Al vanaf dat ik klein was, had ik een enorme behoefte om gekend te zijn. Dat iemand mij echt kende met al mijn gevoelens, gedachten en verlangen. Een wens om te kunnen delen. Hoe meer ik dat wilde en ik teleurgesteld werd, hoe minder ik mijzelf liet kennen. Ik liet het niet meer zien.
Je kunt soms iemand tegen komen, die je een paar keer ergens hebt gezien.. ‘Hé, waar ken ik jou ook alweer van? Ik ken jou, maar waarvan?’ Oppervlakkig kennen. Herkenning van gezichten.
‘Heer, U kent mij door en door.
U weet alles van mij, waar ik ook ben.
U weet alles wat ik denk.’ Psalm 139:2.
Mam! U kent mij toch!
Van de week zat ik even in de tuin met mijn jongste zoon te praten. Hij zei: ‘Mam ik heb weer iets leuks gemaakt van hout.’ ‘Oh, joh wat leuk! Wat geniet je ervan hè, om iets te maken?’ ‘Ja’, zei hij al glunderend. ‘Mam, u kent mij toch!‘ Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. Hij voelt zich gekend. Mijn zoon geeft nog makkelijk aan wat er in zijn hart omgaat. Vertelt waar zijn verlangens over gaan. Wel heeft hij tijd nodig. Een vluchtig gesprekje laat niet zoveel zien. Wel als hij merkt dat ik echt aandacht heb. Echte aandacht.. even zitten, praten over van alles en nog wat.
God heeft echte aandacht. Hij wacht tot we komen met al onze verhalen om te horen wat Hij al weet. Psalm 139:4 ‘U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. Hoe bijzonder is dat.. dat vertrouwen heeft mijn zoon nog. Hij gaat ervan uit dat ik hem door en door ken.
Inmiddels komt hij op een leeftijd dat het niet altijd meer fijn is dat ik alles van hem weet. Dat ik doorheb dat er iets niet helemaal klopt. En toch wil hij nog gekend zijn.
Wanneer we iets doen wat we beter niet kunnen doen, ontwijken we degenen die ons lief zijn. Of we proberen ons te verbergen.
‘Hoe zou ik kunnen vluchten voor Uw Geest?
Waar zou ik me voor U kunnen verbergen?
Als ik naar de hemel zou gaan – U bent daar.
Als ik naar het dodenrijk zou afdalen – U bent daar óók.’ Psalm 139:7-8.
Mijn man weet soms beter dan ik wat ik nodig heb. Vooral als ik veel aan mijn hoofd heb, of uit een oud patroon reageer, zegt hij.. ‘Is dat echt wat je wil? Of ga je meer weggeven dan je hebt?’ Ik hou daar zo van.
Iets krijgen wat helemaal niet bij mij past, voelt pijnlijk.. ze kennen me blijkbaar niet.
Toen ik een gebroken vrouw was, wilde ik me niet laten kennen. Stel dat mensen erachter kwamen dat ik kwetsbaar was, dat ik het soms helemaal niet aankon. Dat ik mij een waardeloze vrouw, dochter en moeder vond. Stel dat ze dat zouden zien! Tot mensen lieten zien dat ze ondanks je fouten van je hielden en je echt wilden leren kennen. Dat was zalf voor mijn hart en ik leer(de) opnieuw om mezelf te laten kennen.
‘God, ik wil dat U alles van me weet.
Kijk in mijn hart, onderzoek mijn gedachten.
Zeg het me als ik iets verkeerds doe,
en help me om weer te leven zoals U het wil. Psalm 139:23-24.