(af) Lijden

Wat een dag.. Om 8 uur deze dag moest ik in het ziekenhuis zijn om eerst bloed te prikken en gelijk door te gaan voor een beenmergpunctie. Mijn bloed was al een tijdje niet helemaal in orde. De arts vertelde me van te voren dat het knap pijnlijk kon zijn. Andere mensen hielpen een handje door dit te bevestigen. Ik ging er steeds meer tegenop zien, en hoopte dat er ergens een uitweg was. Ik zou gewoon mijn kop in het zand kunnen steken en tegen de arts kunnen zeggen dat ik niet kom. Toch besluit ik om te gaan.

Zullen we een pleistertje plakken?

Een ander zien lijden vinden we vaak moeilijk. Soms begin ik spontaan positieve dingen te noemen om de pijn te relativeren. Gewoon afleiden van de pijn. Een pleistertje plakken zodat de wond niet meer te zien is.

Pieter mag niet mee naar binnen. Op de gang moet hij wachten. Ik mag op een bed plaats nemen, zodat ze makkelijk bij mijn heup kunnen. Ze beginnen met verdoven en dan begint het…. ik vind het echt een pijnlijk gebeuren. Harder werken dan topsport. Zweten van inspanning. De lieve verpleegster lijdt met me mee. Ze vraagt of ik in haar hand wil knijpen.

De arts zucht.. en zucht. De pijn is vreselijk en ze zucht opnieuw. Het lukt niet zegt ze. Ik glij weg op je bot. Ik vind het echt heel vervelend voor je, maar het gaat niet. Ik krijg de neiging te zeggen: ‘Alstublieft, probeer het voor een derde keer, want ik kom hier nooit meer terug’, maar hou mijn mond. Ze besluiten alleen mijn bloed te onderzoeken. Dan schiet me wat te binnen…..

Pieter bad zondag voor me.. Heer, als het Uw wil is, dan is het goed. Maar wanneer het niet de bedoeling is dat ze merg uit haar halen, laat het dan niet gebeuren. Hoe bijzonder.. het lukte niet! Waarom? Geen idee.. ‘Het kwam bijna nooit voor’, zei de arts, maar vandaag lukte het niet. Ineens kwam er moed in mij. De Heer gaf een uitkomst waar we om gevraagd hadden.

Nou Heer, ik had liever niet geleden. Jezus leed voor mij vrijwillig. Voor jou.. uit liefde..Mijn bot werd aangeraakt, zijn bot werd doorboord. Niemand stopte het lijden van Jezus. Wat een diepe les kreeg ik op dat bed..

  • Hij werd veracht, door mensen gemeden,
    Hij was een man die het lijden kende
    en met ziekte vertrouwd was,
    een Man die Zijn gelaat voor ons verborg,
    veracht, door ons verguisd en geminacht.’ Jesaja 53:3
    .

Dit vertelde ik de verpleegkundige. Jezus werd doorboord, ik alleen maar aangeraakt. Jezus heeft geleden om jou en mij te redden.. Vrijwillig..

Maar Hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op Zich nam.
Wij echter zagen Hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.’ Jesaja 53:4

Na een paar uur mocht ik naar huis. Niet met het gewenste resultaat zou je zeggen. Een behandeling die mislukt was. Met pijn lijden wat niet nodig was.. ‘Wat niet meer hoorde in deze tijd’, zei iemand tegen mij. ‘Lijden is niet meer van deze tijd.’

Wat een bijzondere dag… Ik kreeg lessen die ik anders niet had gehad.. Ondanks de beurse rug die ik heb, voel ik vrede en vreugde..

Wij weten nu, dat (God) alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens Zijn voornemen geroepen zijn.‘ Romeinen 8:28.

Heer, leer me steeds te zien, door alles heen, wat U wil zeggen.. en te gehoorzamen. Amen.

Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.

Ik wilde vroeger miljonair worden. Veel geld verdienen, dan zou ik tenminste iemand zijn. Leren was mijn ding niet. Het lukte me niet. Ik besloot veel geld te gaan verdienen. Iedereen zou het nakijken hebben. Vooral de mensen die hadden gezegd dat ik dom was. Mijn man had de wens voor een Porsche. Goede match dus. We werkten keihard, 80-90 uur in de week was normaal. Alles ging er kapot van. Toch bleven we erop gericht om hard te blijven werken. Ons hart was bij ons bedrijf en geld verdienen. Echt veel geld verdienden we er niet mee. Toch gingen we stug door. Ons hart lag daar..

waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.

Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel geen rijkdommen op aarde. Want je schatten gaan kapot door de motten en de roest, en dieven breken in en stelen ze. Verzamel liever rijkdommen in de hemel. Die schatten gaan niet kapot door motten en roest, en daar zijn geen dieven die inbreken of stelen.  Onthoud goed: waar je rijkdommen zijn, daar zal ook je hart zijn.’ Mattheüs 6:19-21.

Ik liep te denken deze week.. op het moment dat je hart bij iets is, in ons geval geld, dan geef je als het ware je hart weg. De focus op schatten van deze aarde zetten je gevangen om alles te doen wat je wil bereiken. Als ons hart uit ons lichaam zou zijn, ben je eigenlijk dood..

‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden’. (Mattheüs 6:33, HSV)

Op een dag was het genoeg. We hadden zoveel gewerkt en eigenlijk had het niks opgeleverd. Behalve de enorme moeheid. En jezelf verliezen. We besloten dat het anders moest. Ons bedrijf en bezittingen gaven we terug aan God en ons doel werd anders.. Het doel werd het niet meer het geld, maar leven.

De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. 1 Johannes 2:17

Jezus geeft leven…

Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op de aarde is.
Kolossenzen 3:1-2

Juist alles uit handen geven, geeft vrijheid. Zorgt dat je hart op het goede gericht is, de dingen van Boven.

Dit kinderliedje wat ik vroeger leerde gaat erover..

‘k Heb een beurs die niet oud wordt.
‘k Heb een schat die nooit opraakt.
‘k Heb een schat in de hemel
en ‘k heb Jezus in mijn hart.
Hij is Koning, Hij is Koning.
Hij is het die ons bevrijdt.
Hij is Koning, Hij is Koning,
Koning in eeuwigheid.

Jezus is Heer van hemel en aarde
Toch werd Hij net zo’n mens als wij
Om ons te leiden naar Zijn Vader
Ik ben de weg, zegt Hij.
Zoek niet naar schatten op aarde.
Daar gaat hun waarde voorbij.
‘k Geef je een schat in het Koninkrijk.
Volg je Mij, dan word je de koning te rijk.

‘k Heb een beurs, die niet oud wordt.
‘k Heb een schat die nooit opraakt.
‘k Heb een schat in de hemel
en ‘k heb Jezus in mijn hart.
Hij is Koning, Hij is Koning … (enz.)

Jezus zegt jou: Ik ken al je zorgen
want Ik werd net zo’n mens als jij.
Kom dus bij Mij, wacht niet tot morgen.
Kom, want Ik maak je vrij.
Ik ben het licht van de wereld.
‘k Schijn in de donkerste nacht.
Dit is de dag dat je leven begint
Volg je Mij, dan word je zo blij als een kind.

‘k Heb een lamp die niet uitgaat.
‘k Heb een weg die omhoog leidt.
‘k Heb een huis in de hemel
en ‘k heb Jezus in mijn hart.
Hij is Koning, Hij is Koning… (enz.)

Tegenspoed

‘In tegenspoed geduldig’, werd er gezegd toen we trouwden. Volmondig zei ik ja. Natuurlijk zou ik blijven staan in mijn huwelijk, wat er ook gebeurde. Ik had geen idee wat tegenspoed was. Verschillende dingen had ik mee gemaakt in mijn leven, maar tegenspoed? Ik kon nog niet benoemen wat tegenspoed was.

Wat is tegenspoed eigenlijk in andere woorden? Er staan woorden als: desillusie, pech, tegenslag, teleurstelling, tragedie, onheil, ramp, leed. Geduldig in desillusie in pech etc.

Bij ons kwam er tegenspoed toen Pieter (mijn man) ziek werd. Zijn huid begon los te laten. Als kind had hij eczeem en daar was hij overheen gegroeid. Nadat onze oudste ongeveer twee was, begon de binnenkant van zijn hand kapot te gaan. Erger en erger werd de ziekte en de artsen omschreven het als een auto-immuunziekte. Dat hield in dat zijn lichaam zich tegen zijn huid keerde, zoals ze dit omschreven. Ontstekingen, pijn en jeuk werden een terugkerend patroon. Maandenlang niet of nauwelijks slapen. Depressie tot gevolg. Hij vertelde me soms liever niet meer te willen leven. Het leven was ondragelijk geworden. Leven werd overleven.

Pieter:
Ik kwam terecht bij de specialist; Die zei: ‘Ik ben de specialist, de oudste van dit ziekenhuis, maar dit heb ik in mijn leven nog niet gezien. Deze auto-immuunziekte geeft dat je lichaam je huid afstoot.’ ’t Is de pijn dokter, – heeft u iets om het te onderdrukken?’ ‘Ik ga je teer voorschrijven, licht en donker, hormonaal behandelen ga ik je en verband geven. Vet, stinkend moet je het hergebruiken, zonder het te wassen.’

In de Bijbel staat ook een verhaal. Het verhaal van Job. Job schreeuwt het uit naar God. Hij vindt het niet terecht dat hij dit mee moet maken. Eerst verliest hij al zijn kinderen en zegt hij in Job 1:21 ‘De Heer heeft gegeven en genomen, de Naam van de Heer zij geloofd!‘ En daarna verliest hij nog meer. Zijn vrouw zegt: ‘Zegen God en sterf.’ Zijn vrienden beschuldigen hem van van alles en zeggen dat God hem straft. In Job 6:57 zegt Job ‘Ik schreeuw het uit van pijn, zoals een bang dier schreeuwt van honger. Ik wil dit lijden niet meer. Het is afschuwelijk! Het is net als met eten waar geen smaak aan zit. Dat mag je toch ook weigeren?‘ Eén van zijn vrienden weet het zeker waardoor Job ziek is en zegt in 15:17-18: ‘Luister Job, ik zal het je uitleggen, ik zal je vertellen wat ik weet. Mijn woorden komen van wijze mannen en zij hebben ze weer van hun voorouders gehoord.’ Zo hier kan Job niks tegenin brengen. Wijze mannen en die hebben het van hun voorouders gehoord. Zijn andere vrienden hebben nog veel meer aanklachten.

Goede raad komt er van mensen die het goed met je bedoelen. Of van mensen die het minder goed bedoelen. Soms vrienden. Je bent ziek, hebt het moeilijk en er komt een advies. Stel dat je het niet opvolgt.. tja dan is het je eigen schuld. Had je maar moeten luisteren. Moeilijk als je zwak bent. De pijn die er al is, dan de adviezen en mensen die verdwijnen. Het is moeilijk om te blijven staan in tegenspoed. Als je weer een afspraak af moet zeggen omdat je zwak bent.

Pieter: ‘Het zuchtje wind wat ooit mijn huid streelde, voelt nu als brandnetels. Ooit klopte het hart onhoorbaar nu boven het suizen in m’n oren. M’n lymfen pompen op leven en dood en circuleren bloed door een uitgemergelde fabriek die het lichaam nog is. Dan is er nog de overweldigende zwakte, mensen die terugdeinzen, je ziet ze niet meer.’

In tegenspoed kun je een paar dingen doen. Of je roept het uit naar God. Je wordt boos op alles en iedereen en vooral op God of je berust erin. Piet geloofde nergens meer in, zei hij. Totdat er een man op zijn pad kwam. Pieter vertelt dat hij zei: ‘Oh God als U er bent, help mij.’ Dan komt de priester en de leviet voorbij, broederlijk steken zij over. Dan komt daar die sportleraar. ‘Zal ik voor je bidden?’ Door alles en m’n huid in de steek gelaten, kan ik niet anders: ‘Ja doe, dan maar.’ Een normale man die spreekt tegen Iemand die hij kent. Een nacht en door ‘Ik ben’ – ben ik genezen. Dan begint de zoektocht waarvan ik het einde ken. Hij leerde God kennen door zijn tegenspoed. Een zoektocht..

Ik wens niemand tegenspoed… en toch.. soms leert het je zoveel. in Romeinen 5:3-4 staat: ‘We prijzen onszelf gelukkig onder alle ellende. Omdat we weten dat de ellende tot volharding leidt. Volharding tot betrouwbaarheid en betrouwbaarheid tot hoop.‘ Is alle ellende voorbij als je God kent? Nee. Je hoeft het niet meer alleen te doen. De hemelse Vader houdt Zijn wacht over je. Er komt een nieuwe hoop.

Romeinen 8:33-39

God heeft ons uitgekozen. Wie kan ons dan nog beschuldigen? God spreekt ons vrij van elke schuld. Wie zou ons kunnen veroordelen? Christus Jezus is immers voor ons gestorven! Wat nog belangrijker is: Hij is uit de dood teruggekomen en zit aan de rechterhand van God, waar Hij voor ons opkomt. Wat kan ons ooit van de liefde van Christus scheiden? Onderdrukking? Nood? Vervolging? Honger? Ontbering? Gevaar? De dood? Wij lezen in de Psalmen: ‘Ter wille van U zijn wij voortdurend in levensgevaar, wij worden beschouwd als slachtschapen.’ Maar onder al die omstandigheden hebben wij, dankzij Hem die zoveel van ons houdt, de overwinning! Ik ben ervan overtuigd dat niets ons kan scheiden van Gods liefde. De dood niet, het leven niet, engelen niet, bovenaardse krachten niet, de dingen van vandaag niet, de dingen van morgen niet. Nee, er is geen enkele kracht die dat kan. Hoe hoog we zijn gestegen of in welke diepte wij ons ook bevinden, niets in de hele schepping kan ons scheiden van Gods liefde, die ons gegeven is in Christus Jezus, onze Heer.


Bemoedigende woorden?

‘Dood en leven zijn in de macht van de tong. Wie hem liefheeft zal de vrucht ervan eten.’ Spreuken 18:21

Woorden kunnen opbouwen en afbreken. Op iemand neerkijken of verhogen. Respect tonen of juist niet. Minachting zorgt voor leegte, waardeloosheid. Liefde houdt hoog en geeft respect, geeft waarde. Welke woorden spreken we uit? Brengen ze dood? Of leven?

Wat zaai jij op je werk, je school, je huwelijk, je gezin?

Ik wilde heel graag dat mijn man woorden van leven over mij sprak. Dat hij mij zou verhogen het liefst in het openbaar. Waarde gaf waar ik naar verlangde. Hoe een geweldige vrouw ik wel niet was enzo. Ik vroeg dit vaak door onvrede heen. Dat ging ongeveer zo. Een soort stoomlocomotief dendert door het huis en puft dat ze alles alleen moet doen en altijd de zorg voelt voor alles en iedereen. ‘Sjonge, als jij nu ook eens zag wat ik allemaal doe, welke ballen ik in de lucht moet houden.’ Dat zei ik niet altijd hardop, maar ik liep wel door het huis heen te stampen, af en toe gooide ik het voor zijn voeten. Piet vroeg soms: ‘Wat is er? En daar kwamen de verwijten. ‘Ik moet alles hier alleen doen en altijd dit en dat.. ‘ Onvrede verwijt en afbrekende woorden vlogen mijn mond uit in de hoop hem ertoe te laten inzien wat ik allemaal wel niet deed voor ons gezin. Hij reageerde dan enorm afwijzend. Ik voelde me vervolgens alleen en zei hem dat ik nu behoefte had aan een knuffel. Hij keek me aan of hij water zag branden en zei: ‘Ik kijk wel uit om een cactus te knuffelen. Dat zie ik niet zitten. Die dingen steken en er blijft vaak een stekel ergens hangen.’ Ik wist dat hij gelijk had. Ik had met woorden afgebroken. Niet alleen hem, maar mijn huwelijk.

Ik oogstte rotte vruchten die ik zelf had gezaaid.

Ik oogstte rotte vruchten.

In Samuël 6 staat ook een verhaal. De ark komt terug naar Israël en David begeleidt de stoet. In vers 14 staat: ‘David huppelde uit alle macht voor het aangezicht van de Heer en David was gekleed in een linnen hemd.’ Toen gebeurde het dat Michal zijn vrouw, de dochter van Saul, de vorige koning door het raam naar beneden keek en David zag huppelen en springen en zij verachtte hem in haar hart.

Nou ja, niks aan de hand zou je zeggen.. het was alleen maar in haar hart en meer niet. Hebben we allemaal weleens last van. Er komt iets op in je hart. En dan de vraag: wat doe je ermee? Michal stond het toe.. en waar je hart vol van is, loopt je mond van over..

David komt thuis om zijn huis te zegenen staat er. Hij had het volk nog wat te eten gegeven voor ze naar huis gingen. En Michal komt hem tegemoet. Het eerste wat ze hem zegt is dit: ‘Wat zal de koning van Israël vandaag geëerd zijn. Hij heeft zich vandaag voor de ogen van de slavinnen en de dienaren uitgekleed. Als een landloper. ‘ En in plaats van te zegenen waar hij voor thuis kwam sneert hij terug: ‘Voor het aangezicht van de Heer, die mij uitgekozen heeft boven jouw vader en boven heel zijn huis (jou, Michal dus ook) door mij aan te stellen als een vorst over het volk van de Heer, over Israël, ja voor de Heer heb ik gehuppeld.’ AFBRAAK en dood door woorden.

Ik schets even een scenario.. David komt thuis om zijn huis te zegenen. Hij kijkt ernaar uit zijn vrouw weer te zien en haar te vertellen van zijn avonturen onderweg. Hoe ze onderschat hadden hoe heilig God is, waardoor er iemand stierf onderweg. Hoe blij hij was dat ze de ark weer terug hadden, waardoor hij zich uitbundig had gedragen en gehuppeld had voor de Heer. Michal zou glimlachend naar hem kijken, Vol liefde en blij dat haar man weer thuis is. Ze kent zijn impulsieve buien en weet dat hij het niet doet om zich oneerbaar te gedragen. Ze zegt: ‘Wat mooi dat je zo vol glorie voor de Heer kon dansen en springen. Ik heb lekker voor je gekookt. Een bad voor je gemaakt.’ David zou zijn gezin zegenen en iedereen is opgebouwd.

Dit klinkt ideaal toch?

Het kan echt. Wanneer je zoekt naar het beste van elkaar, dan bouw je op. Mijn man bouwt mij op. Hij vertelt hoe waardevol hij mij vindt en hoeveel hij van me houdt. Hij zoekt naar het beste voor ons huwelijk en voor zijn gezin. Ik zoek naar het beste voor hem en bouw hem op met woorden en mijn houding. Samen zoeken we naar het beste voor ons gezin en onze omgeving. We danken elkaar voor alles. We bouwen elkaar op, bemoedigen met woorden en daden. Soms kan er een bitter worteltje in je hart opschieten. Trap ik die dood of laat ik hem groeien tot een giftige plant?

Dood en leven zijn in de macht van de tong … Bouw jij op of breek je af?

Willoos en Controle

Dit is een verhaal over twee schapen. Het ene schaap heet Controle en het andere schaap heet Willoos. De schapen leefden al een tijd samen. Controle had het voor het zeggen en Willoos keek wat Controle deed. Willoos wist zelf niet wie hij was. Controle ook niet, maar dacht van wel. Controle voelde zich vaak superieur. Wanneer Willoos iets van een eigen initiatief toont, laat Controle zich gelden door zijn macht te laten zien. Hij gaat hard blaten en soms gaat hij bijten als dit niet genoeg is. Soms drijft hij Willoos verder in de hoek, om te laten weten wie de baas is. Willoos mag eten wanneer Controle het toestaat en mag slapen wanneer Controle gaat slapen.

Willoos weet bijna niet meer beter. Soms kijkt hij verlangend door de kier van de deur in de hoop op vrijheid. Zodra controle dit ziet, gaat de deur helemaal dicht. Stel je voor dat Willoos weg loopt. Willoos doet alles wat Controle wil. Echt leuk vindt Controle dit niet en hij vraagt soms of Willoos ook eens initiatief wil nemen. Ook al zou Willoos het bedenken, dan weet hij niet hoe. Alles wordt voor hem bepaald en uitgevoerd, zodat hij een verlamd schaap lijkt. Soms blaat hij het uit van ellende. Hij snakt naar vrijheid, naar verse weiden. Het blijft bij verlangen. Controle vindt het leven zwaar. Zou graag ontlast willen worden. Heeft een last gepakt die niet van hem is, maar kan niet los laten.. beiden gevangen in een leven wat ze nooit hebben gewild.. Wat een triest verhaal.

Herken je het? Controle willen houden over iedere situatie? Over mensen, je kinderen? Je partner? Alle touwtjes in handen houden. Zorgen dat alles loopt, zodat het leuk is en veilig en fijn en het beste. Steeds harder moet je je best doen, om alles in de hand te houden, het lijkt of het leven uit je handen glipt. Moe gestreden. Overleven..

De Verlosser roept..

Op een dag horen Willoos en Controle een stem buiten. Ze herkennen de stem. Het is de stem van de Herder. Hij roept! ‘Kom maar naar Mij, jullie die vermoeid en onder lasten gebukt gaan. Dan zal Ik jullie rust geven. Neem Mijn juk op je en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zal je rust vinden. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ (Matt 11:28-30)

Ze krijgen een nieuwe naam! Willoos krijgt de naam Vrijheid en Controle wordt Overgave.