed: Heer dank U dat U mij gereinigd heeft met Uw kostbaar bloed. Dat ik heilig ben, doordat U heilig bent. Help mij, steeds mijn eigen verlangens af te leggen, zodat ik vrij blijf en niet opnieuw een slaaf word van de macht van de zonde.

Heb jij zonde in je leven? ‘Ga en zondig niet meer’, zei Jezus. Stop ermee. Onze eigen verlangens waar God niet bij kan zijn (‘ga maar dan’) leiden tot de dood (‘Mijn zoon was dood’, zei de vader). Blijf dicht bij de hemelse Vader!

Vader (dag)

Mijn papa weet alles, hij is de sterkste. Zal ik hem er eens bijhalen? Zeker weten dat hij er voor me zal zijn. Ik zing wat hij zingt, praat zoals hij praat. Een echt papa’s kindje was ik. En fluiten.. samen fluiten we wat af. Ik mocht mee naar de slagerij toen ik twaalf was en verdiende er geld. Mijn papa.. Tegen hem aan zitten en proberen de ring die hij draagt aan die grote hand, eraf te draaien. Ik voelde het eelt van zijn werkhanden. Beschermend voelde het.

Ze weet dat hij haar niet zal laten vallen.

De pubertijd begint en een worsteling, een zoektocht naar een eigen ik. Papa worstelt mee. Hij wil zijn kind niet laten vallen, maar worstelt tussen hoe het is en hoe het hoort te zijn. Te weten uit verleden. Onzekerheid van heden en een onzichtbare toekomst. Verwachting en liefde. Laten gehoorzamen en loslaten. Ze wil de andere kant op. En ineens komt daar een moment, dat het gewone, ongewoon wordt. Het vrij zingen met mijn papa, wordt ongemakkelijk, het fluiten stopt. Papa.. Begrijp je me nog? Zie je nog wie ik ben? Welke weg ik ook ging, ik mocht terugkomen. Een ‘zie je wel’ gesprek als gevolg. Wat heb je er nu van geleerd? Samen zoeken naar verbinding en een andere taal gaan spreken. Papa maakte plaats voor een nieuwe man in mijn leven.. Mijn man..

Morgen is het vaderdag en ik denk hieraan, aan al deze dingen. En nog een beetje meer. .. in de Bijbel staat een verhaal over een vader.. Het is het verhaal van een zoon die zijn eigen leven wilde leven. Zoon vraagt: ‘Geef mij mijn erfenis, ik wil weg hier.’ De vader gaf het en zoonlief liet alles achter. Hij gaf alles binnen no time uit aan dingen waar zijn vader nooit achter zou staan. Hij kreeg problemen. Had geen geld meer, en kreeg honger. Dan komt hij tot besef.. de knechten van mijn vader hebben het nog beter dan ik.. Ik ga gewoon terug en zeg: ‘Vader ik heb het verkeerd gedaan naar God en naar u. Mag ik uw knecht worden?’

Toen hij nog ver weg was, zag zijn vader hem aankomen. Hij had medelijden met hem. Hij liep hem snel tegemoet, omhelsde hem en kuste hem. De zoon zei: ‘Vader, ik heb verkeerd gedaan tegen God en tegen u. Ik ben het niet meer waard om uw zoon te zijn.’  Maar de vader zei tegen zijn dienaren: ‘Breng vlug de beste kleren hier en trek hem die aan. Doe een zegelring  aan zijn vinger en trek hem schoenen aan.  En haal het vetgemeste kalf en slacht het. Want we gaan feestvieren. Want mijn zoon hier was dood en hij is weer levend geworden. Want ik was hem kwijt, maar ik heb hem weer terug!’ En ze gingen feestvieren. Lucas 15:20-24

De vader omhelst zijn zoon (getekend door mijn man)

Misschien heb jij een liefde volle vader gehad. Een vader die je opvoedde, de weg wees, beschermde en onderwees. Of had jij een vader die je kleineerde, je niet zag en aan je lot overliet.. of heb je nooit een vader gehad. Hoe pijnlijk.. Vind je vaderdag een belangrijke dag omdat jij je vader wil eren, of een pijnlijke dag omdat hij er niet meer is. Wat je er ook voor herinnering bij hebt, het is er.

God wil je Vader zijn. Jezus vertelde het verhaal van de verloren zoon aan de mensen om te laten weten wie Zijn Vader is en wil zijn. ‘Vader, ik heb het verkeerd gedaan..’ Hij zegt: ‘Welkom thuis, Mijn kind.’ Hij geeft je nieuwe schoenen aan je voeten, nieuwe kleding en een ring aan je vinger. Want.. mijn zoon was dood en leeft nu en komt thuis bij de Vader.

Een ring aan je vinger..

Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent.’ 1 Johannes 3:1.