Trouw zijn over de kleine dingen..

Toen ik begon met werken op mijn twaalfde jaar, mocht ik mee met mijn vader naar de slagerij. Het liefst wilde ik gelijk klanten helpen en vlees verwerken. Salades of barbecue schotels opmaken leek me geweldig. Maar nee, ik moest beginnen met andere klusjes. De wc boenen, de vloer schrobben, karton platmaken. Nadat ik dat onder controle kreeg, kwamen er klusjes bij. Klusjes die ik leuker vond. Ik moest eerst leren om te trouw te zijn over kleine klusjes.

Het geld wat ik verdiende, hield mijn vader apart. Ik kreeg er een paar gulden van en de rest spaarde hij voor me. Irritant vond ik dat. Het liefst wilde ik het zelf hebben. Mijn vader wist echter, dat ik er niet goed mee om kon gaan. Het liefst kocht ik snoep of cadeautjes. Zelfs met die ene gulden (ja ja, gulden was er nog) die ik per week aan zakgeld kreeg, kon ik niet omgaan. Ik kocht er vaak meteen iets voor.

Naarmate ik ouder werd, kreeg ik er zelf meer de verantwoording over. De eerste maand dat ik zelf het geld op mijn rekening kreeg , was ik zestien en voelde het of ik miljonair was geworden. Het kon niet op joh! Dat bleek na twee weken een illusie. Het was op. Ik kon er nog niet mee om gaan. Ik besloot dat het anders moest. En liet van de 1040 gulden die ik verdiende, er meteen 940 gulden wegsluizen naar mijn spaarrekening. Daar kreeg ik rente over en het vermeerderde.

Het verhaal van de dienaren met het geld

Jezus zei: “Het is hetzelfde als met een man die naar het buitenland vertrok. Voordat hij ging, riep hij zijn dienaren bij zich. Hij gaf hun een bedrag waarmee ze voor hem zaken moesten doen.  Eén dienaar gaf hij 1200 goudstukken, een andere 500 goudstukken en een derde 250 goudstukken. Hij gaf ieder de hoeveelheid geld waarvan hij wist dat die dienaar daar goed mee zou kunnen omgaan. Daarna ging hij op reis. De man die 1200 goudstukken had gekregen, ging onmiddellijk op weg om zaken te doen. Hij verdiende er 1200 goudstukken bij.  De man met de 500 goudstukken verdiende er 500 bij.  Maar de man die 250 goudstukken had gekregen, groef een gat in de grond en stopte er het geld van zijn heer in.Na lange tijd kwam de heer van die dienaren terug. Hij wilde weten hoeveel ze met zijn geld voor hem verdiend hadden. De man die 1200 goudstukken had gekregen, ging naar zijn heer. Hij bracht ook de 1200 goudstukken mee die hij had bijverdiend en zei: ‘Heer, u had mij 1200 goudstukken gegeven. Kijk, ik heb er 1200 bijverdiend.’  Zijn heer zei tegen hem: ‘Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.’ De man die de 500 goudstukken had gekregen, ging ook naar zijn heer. Hij zei: ‘Heer, u had mij 500 goudstukken gegeven. Kijk, ik heb er 500 bijverdiend.’ Zijn heer zei tegen hem: ‘Goed gedaan! Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik heb je eerst weinig gegeven. Daar ben je goed mee omgegaan. Daarom zal ik je nu véél geven. En je bent welkom op mijn feest.’ Want aan iedereen die heeft, zal meer gegeven worden, en hij zal meer dan genoeg hebben. Maar van wie niet heeft, zal afgenomen worden wat hij heeft. En de heer zei: ‘En gooi die nutteloze dienaar in de donkerste kerker. Daar zal hij huilen en met zijn tanden knarsen van spijt.’ ” Mattheüs 25 :14-29

Trouw in het kleine..

Wanneer we niet bereid zijn het kleine wat we hebben in te zetten, dan worden we niet over grotere taken gezet. Wanneer je van een euro geen tien procent kunt missen, lukt het ook niet met vijfhonderd euro.

Begin met trouw zijn over het kleine en de Heer zal je meer gaan geven.

Wees trouw in het huishouden. Wees trouw in je relaties. Wees trouw op je werk. Wees trouw in hetgeen je op aarde is toevertrouwd en de Heer zal je ervoor belonen.

Lukas 16:10 HSV

Wie trouw is in het minste, is ook in het grote trouw. En wie onrechtvaardig is in het minste, is ook in het grote onrechtvaardig.

Vertrouwen is weten…

Toen onze oudste zoon klein was, sprong hij van de commode af en lachte uitbundig! Papa!! Zijn papa ving hem op en het spelletje herhaalde zich keer op keer. Hij had een blind vertrouwen in zijn vader. Hij sloot zijn oogjes en sprong.

Springen met open ogen…

Ik hoor regelmatig door gelovige en niet gelovige dingen roepen als: ‘Waarom laat God de ellende toe in de wereld? Waarom moet ik hier dan nu zo in leven?’ ‘Waarom is er dan ziekte?’ Allemaal vragen waarom iemand twijfelt over God. Alsof we alle ellende van de wereld toeschrijven aan God. Tegenover vertrouwen staat wantrouwen. Ik weet niet of jouw bedoeling goed voor mij is. Misschien zit er wel een addertje onder het gras. Straks kost het me wat als ik ‘ja’ zeg tegen God.

Ik noem een paar bijbel teksten van de bijbel waar God beloften geeft als we vertrouwen.

Gezegend wie op de HEER vertrouwt,
wiens toeverlaat de HEER is.
Hij is als een boom geplant aan water,
zijn wortels reiken tot in de rivier.
Hij merkt de komst van de hitte niet op,
zijn bladeren blijven altijd groen.
Tijden van droogte deren hem niet,
steeds weer draagt hij vrucht. Jeremia 17:7-8

Je bent dus gezegend… als een boom geplant aan water. Je merkt de hitte niet op en je bladeren blijven groen en fris en je draagt vucht… ”

Vertrouw op de HEER met heel je hart,
steun niet op eigen inzicht.
Denk aan hem bij alles wat je doet,
dan baant hij voor jou de weg. Spreuken 3:5-6

Hij baant je de weg!

Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. 1 Johannes 5:14

Wanneer we bidden in overeenkomst met Zijn wil, luistert Hij.”

Allen die hem aanroepen is de HEER nabij,
die hem roepen in vast vertrouwen. Psalm 145:18

De Heer is dichtbij…

Wie goed luistert, zal het goed vergaan,
wie op de HEER vertrouwt, is gelukkig. Spreuken 16:20

Je zal gelukkig zijn…

Angst voor mensen is een valstrik,
wie op de HEER vertrouwt, wordt beschermd.Spreuken 29:25

Je wordt beschermd…

Vertrouwen is overgeven. Gewoon springen in geloof en vertrouwen dat de ander zal vangen. In het dagelijks leven vertrouwen we heel veel. Zonder te kijken hoe de stoel is gemaakt, gaan we zitten. Zonder te kijken of de auto technisch nog helemaal goed is, gaan we rijden. Zonder te onderzoeken of de trein goed in elkaar zit, stappen we in. Zonder te weten of er in eten gif zit, eten we het op. Vaak gaan we uit van onze eigen verstand. En gaan we uit van ons eigen inzicht. Of we zijn gewoon heel goed gelovig in wat de massa zegt. Of goed gelovig dat een ander het beste met je voor heeft. Je kunt ook vertrouwen op geld, je medicijnen, je vaccinatie, je bedrijf, of je verzekering.

Val maar…

Wantrouwen is het tegenovergestelde van vertrouwen. Wantrouwen geeft angst en onzekerheid. Wantrouwen komt vaak via leugens. Wantrouwen is een ‘misschien’. ‘Wantrouwen’ zei in het begin van de schepping in Genenis:

‘God heeft toch gezegd dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘Jawel hoor,’ zei eva, maar van één niet, dan zullen we sterven. ‘Helemaal niet joh’ zei de slang. ‘Je ogen zullen open gaan en als God zijn.’

Er ontstond twijfel in hart van Eva… Zou het? Zou God de halve waarheid hebben verteld? Ze at en het ging mis… De mensen moesten sterven.

Vaak geloven we de leugens die onze gedachten binnen komen of door een persoon worden verteld. Er komt wantrouwen. Wantrouwen naar mensen of naar God. Door wat iemand zegt, kan er een zaad geplant worden. Dood en leven zijn in de macht van de tong. Denk je écht dat God goed is? Denk je écht dat die persoon waar jij mee omgaat te vertrouwen is? Geloof je echt dat die persoon trouw is?

Paulus maakte heftige dingen mee en vroeg nooit waarom. Ik lees een daarom van Paulus:

De kracht die in ons is en die groter is dan elke andere kracht, is niet onze eigen kracht. Het is Gods kracht in ons. We zijn wel in moeilijkheden, maar door zijn kracht zitten we nooit helemaal klem. We hebben wel raad nodig, maar door zijn kracht zijn we nooit wanhopig.  We worden wel vervolgd, maar door zijn kracht laat God ons nooit in de steek. We worden wel vertrapt, maar door zijn kracht staan we telkens weer op. Elke dag dragen we de dood van de Heer Jezus in ons lichaam mee. Alleen zó kan het leven van Jezus in ons lichaam zichtbaar worden.   Aldoor is ons leven in gevaar, vanwege ons geloof in Jezus. Maar zo kan ook aldoor het leven van Christus in ons sterfelijk lichaam zichtbaar worden. Zo kijken wij aldoor de dood in de ogen. Maar het gevolg is wel dat júllie eeuwig leven hebben!

Maar wij zijn net zo vol van geloof als de man die in de Boeken schreef: “Ik geloof, daarom heb ik ook gesproken.” Wij geloven ook, en daarom spreken we ook. Want we weten dat God de Heer Jezus uit de dood heeft teruggeroepen en weer levend heeft gemaakt. Daarom zal Hij ook óns samen met Hem uit de dood terugroepen en weer levend maken. Wij zullen samen met jullie voor zijn troon komen te staan. Want wíj maken al deze moeilijkheden mee omdat dat goed is voor júllie. Zo zullen steeds meer mensen zien hoe goed God is. En zo zullen steeds meer mensen God prijzen. 2 Korinthe 4:7-18

Gebed: Ik zeg tegen de Heere: ‘Mijn Toevlucht, mijn Burcht, mijn God op wie ik vertrouw! (Psalm 91)

Vertrouw jij de woorden van God? Of steun je op je eigen inzicht?

Geloof zonder twijfel

Een tijd terug zat ik gezellig met mijn oudste in gesprek. Het ging over één van de maatregelen tegen het wel bekende coronavirus. Ik zei er wat over en zijn antwoord was: ‘ Ja, jij gelooft niet in Corona, dus logisch dat jij dat vindt’ ‘Je gelooft niet in Corona?’ vroeg ik hem en was wat verbaasd over dit antwoord van hem. Ineens besefte ik wat hij zo mooi zei. Ik geloof niet in Corona inderdaad. Ik geloof in God. De Schepper van jou en mij. Ik hoor om mij heen dat mensen Corona krijgen, dat wel. Maar erin geloven?

Uitkijkend op de zon over het water.

‘Waar geloof jij in?’ vraag ik weleens mensen. Veel antwoorden heb ik al gehad: ‘Ik geloof in mijzelf’ of ‘ik geloof in Boeddha’ of ‘ik geloof in God’ of ‘ik geloof dat alle religies gelijk zijn.’ ‘Ik geloof dat ik niet lang meer zal leven’ ‘Ik geloof dat het nooit meer goed komt tussen mij en mijn familie’, ‘Ik geloof dat ik niet meer beter wordt’… vul maar in.

Ik moest eraan denken, wat we allemaal kunnen uitspreken over waar we in geloven. ‘Ik zal hier mijn hele leven wel last van hebben.’ ‘Ik zal waarschijnlijk niet oud worden.’ ‘Ik geloof dat ik in de hemel kom, want ik ben altijd goed voor anderen.’

De Bijbel beschrijft het geloof in God zo.

In Hebreeën 11:1-3 staat: ‘Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien. Veel van onze voorouders zijn door hun geloof een voorbeeld voor ons geworden. Doordat we God geloven, begrijpen we dat de wereld door het woord van God is ontstaan. Wat we nu zien, is niet ontstaan uit iets zichtbaars, maar uit iets onzichtbaars, namelijk het woord van God.‘ Het vervolg van dit stuk is een opsomming van mensen die geloofden en op God vertrouwden en worden de geloofshelden genoemd. Omdat Abraham, Omdat Izak, Omdat Jacob en nog een hele rij, God geloofden en daaruit handelden. Ondanks lijden en sterven bleven ze geloven omdat ze wisten dat er voor hen een betere toekomst was.

Twijfel is toch menselijk? Logisch toch? We zijn gewoon mensen en mogen toch twijfelen? Ik begrijp het hoor, dat je twijfelt. ‘Heel normaal is dat’ hoor je dan. Jezus liep over het water. De discipelen dachten dat het een spook was en Jezus zei: ‘ Wees niet bang. Ik ben het.’ Petrus werd enthousiast: Hij antwoordde: “Heer, als U het bent, beveel mij dan om over het water naar U toe te komen!”  Jezus zei: “Kom!” Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij op de wind ging letten, werd hij bang en hij begon te zinken. Hij schreeuwde: “Heer, red mij!” Onmiddellijk stak Jezus zijn hand uit en greep hem. En Hij zei: “Je hebt niet genoeg geloof! Waarom ging je twijfelen?” Mattheüs 14:28-31.

Zolang Petrus naar Jezus keek, geloofde hij. Zodra hij op de omstandigheden keek, zonk hij en werd ‘kleingelovige’ genoemd door Jezus.

Twijfel kijkt op omstandigheden. Geloof zegt: ‘Maar God… Hij is boven ons bidden of beseffen. Hij is de Schepper. Hij is het Begin en het Eind. Hij is de Redder. Hij is Jezus waar elke knie zich voor zal buigen en elke tong zal belijden dat Hij Heer is. Geloof is door het horen van het Woord van God. Vertel Mijn wonderen van dag tot dag… Bouwt ook jezelf op.’

We hebben lastige jaren in ons huwelijk gehad. Veel moeite en verdriet door de ziekte van mijn man. ‘Hoe nu verder. Heer! Hoe moeten we verder. Wij weten het even niet. Maar U weet het.’ Soms zag ik het niet meer zitten wanneer ik keek naar de plaatjes (omstandigheden) en dacht ik: ‘Heer haal mij maar thuis, Het lukt me niet meer en ik ben bang dat ik alsnog de dingen ga doen die ik niet wil.’ Het leek of ik dan naar God keek, maar in werkelijkheid steunde ik op mijn eigen kracht. Soms doe ik dat nog wel eens. Daar word het een zooitje van. Is dan mijn geloof weg? Nee, ik weet dat ik het zelf niet goed heb gedaan. God is altijd goed.

Wees blij, broeders en zusters, als je geloof door allerlei moeilijkheden op de proef wordt gesteld. Want daardoor zal je leren geduld te hebben. Zo zal je geloof sterker worden en zal je een volwassen geloof krijgen. Daardoor zal je altijd het goede doen.  En als je een keer niet weet wat je moet doen, mag je God om wijsheid vragen. God geeft die altijd, zonder boos te zijn dat je het zelf niet weet.  Maar je moet daar wel vol geloof om bidden, zonder te twijfelen.  Want als je twijfelt, lijk je op een golf van de zee die door de wind steeds een andere kant wordt opgejaagd.  Als je twijfelt, zal je niets van de Heer krijgen.  Je weet dan namelijk zelf niet wat je wil en bent onzeker bij alles wat je doet. 1 Jacobus:2-8

Als je in de verleiding komt om verkeerde keuzes te maken, is het heerlijk voor je als je toch voor het goede kiest en aan je geloof vasthoudt. Want dan zal de Heer je het eeuwige leven geven. Dat is de beloning die Hij heeft beloofd aan de mensen die van Hem houden.  Maar je mag nooit zeggen dat Gód jou op de proef stelt. Want God kan niet door het kwaad verleid worden om iets slechts te doen. En Hij doet Zelf ook niemand kwaad om iemands geloof op de proef te stellen.  Maar elke keer als je in de verleiding komt om het verkeerde te doen, komt dat doordat de verlangens van je oude ‘ik’  aan je trekken. Ze proberen je mee te slepen.  Als je je daar niet tegen verzet, word je uiteindelijk inderdaad ongehoorzaam aan God. En als je niet langer gehoorzaam wil zijn aan God, brengt dat tenslotte de dood voort.  Houd jezelf niet voor de gek, lieve broeders en zusters! Jacobus 1:12-16

Maar als iemand geen geloof heeft, kan God onmogelijk blij met hem zijn. Want als iemand naar God toe komt, moet hij geloven dat HIJ IS  wie Hij zegt dat Hij is, en dat Hij de mensen beloont die werkelijk naar Hem verlangen. Hebreeën 11:6

Geloof alleen!

Heet of koud?

Bij een gebeds- en aanbiddingsdienst waar we pas waren, zag ik veel mensen met elkaar gezellig keuvelen. Over van alles en nog wat. De voorganger riep: ‘Kom op volk van God, laten we ons buigen tot God en ons bekeren van onze verdeeldheid in het lichaam van Christus. Bekeren van discussie en tweedracht. En laten we bidden voor ons land, voor onze stad en ons volk, zodat God ons land zal genezen’ Een groep ging hierin mee en aanbad uitbundig mee. Een andere groep was vooral bezig met elkaar. Gezellig aan het keuvelen over de dagelijkse beslommeringen. Ik voel, zie en hoor vaak veel om mij heen en het valt niet altijd mee dan te focussen. Ik besloot mijn ogen dicht te doen. Maar mijn oren kon ik niet sluiten. Normaal zou het niet zo opgevallen zijn, omdat de mensen dan konden fluisteren, maar we waren op drie meter afstand van elkaar en de mensen konden niet anders dan met flinke stemverheffing te praten, wilden ze boven de muziek uitkomen om elkaar te bereiken.

Ik voelde een teleurstelling boven komen. Mijn beeld van deze dag was: Samen strijden in lied en gebed voor ons land. Voor elkaar, voor de overheid en alles eromheen. Het voelde voor mij als een verzwakt leger wat zich druk maakte of hun haar wel goed zat. Of ze wel genoeg te eten kregen in het gevecht, of hun kleding wel schoon zou zijn…

Ik ging vandaag bidden en zei: ‘Heer, ik bekeer mij van mijn vaak zo eigen lauwe houding. Dat er zoveel dingen mijn aandacht vragen, dingen die ikzelf zo fijn vind om te doen. Terwijl U zegt: Zoek eerst Mijn Koninkrijk en de rest zal je worden gegeven. Heer, hoe moeten we de strijd winnen als de kerk verdeeld is en met zichzelf bezig. Ook ik?’

In Openbaring 3:15-16 staat:
‘Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet! Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.

Welke temperatuur heb jij?

Hoe bedoel je zwart/wit? De Heer wil dat we vurig zijn van de Heilige Geest of als een beker koud water. Verfrissend! Lauw is iets ertussen in. Grijs. Geen keuze. Onpartijdig?

Laatst keken we kamp van Koningsbrugge op TV. Een indrukwekkende serie hoe het corps commando’s wordt opgeleid. Als één moesten ze optrekken. Stel dat er één moe was, moest de rest hem ophalen of meetrekken. Niemand mocht achterblijven. Er werden instructies gegeven hoe te handelen in de missie die komen ging. Wat zou er gebeuren als twee niet goed luisterden en gewoon met hun eigen programma bezig waren? Ze zouden de rest in gevaar brengen en eruit vliegen. Eén ging vooral voor zichzelf, voor zijn eigen leerweg. Ook hij moest zijn naam kaartje inleveren. Steeds opnieuw vielen er mensen af. Ik vond de meest opmerkelijke situatie toen één man op de boot in slaap viel. Zijn mede-commando’s probeerden hem wakker te krijgen, maar steeds opnieuw viel hij in slaap. Het werd zwaar aangerekend en ook hij moest vertrekken. Wow!

Zijn we lekker gered en in een gezellig bubbeltje gekomen toen we tot geloof kwamen? Of mag het ons wat kosten?

Lucas 14:25-33 zegt: ‘Grote groepen mensen reisden met Jezus mee. Jezus draaide Zich naar hen om en zei:  ‘Als je bij Mij komt, moet je meer van Mij houden dan van je vader en moeder, vrouw en kinderen, broers en zussen. Je moet zelfs meer van Mij houden dan van je eigen leven. Anders kun je niet Mijn leerling zijn.  Als je niet het kruis draagt  en Mij volgt, kun je geen leerling van Mij zijn.

Als je een toren wil gaan bouwen, ga je toch eerst rustig uitrekenen wat het zal gaan kosten? Je moet toch weten of je het werk zal kunnen afmaken?  Want stel dat je het werk niet kan afmaken nadat je het fundament hebt gelegd. Dan zal iedereen je uitlachen!  Ze zullen zeggen: ‘Ha, die man begon te bouwen, maar hij kon het niet afmaken!’

En als een koning tegen een andere koning ten strijde trekt, zal hij eerst rustig bedenken of hij het met een leger van 10.000 man zal kunnen winnen van iemand die een leger van 20.000 man heeft.  En als hij denkt dat hij niet zal kunnen winnen, stuurt hij boodschappers naar de andere koning als die nog ver weg is met zijn leger. En hij vraagt hem op welke voorwaarden hij vrede met hem kan sluiten. Zo kunnen jullie dus alleen maar mijn leerling zijn, als jullie alles wat jullie hebben, kunnen loslaten.’

Lieve broeders en zusters, laten we vurig zijn of een verfrissende beker water. Geen grijze muis, maar zout van de aarde, het licht van de wereld!

‘Ik kan fietsen!’

Uitbundig roept Jos: ‘Ik kan fietsen!’ Met een stralend gezicht komt het jongetje naar me toe. De levenslust en trots straalt uit zijn kleine ogen. Ik voel me ontzettend blij voor hem. ‘Laat het eens aan me zien’, vraag ik. Dat doet hij. Hij fietst keihard de straat uit en dan zie ik hem vallen. Ik ren naar hem toe en zeg tegen hem dat hij beter maar niet meer moet gaan fietsen. “Je kunt er helemaal niets van, zet die fiets maar gauw in de schuur en ga iets anders doen.” Hij krimpt in elkaar en al zijn moed en levenslust is weg. Ontmoedigd kijkt hij naar zijn fiets en naar zijn kapotte knie. “Nee” zegt hij “misschien moet ik het maar niet meer doen.”

Wat een wreed persoon laat ik zo zien hè? Waarom spreek ik dat jongetje geen moed in? Zo van: “Kom op jongen, je kunt het! Stap maar weer op je fiets en probeer het opnieuw.”

Bij kleine kinderen lijkt het vaak makkelijk om ze dingen te leren. Met alle geduld helpen we ze weer overeind en spreken ze moed in het nog eens te doen. Wanneer we volwassen zijn geworden, wordt gewoon verwacht dat je het kunt, is er al snel ongeduld. Of we vertellen even waar het allemaal mis ging: “Wil jij nog een keer proberen te fietsen? Nee joh, de vorige keer viel je ook, weet je nog? Je hebt weken last van je knie gehad.” Op dit moment spreken we woorden van ongeloof… “Je kunt het beter niet meer doen” Of geloven we de woorden van dit kind wat zegt: “Ik KAN fietsen!”

Wanneer we tot geloof komen, gebeurt dit soms ook. Er komt iemand tot geloof en vertelt dat aan anderen. Dolgelukkig dat hij gered is en in Jezus rechtvaardig is. Dat het oude voorbij is en hij of zij een nieuw persoon geworden is in Jezus Christus. En dan wordt nog even gewezen op de dingen die ze gedaan hebben in het verleden. “Ja, ja dus je hebt dat allemaal achter je gelaten? Weet je zeker dat je niet meer terug valt in dat gedrag?”

Doe jij dan nooit meer iets verkeerds? De Bijbel zegt in 2 Korinthe 5:16-17: “Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld (door te zien wat voor ogen is). Ook Christus niet die we vroeger wel met deze maatstaven beoordeelden. Daarom ook is iemand die één met Christus is een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen’. Je bent als het ware veranderd van: ik KON fietsen, naar: ik KAN fietsen. Geloof zegt dat hij KAN fietsen. Ongeloof wijst op de val.

Maar dan struikel je. Schreeuwend sta je voor de vriend die je net heeft geconfronteerd met iets wat jij gedaan hebt. “Hoe kun jij zo tegen mij tekeer gaan?” zegt hij tegen je. “Ben jij nou een kind van God? Ik dacht dat je veranderd was. Het valt me enorm van je tegen zeg.” Diepe schaamte zal je overvallen en de vraag of je wel een kind van God bent, kan je aanklagen.

‘Ik dacht dat jij kon fietsen?’

Het bijzondere is dat we rechtvaardig zijn in Jezus. Wanneer we struikelen, verandert dat niets aan onze nieuwe identiteit. “Het oude is voorbij gegaan, zie het nieuwe is gekomen.”

Soms kunnen anderen, jijzelf of de boze je nog even herinneren aan je oude ik. Of een vergrootglas zetten op het oude leven. Je daarmee als het ware gevangen zetten. Jij was dat vroeger, dus nu nog steeds. Een wijze vrouw zei laatst: “Mensen die je kennen van 20 jaar geleden, houden je soms gevangen in een cel van 20 jaar geleden. Toen was je zo en nu nog. Hierdoor kun je niets nieuws laten zien, omdat ze je blijven bekijken door de bril van toen.”

De rechtvaardige struikelt zeven keer en staat weer op (soms met hulp van een vriend) Kom op je kunt het!

De Bijbel zegt in Spreuken 24:16…”De rechtvaardige komt zeven maal ten val, maar telkens staat hij op.” Mooi hè! Een “rechtvaardige” staat er. Hij valt en KAN nog steeds fietsen. Hij blijft een rechtvaardige, zegt de Bijbel. En… hij staat weer op.

Gebed: Heer help me de ander te zien zoals U hem ziet. Help me mezelf te zien zien zoals U mij ziet. Het oude is voorbij en het nieuwe is gekomen door Uw zoon. Dank U wel. Amen.