We waren op de straat met een missie.
‘Missie Amsterdam’ heette het.
Een week lang gingen we iedere dag de straat op met een groep mensen die allemaal het evangelie vertelden en mensen naar de Heer konden leiden.
Op Woensdag kwam ik een man tegen die nogal gehaast naar de Metro liep.
‘Meneer,’ begon ik, ‘heeft iemand u al verteld dat God van u houdt?’
‘Ja, zeker!’ Was Zijn antwoord. Ik kom net uit de bajes en heb daar ook een bijbel gekregen. Een bajes bijbel! Ik grinnikte wat in mijzelf. Vroeger zou ik niet geloofd hebben, maar laatst had een bewoner van het Leger des Heils me dit laten zien.
Ik ging verder met de vraag of hij wist wat zijn bestemming zou zijn na dit leven. Dat wist hij niet. ‘Maar mevrouw, ik heb echt enorme haast,’ en hij liet zijn fysieke enkelband zien. ‘Wanneer ik niet op tijd weer thuis ben, moet ik terug de cel in en dat wil ik niet.’ ‘Dat begrijp ik, ‘zei ik. ‘Maar het is belangrijk dat u Jezus aanneemt in uw leven. Zullen we dat samen doen?’ Dat wilde hij wel. En samen rennend naar de metro baden we het gebed. ‘Heere Jezus, kom in mijn hart, vergeeft u mijn zonden… En verder.’ Blij vervolgde hij zijn weg.
De volgende dag liep ik alleen. Op een donkere plek bij de ondergrondse kwam ik twee mannen tegen. De ene man, met een zonnebril half op zijn neus, gouden tanden, goud om zijn nek en met zijn driekwart broek op half 6, begon te vertellen hoe hij vroeger God wel had gezocht, maar vooral voor zijn eigen belangen. Hij had een vrouw gevraagd aan God, en nadat hij die had gekregen, had hij God verlaten.
Daar had hij spijt van, maar hij wist niet hoe terug te komen. En was de wereld in gegaan, met alle gevolgen. ‘Ik heb een hoop fouten gemaakt mevrouw en ben zelfs daardoor mijn vrouw kwijt geraakt.’
Ik vertelde hoe dit kon. Dat hij één gebed verwijderd was van God.
Hij bad het gebed met mij mee en begon te lachen en riep:’ Mevrouw! Dit is heel apart. Ik krijg kippenvel van mijn voeten naar de rest van mijn lichaam en ‘iets’ liet me los bij mijn enkels.’ Wauw, ‘iets’ liet hem los!
De ene dag had iemand een fysieke enkelband en de andere dag iemand een geestelijke.
De Heer herinnerde me aan wat staat in Jesaja 42:6-8
Ík, de HEERE, heb U geroepen in gerechtigheid,
Ik zal U bij Uw hand grijpen,
Ik zal U beschermen en Ik zal U stellen
tot een verbond voor het volk, tot een licht voor de heidenvolken,
om blinde ogen te openen,
om gevangenen uit de kerker te leiden,
uit de gevangenis wie in duisternis zitten.
Ik ben de HEERE – dat is Mijn Naam;
Mijn eer zal Ik aan geen ander geven,
evenmin Mijn lof aan de afgodsbeelden.
Glorie aan God! Hij is degene die mensen vrij zet.!
Hij brengt mensen thuis.