Met een compleet hart God dienen.

,,Want des Heren ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wiens hart volkomen naar Hem uitgaat.’’ (2 Kronieken 16:9)

Onze jongste vertelt graag verhalen vanaf de achterbank van de auto of bespreekt dingen die hem dwars zitten. Eén van de verhalen was: ‘Weten jullie wel hoeveel ouders er gescheiden zijn van mijn klas?’ ‘Nee, dat weten we niet.’ ‘Meer dan 75 procent.’ ‘De meeste kinderen hebben nu stiefouders, ze doen of dit heel normaal is, en doen gewoon aardig tegen ze. Dit zou ik nooit doen hoor. Stel, dat jullie een nieuwe man of vrouw zouden krijgen, dan zou ik ze gewoon weg pesten. ‘Ze staan dan in de weg voor herstel tussen jullie.’ Ik glimlach. Onze vurige zoon, die rechtlijnig in het leven staat. Recht is recht en krom is krom. Daar strijdt hij voor. ‘Ik zou het als mijn missie zien, jullie weer samen te brengen,’ gaat hij verder. ‘Weet je wel hoe erg dat voor kinderen is, als hun ouders niet meer samen zijn?’

Ik glimlach. Onze vurige zoon, die rechtlijnig in het leven staat.

Ik moet eraan denken hoe puur dit is. God wil ons alleen voor Zichzelf. Wij moeten strijden, tegen alles wat dit in de weg staat. Hoeveel goden hebben we naast onze relatie met God? Een god van werk, van status, van pijn (veel mensen koesteren hun pijn of verleden) een god van zelfverheerlijking, van geld van bitterheid, van onvergevinggezindheid, van eigengerechtigheid, van oordeel?

Ontucht en zedeloosheid, in welke vorm dan ook, of hebzucht mogen bij u zelfs niet ter sprake komen – deze dingen horen niet bij heiligen. Efeziërs 5:3

Onze zoon weet, wanneer er eenmaal iemand anders in het spel zou zijn, het bijna onmogelijk is, om de relatie te laten herstellen. Hij zou er alles aan doen om die nieuwe relatie te laten eindigen. ‘Gewoon opzouten moeten ze,’ zei hij. Niet tussen mijn ouders gaan zitten.

Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon. (of welke god dan ook waar je hart op is) Matteüs 6:24 – HSV

Word als gehoorzame kinderen niet gelijkvormig aan de begeerten die er vroeger in de tijd van uw onwetendheid waren. Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig. En als u Hem als Vader aanroept Die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw vreemdelingschap, 1 Petrus 1: 14-18.

Laten we alles weg doen, wat onze relatie met God in de weg staat. We zijn zo vaak geneigd zonden te rechtvaardigen. ‘Ik kan gewoon niet vergeven, jij weet niet hoe dit voelt voor mij.’ ‘Er is mij zoveel aan gedaan, dat ik nu gewoon heel veel pijn moet verwerken.’ ‘Ik heb vroeger armoede gekend, dus ben nu gewoon niet goed in weggeven.’ Zoveel dingen die ons kunnen belemmeren om ons hele hart aan God over te geven.

Alles wat je belemmert of tot zonde kan verleiden, doe het weg. Jezus zei: ‘Indien uw hand of uw voet u tot zonde verleidt, houw hem af en werp hem weg. Het is beter voor u verminkt of kreupel ten leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur geworpen te worden. En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit en werp het van u. Het is beter voor u met één oog ten leven in te gaan, dan met twee ogen in het hellevuur geworpen te worden.‘ Mattheüs 18:8-9.

Kaïn bracht net als Abel in Genesis 4 een offer. Het offer van Kaïn nam God niet aan. God wist dat Kaïn niet met een volledig hart offerde. Kaïn was woedend en liet zijn hoofd zakken. God zei: ‘Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn (de zonden) begeerte uit, maar ú moet over hem (de zonden) heersen. Genesis 4:6-7

Wij zijn in staat om met de Heilige Geest over de zonden te heersen.

Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de HEERE en keer je af van het kwade. Het zal een medicijn zijn voor je navel en verfrissing voor je beenderen. Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst, dan zullen je schuren gevuld worden met overvloeden, je perskuipen overlopen van nieuwe wijn.

Vertrouw op de Heer met je hele hart.

Laten we de Heer dienen met een hart volledig toegewijd aan Hem. Onverdeeld. Compleet.

Vraag de Heer of Hij aanwijst wat er in je hart leeft zoals in de psalmen gebeden word. ‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg een schadelijke weg – of: een weg van smart. is en leid mij op de eeuwige weg.‘ Psalm 139 :23-24

Amen.