‘Hoe kan het Heer?’

Afgelopen week was ik de auto aan het wassen. Onder het autowassen is er dan meteen die stilte die ik regelmatig gebruik om met de Heer te praten. Ik hoef dan niet ergens over na te denken en kan gewoon bidden. Zoals Paulus zei: ‘Bid zonder ophouden.’

Er komen veel mensen tot geloof op straat. Afgelopen week bijvoorbeeld, gingen we even naar een juwelier in een stad en daar zat voor de winkel een man op een bankje. Met regelmaat word ik naar iemand toegetrokken en weet dan dat ik het evangelie mag delen. Ik vroeg de man of hij weleens gehoord had dat God veel van hem houdt en een plan met zijn leven heeft. Dat had hij nog nooit gehoord, zei hij, en hij wilde dit wel horen. We gingen hem vertellen dat we allemaal gezondigd hebben en de heerlijkheid van God missen, en dat het loon van de zonde de dood is. Maar de genade die God schenkt is eeuwig leven, door Zijn Zoon Jezus Christus. En dat de Bijbel zegt, ‘Ieder die de Naam van Jezus aanroept, zal worden gered.’ Spontaan gaf hij zijn leven aan Jezus en bad het gebed met ons mee. Op mijn vraag of hij een bijbel had, was het antwoord: ‘nee.’ In diezelfde straat was een boekhandel. Piet kocht een Bijbel voor de man en de man bedankte ons voor dit gesprek en vervolgde zijn weg met blijdschap. Halleluja!

Een vrouw nam de Heere Jezus aan in haar hart.

Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. Romeinen 10:13

Onder dat autowassen dus, vroeg ik de Heer: ‘Heer, hoe kan het dat mensen, die nooit van U hebben gehoord, U meestal zo makkelijk uitnodigen in hun hart? Hoe kan het, dat ze zo blij worden om te horen dat er redding voor ze is door Jezus die aan het kruis ging?’ De Heer sprak tot mijn hart: ‘ Omdat ik niet gekomen ben om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. (Lukas 5:32) Mensen die zichzelf nog wel geweldig vinden, kunnen niet ingaan.

En Hij sprak ook met het oog op sommigen die van zichzelf overtuigd waren dat zij rechtvaardig waren en alle anderen minachtten, deze gelijkenis: ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf:  God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.’ Lukas 18:9-14

Jarenlang hebben we mensen het evangelie verteld. Mensen die al hun hele leven in de kerk komen. Zoals bij mensen van de straat, was er geen vreugde bij de boodschap. Er kwam vaak verwijdering door. Er werd gevraagd of we geen teksten meer wilden delen, of er werd gezegd dat we erover moesten zwijgen. Er werd ons verteld hoe je bekeerd moest worden, terwijl ze dit zelf niet waren. Er werd gezegd: ‘Als je echt bekeerd zou zijn, dan zou je wel andere kleding dragen. Als je echt bekeerd zou zijn, zou je , je bekering niet vertellen. Want bekeerde mensen praten daar niet over. Dan zou je erover zwijgen.’ Er werd aanstoot genomen aan de woorden van God. Terwijl veel van deze mensen, voor de buitenkant netjes leven.

Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. Matthëus 15:8

Op een dag zat ik in de auto en keek in mijn achteruitkijkspiegel waar ik drie mannen tegen hun auto zag leunen. Ze hingen wat met drinken in hun hand tegen de auto. Automatisch ging mijn hand, naar het op- slot- knopje. Een oude gewoonte die ik soms nog heb overgehouden van de tijd als vertegenwoordiger langs de weg. De Heer sprak tot mijn hart: ‘Ga erheen’ ‘Ehm, nou Heer, U heeft het vast gezien dat deze mannen met z’n drieën zijn en ik ben alleen.’ Meteen de stem van de Heer: ‘Jij bent niet alleen?’ ‘Oh nee Heer dat is waar, met U ben ik nooit alleen. Sorry dat ik dat zei.’ Ik opende mijn deur en liep op de mannen af met het woord van God. ‘Heeft iemand jullie weleens verteld dat God veel van jullie houdt?’ (Bijbel: Want God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, Efeze 2:4-5a) Eén van de mannen wees meteen één van zijn andere maten aan en zei: ‘Tegen hem moet je dit vertellen, hij wil dat.’ Als ik met natuurlijke ogen gekeken had, en niet de stem van de Heer had gevolgd, zou ik nooit op hem zijn afgestapt. Zijn huid was gekleurd met plaatjes, en met zijn gouden tanden grijnsde hij naar me en zei: ‘Ja, ik wil het horen.’ Ik begon hem het evangelie te vertellen en serieus luisterden de mannen. De bewuste man ontving het Woord meteen met vreugde en bad het zondaarsgebed met me mee. Hij ontving Jezus in zijn hart en vroeg of nu al zijn zonden waren vergeven.

‘Ja,’ zei ik: want de Bijbel zegt: ‘In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade.’ Efeze 1:7 onze zonden ZIJN vergeven staat er. Maar blijf in Jezus en ga het niet alleen doen. Blijf naar Hem toegaan en niet van Hem af. Ik gaf hem een Bijbel en hij was blij. Bekering betekent: Omkeren. Omkeren van de wereld en je eigen ik. En keren naar God.

Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. Romeinen 10:9-13

Tot welke groep hoor jij? Tot de (zelf) rechtvaardige die het bloed van Jezus niet nodig heeft? Of ben je een zondaar die weet, dat je de Redder nodig hebt, en niets anders meer kan, dan de boodschap van Jezus dood en opstanding aan te nemen?

De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. 2 Petrus 3:9

Toets je hart. En vraag de Heer je hart te toetsen en bid dit gebed dan als je de Heer nog niet in je hart hebt. ‘Heer, laat mij zien wie ik ben tegenover U. Laat mij zien dat ik gezondigd heb en Uw heerlijkheid mis Heer. Ik beleid dat ik me gedragen heb als een Farizeeër. Ik ben een zondaar die Uw genade nodig heeft. Was mij Heer, dan zal ik wit zijn. Vergeef me Heer al mijn overtredingen. Ik bid U Heere Jezus, kom in mijn hart. Was mij en reinig mij en maak mij vrij. Vergeef me mijn zonden. Dank U dat U ook stierf voor mij. Ik keer de wereld de rug toe en keer me naar U toe. U zegt Jezus: Leer van Mij nederig te zijn. Ik wil dat leren Heer, nederig te zijn en zachtmoedig. Laat me zien wat Uw hart is Heer en maak mijn hart als dat van U. Amen.’